Provincie mikt op leefgebieden
Is straks 'straks' of 'daoken' of 'medeêmen?'
24 I Dinsdag 14 april 2009 PZC
De provincie wil komende tijd meer
doen aan het verbeteren van de leef
omstandigheden voor zeldzame en
bedreigde planten- en diersoorten.
Vooral gericht op soorten die buiten de
natuurgebieden voorkomen in het (agra
rische) cultuurlandschap. Denk aan
patrijs en veldleeuwerik, oeverzwaluw,
noordse woelmuis, paling, kleine
parelmoervlinder en ruige anjer.
door Rinus Antonisse
Ze noemen het bij het ministerie
van Landbouw en Natuur de
leefgebiedenbenadering. Be
doeld om inheemse planten- en
diersoorten die in de knel zitten een
handje te helpen. Het gaat om heel ge
richte, dikwijls vrij simpel uit te voeren
maatregelen.
Bijvoorbeeld het aanleggen van vogel
eilanden, broedgebieden, drinkpoelen,
akkerranden, natuurvriendelijke oevers,
vleermuisbunkers, aalgoten en het plaat
sen van nestkasten. Maar ook het kaal
maken van te weelderig begroeide en
zwaar verruigde plekken ten behoeve
van vlinders en bijen.
Landelijk zijn ongeveer 300 planten- en
diersoorten uitverkoren om in het kader
van de leefgebieden een oppepper te krij
gen. Ze dragen alle bij aan de gewenste
verscheidenheid van onze flora en fauna.
In Zeeland zijn 70 soorten geselecteerd
die extra aandacht moeten krijgen. Ver
bonden met één van de drie Zeeuwse
leefgebieden: kust, moeras en agrarisch
cultuurlandschap.
Het doet allemaal een beetje theoretisch,
ambtelijk aan, maar het werkt in de prak
tijk wel. Op bescheiden schaal is de pro
vincie afgelopen jaren bezig geweest met
gerichte maatregelen. Dikwijls in de
vorm van financiële steun voor projec
ten die door organisaties uitgevoerd wor
den. Een werkgroep Soortenbeleid advi
seert daarbij. In een nota heeft de provin
cie uitgewerkt naar welke activiteiten tot
en met 2013 de aandacht in het bijzon
der uit moet gaan. Als het even kan in
combinatie met andere werkzaamheden.
Dat zet meer zoden aan de dijk.
Langs het water (Verklikkerstrand, Bree-
zand, kust West-Zeeuws-Vlaanderen,
Ooster- en Westerschelde) is voorzien in
het - tijdelijk - afzetten van strand voor
broed-, rust- en foerageergebieden en
het laten liggen van aanspoelsel. In de
duinen gaat het om onder meer afzetten
struweel, plaggen, maaibeheer, betere af
rastering (minder versnipperd) en begra-
zing.
Als moerassige gebieden zijn aange
merkt: Gouwe, Domburgse watergang,
Zwake, Passageule en Vogelkreek. In
beeld zijn maatregelen als uitbreiding
oever- en rietzones en het maken van vis-
verbindingen. In het landelijk gebied -
dat in de provincie met 49,1 procent de
grootste oppervlakte beslaat - betreft het
aangepast maaibeheer, plaggen dijken,
ophangen nestkasten, herstel kleine land
schapselementen, bevorderen erfbeplan-
tingen, graven drinkpoelen. Uiteraard
hoort een betere inrichting van akkerran
den, waarvoor een speciaal project is op
gezet, er ook bij.
In het leefgebied kust gaat het om val-
leiplanten als groenknol- en herfstschroe-
forchis, vogels als duinpieper, grauwe
klauwier, paapje, tapuit en velduil, de
zandhagedis en heikikker, de nauwe korf-
slak, de duinparelmoervlinder, kust-
broedvogels (stern, plevier), wadvogels
(strandloper, rosse grutto) groot zeegras,
vissen als doornhaai en zeeprik.
In het leefgebied moeras zijn maatrege
len bedoeld voor planten als knolvosse-
staart en kruipend moerasscherm, vogels
als blauwborst, bruine kiekendief, kluut
en roerdomp, zoetwatervissen als paling
en kleine modderkruiper, moerasdieren
als dwergmuis, meervleermuis, noordse
woelmuis, otter en waterspitsmuis).
In het leefgebied cultuurlandschap zijn
de meeste aandachtssoorten te vinden
die ondersteund worden. Akker- en wei
devogels, akker-, dijk- en muurplanten,
amfibieën, vlinders, sprinkhanen, kleine
zoogdieren, vleermuizen, uilen en win
tervogels.
