'De koning van de weg' Gewoner maar technisch beter KLASSIEKER Rinus Rynart en zijn Volvo PV 544 Sport uit 1963 AUTOTEST De nieuwe Renault Mégane ziet er veel minder spannend uit dan zijn voorganger PZC Vrijdag 10 april 2009 I 5 door Lucas Boot Ji e hoort het vaker van oldti mer-eigenaren: 'Ik heb altijd een drukke baan gehad en I daardoor had ik geen tijd voor n hobby. Maar nu ik niet meer werk, komt het er eindelijk van'. Dat geldt ook voor Rinus Rynart uit Zevenbergen, die zich na jaren hard werken stort op zijn 'kindje', een Volvo PV 544 Sport uit 1963, beter bekend als de Katterug. Die bijnaam ontleent de Zweed aan z'n gebogen achterkant, die doet denken aan de rug van een kat. „Het model heeft ook iets weg van een Al Capone bandietenauto", vindt Rynart. De Zevenbergenaar was tot een paar jaar terug nog directeur van transportbedrijf Rynart-Trading waar met vrachtwagens van Volvo wordt gereden. Hier leerde hij het merk kennen en waarderen. „Bo vendien heb ik iets met Scandina vië. Toen ik zelf nog op de truck reed, kwam ik daar graag. Vond het er erg mooi." Niet zo verwonderlijk dat Rynart ook viel voor Zweeds design en de gelijkheid. „Ik wilde daarom per se een Katterug. Ook omdat het een van de eerste personenwagens van Volvo was en ik 'm vroeger al ont zettend mooi vond." Nog even over die degelijkheid. De Katterug werd in de sixtes inge zet voor rally's - de ultieme dege lijkheidstest - en schreef een aan tal noemenswaardige overwinnin gen achter zijn naam, waaronder de rally's van Monte Carlo en Ke nia. U begrijpt dat Rynart en zijn Volvo het wat rustiger aan doen. „Ik heb 'm nu bijna een halfjaar en ik rijd er samen met mijn vrouw regelmatig mee door het Brabantse land en soms tuffen we naar Scheveningen. Het oude ra diootje aan, shagje erbij...dan voel ik me de koning van de weg." Op Koninginnedag rijdt Rynart zijn eerste (georganiseerde) óldti- merrit. „Ontzettend leuk. Het lijkt me he lemaal prachtig om met mijn Kat- teruggetje een keer deel te nemen een Volvo oldtimer-toer in Zwe den. Ik heb plannen genoeg." Hebt u ook een bijzondere auto? Mail dan naar redactie@pzc.nl De driedeurs Mégane gaat de richting van een coupé op. Het instrumentenpaneel maakt een wat 'lege' indruk. De vijfdeurs is braaf geworden. Als automerken eens een heel vooruitstrevend design omarmen, schrikken ze daar meestal zelf zo hard van, dat de volgende editie er héél gewoon uitziet. Zoals bij de Renault Mégane. door Robbert Keegel Koudwatervrees is een van de grootste drijfveren bij het runnen van een auto merk, maar misschien vie len de verkopen van de vorige Mé gane, opmerkelijk gestileerd door Patrick le Quémant, inderdaad wel tegen. Toch was die in zoveel ver schillende uitvoeringen verkrijgba re middenklasser commercieel be slist een succes. Maar een pennen likker ten hoofdkantore heeft ken nelijk gedacht dat ze er nog veel meer van hadden kunnen verko pen, als er niet wat mensen door het behoorlijk extravagante design waren afgeschrikt. Maar laten we even wél wezen: het opmerkelijk aan de vorige Mé gane was natuurlijk de achterkant, om niet te zeggen: het achterbal kon. Dat was echter alleen promi nent aanwezig bij de twee hatch backs - en in mindere mate bij suc- ces-MPV Scénic. De saaie sedan en de vooral.praktische stationcar Grand Tour hadden neutrale ach tereinden, maar niét dat die nu veel beter werden verkocht. Koud watervrees, kortom. Maar de déconfiture van Le Qué- Het design van de vijfdeurs Mégane weerspiegelt hoezeer ze bij Renault zijn geschrokken van de vorige, foto's CPD mant heeft zich niet tot de nieuwe Mégane beperkt. Ook de huidige Twingo, Clio en Laguna zien er niet meer opmerkelijk uit. De La guna Coupé weer wel, maar daar schijnt het van het Franse opperbe vel te mógen. Enfin, ze doen maar. De verkoopaantallen bevestigen hun gelijk tot op heden bepaald niet, maar dat zóu ook aan de alge hele malaise kunnen liggen. Ziet de nieuwe Mégane er dus ver re van inspirerend uit, dan moeten we wel opmerken dat zulks eigen lijk alleen geldt voor de vijfdeurs hatchback. In navolging immers van heel wat concurrenten heeft Renault de driedeurs meer rich ting coupé gestuwd. En dat is abso luut gateau different. De vijfdeurs is braaf geworden. Hoewel zéér nieuw veroorzaakte hij ook in de stad geen opstootjes, keurde niemand deze Fransoos een tweede blik waardig. Ideaal dus als zakenauto, want professio nele autorijders willen meestal niet opvallen. De binnenruimte stemt tot grote tevredenheid en is proportioneel sterker gegroeid dan de hele auto, die nu een wielbasis van 2,64 m heeft. Het is écht Renault, dus hoogst comfortabel en bovendien buitengewoon prak tisch. Er zijn ontelbare mogelijkheden om spullen her en der slingervast op te bergen, met grote vakken in de portieren waar forse flessen in passen en met ook van die handi ge schuiflades onder de voorstoe- len. De kofferruimte is niet over dreven ruim (405/1.220 liter) maar erg goed bereikbaar en tot de laat ste millimeter bruikbaar. Het om klappen van de gedeelde achter bank is kinderwerk. Het weggedrag was al bepaald niet slecht en is toch nog behoorlijk verbeterd. De nieuwe Mégane stuurt gewoon lekkerder, komt in de buurt van toppers als Focus en Golf, maar daarmee houdt de vreugde achter het stuur in zover re op, dat het instrumentenpaneel een lege, om niet te zeggen trieste indruk maakt. Een bizarre combi natie tussen analoog en digitaal die weinig charme uitstraalt. Wed den dat de eerstvolgende facelift daar een eind aan maakt? Renault is altijd sterk in diesels en ook daarin is de keus hier groot, van 1,5 liter met verschillende ver mogens, tot een 1,9 met 130 pk. We hadden de simpelste diesel met 90 pk mee en 'meer heb je niet nodig'. Hij heeft een top van 180, doet de honderdsprint in 12,5 seconden, verbruikt gemiddeld 4,5 liter, kreeg een A-label en kost mi nimaal 24.900 euro. De goedkoopste benzine-Mégane, een 1,6-1 met 100 pk, komt op 19.900 euro en die vijf mille ver schil slaat gewoon nérgens op. Die heeft trouwens een B-label. In de benzinesfeer komt er nog een mooie gedownsizede 1,4-1 turbo bij, terwijl de RS in Genève al in de startblokken stond. Kortom: om te zien veel gewoner geworden, hetgeen te betreuren valt, maar technisch, vooral wat onderstel betreft een fikse stap vooruit gegaan. Dat houdt elkaar wel in balans. Rinus Rynart uit Zevenbergen in zijn Katterug. foto Frank Poppelaars

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 49