5 spectrum Mensdurf te rouwen! RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE Marjtin Berk wal visser PZC Zaterdag 18 april 2009 Veel mensen leven of ze het eeuwige le ven hebben. Dat is ook vanzelfsprekend en goed. Maar des te groter is de schrik wanneer we worden geconfronteerd met het einde van dat leven. Door het schrijven van Boek voor Belle, het portret van mijn drieën eenhalf jaar geleden gestorven schoondochter Roos, vrouw van mijn oudste zoon, en de publici teit die hierdoor werd gegenereerd, werd ik door uitvaartverzorger Monuta gevraagd een aantal le zingen te houden voor de nabestaanden van de laatste twee jaar overleden familieleden of vrien den, waarvan de uitvaart is verzorgd door dit be drijf En daar de opbrengst van mijn kleine boek is bestemd voor het Koningin Wilhelminafonds kan kerbestrijding, sla ik geen gelegenheid over om het aan de man te brengen. En zo werd ik geconfronteerd met weer een heel ander publiek, waarmee ik mij al bij voorbaat ver bonden voelde. Rouw en rouwverwerking, daar gaat het hier om. En zoals mijn helaas ook overleden goede vriend Friso Wiegersma, partner van Wim Sonneveld, mij altijd voorhield: „Marjan, wanneer je verdriet of pijn hebt, moet je er middenin gaan zitten. Dan ben je in staat er dóórheen te komen!" Die raad heb ik in mijn oren geknoopt. Friso had gelijk. En tijdens de bijeenkomsten van Monuta en de grote opkomst van betrokkenen en nabestaanden blijkt, hoe groot de behoefte is om met elkaar gedachten en verhalen uit te wisselen over de pijn die het ver lies van beminde familieleden, partners en vrien den veroorzaakt. De eerste lezing vond plaats in Vlissingen, voor mij een bijna vertrouwde thuiswedstrijd. En na de pauze mochten wij de mooiste en meest bijzonde re ervaringen beluisteren. Openhartig vertelde een mevrouw: „Ik zit helemaal vast. Het is precies één jaar geleden dat mijn man overleed. Misschien komt het daardoor." Ik vroeg haar of ze kinderen had. „Ja, maar die wonen helemaal in het noorden van het land!" Waarop duizenddingendoekje Berk haar voorstelde haar kinderen de volgende dag te bellen en te vragen of ze een weekje bij hen mocht logeren. Bovendien zou ze dan in staat zijn haar twee kleinkinderen verhalen te vertellen over hun grootvader. Ik weet niet of deze mevrouw mijn raad heeft opgevolgd, maar er ontstond toch een soort opluchting, gewoon omdat haar nood bespreekbaar werd gemaakt met de lotgenoten om haar heen. Want het is een bekend feit, dat di rect na het verlies van je man of kind de mensen nog een tijdje belangstellend en zorgzaam om je heen staan. En dan komt de dag dat die belangstel ling afneemt en uiteindelijk verdwijnt. Terwijl jouw verdriet zich dan pas diep genesteld heeft en troost nog zo nodig is, moet je nu in je eentje op eigen kracht verder leven. Zo reisde ik door het land. Na Vlissingen kwamen Emmen, Gouda, Apeldoorn, Herten en Nijmegen aan de beurt. En overal blijkt, hoe door de gelegen heid die wordt geboden om met elkaar bijeen te zitten en naar eikaars ervaringen te luisteren, zich een soort saamhorigheid meester maakt van het publiek, alsof die speciale verbondenheid ruimte verschaft weer dapper verder te gaan met dat vaak ingewikkelde leven. En wat ook heel duidelijk blijkt: de mens moet durven rouwen om weer ver der te kunnen. Hoe moeilijk het ook zal zijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 53