- -
De aanleg van natuurvriendelijke oevers op tal van plaatsen in het landelijk gebied, draagt bij aan betere leefomstandigheden voor planten
en dieren en tevens aan een grotere waterberging. foto Dirk-Jan Gjeltema
V
door Engel Reinhoudt
Dit stukje gaat over het vertalen in het
Zeeuws. Een tijd geleden sloot ik deze
rubriek af met de uitgading om een
stukje van het gedicht van Ian Campert
over Walcheren in de meimaand te vertalen. In
een paar zinnetjes proefje dan de leuke en moei
lijke aspecten ervan. Een tiental mensen stuurde
hun vertaling toe. Ik beperk me tot de helft. Het
originele citaat luidt: 'Men reize waarheen men
ook wil, den versten kaap voorbij, maar nimmer
treft men zulk een land als Walcheren in de
Mei.'
Van Rien Passieux uit Haarlem is deze: 'Maek
hrust 'n wereldreiz': allée je treft vee mooie
plekken mae liek-as Walcheren in mei zu je
ze nie ontdekken.'
Mevrouw Vervenne uit Wemeldinge: 'Ze reize
wi 'a z'ok nae toe wille, de varsten uutoek verbie
ma een land as Walchere in rneie, za je nerre-
hes zie.' Hannie Oele uit Goes vertaalt het zon
der behoud van rijm: ']e kun op reize gae wat a
je wil /a was't gae je nae 't varste butenland
nergens zü je 't zö treffe as op Walcher' in
meie.'
Mevrouw de Wolf uit Biggekerke vond juist een
aardige oplossing om de rijm er wel in te hou
den: 'A reis je eêl de waereld af van Tokio toet
Algerije nergens vin je zó ies moois as Wal
cher in de maend van meie'.
Tenslotte de vertaling van de heer Beenhakker
uit Middelburg: 'Je kan reize zövee as je wil, toet
in de varste oeken, maer 'n land as Walchere in
meie, mö je mie een lantaerntje zoeke.'
De studiedag over het vertalen op 7 maart jl. in
Middelburg was de aanleiding tot deze op
dracht. Daar werd nog eens duidelijk met hoe
veel uitdagingen een vertaler te maken krijgt.
Vooral als hij een tekst zo letterlijk mogelijk wil
vertalen. Neem bijvoorbeeld moderne woorden
als 'super', of het weinig beschaafde 'kut'. Als ie
mand roept 't is super, vertaal je dat dan met 't
is super (dus onvertaald) of zoek je naar een
meer Zeeuwse benadering: 'dat gaè nog a' of 'bu-
tengewoon'. Als iemand een slechte dag heeft en
hij voelt zich kut, luidt dan de vertaling: 'hij
voelt zich rot', 'ie ao 't nie zö breed' of'die vool
z'n eigen lamlendig?'
Een ander voorbeeld is de keuze tussen heden
daags Zeeuws of'ouder' Zeeuws. Ik heb dat al ge
daan: 'ik dat a edae' of "k ik dat a edae' (met
twee keer ik). Ik ben geweest: 'ik bin ewist' of'ik
ewist?' Halen: 'aele', 'pakke' of'lange'? Samen:
'saemen' of'tehaere? Is een single een 'vriegezel'
of een 'ouwe jonge kaerel'? Is straks 'straks' of
'daoken' of'medeêmen'? Is abuis 'verkeerd' of
'bekaoid'. Is niet waar, 'nie waer' of'gin waer'?
En wat doe je met vloekwoorden? Overnemen
of laat je het bij 'ie vloekt'n'?
Kortom, vertalen is niet droogweg een tekst ver
talen. Een tekst vertegenwoordigt een wereld,
een sfeer en ook die zou moeten doorklinken,
mits je het letterlijk neemt. Mensen die bijbel
boeken vertalen weten daar alles van. In het
boekje Waèr a j'n arte uol van is (Hooglied) staat
het lofdicht van een jongen op zijn bruid. 'Je bor
sten zijn als kalfjes, as de tweeling van een gazel
le
Je zou daar Zeeuwse varianten op kunnen be
denken, maar de Joodse wereld van die tijd, die
er achter schuilgaat, verlies je dan. Terecht staat
er dan ook letterlijk: Je bosten lieke twï kaolfjes,
de twilieng van een gazelle....
Reacties naar: cn.zeeuws@zeelandnet.nl of
Werrilaan2i, 4453 CA 's-Heerenhoek.