9 nieuw-Amsterdam ofte nue hie Van vestingstadje tot Volg Lilian op haar tocht door Amerika 8 I Woensdag 8 april 2009 PZC www.pzc.nl/blog/liliandominicus ,;v IIFv f ;.'v .jV.;'-:.. - - .-. -v. £i In 1609 zette Henry Hudson voor het eerst voet aan wal op Manhattan in het huidige New York. Nu 400 jaar later is de stad waarvan Nederland de grondlegger is, uitgegroeid tot een wereldstad. Waarom is juist die plek uitgegroeid tot metropool? at nu mis schien wel de duurste grond ter wereld is - Manhattan in hartje New York - kochten door Maartje Huijben w de Nederlanders in de zeventiende eeuw voor een prikkie: slechts 6o gulden. Dat de stad uiteindelijk is uitgegroeid tot een metropool is volgens historicus Hans Krabbendam die onderzoek doet naar de banden tussen Nederland en Amerika, vooral te danken aan een combinatie van drie factoren: de gunstige geografische ligging, de Nederlandse handelsgeest en de politieke keuze om handelsposten op Manhattan te concentreren. De geografische ligging van Manhattan maakte het eiland populair bij de zee vaarders in de zeventiende eeuw. „Man hattan was een perfecte plek om voor an ker te gaan", zegt Krabbendam van het Roosevelt Study Center. „Het lag be schut, zodat schepen minder last hadden van stormen op de Atlantische Oceaan. Daarnaast was er rechtstreekse toegang tot rivieren, zoals de Hudson River en de Delaware River. Deze rivieren waren in die tijd de enige mogelijkheid om handel te drijven met het binnenland." Nederland staat bekend om zijn handels geest. Die instelling is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van Nieuw-Amsterdam. De eerste handel be stond vooral uit beverhuiden. In het wa terrijke gebied rond Manhattan ontstond een lucratieve handel. Beverhuiden brachten in Europa veel geld op. Ze kwa men van pas in de koude winters en be- verhoeden waren toen bovendien in de mode. Later kwam daar de handel in ta bak, graan, katoen en slaven bij. Vanuit de stad kon per schip handel worden ge dreven met de indianen. De vergeldingsacties van de indianen te gen de wreedheden van de kolonisten zorgden er wel voor dat die zich concen treerden in het fort op Manhattan, Nieuw-Amsterdam. Daarvoor woonden ze in kleine nederzettingen. „De india nen werden agressiever en bedreigden de inwoners", zegt Krabbendam. „In het fort konden de kolonisten zich beter be schermen tegen aanvallen. Met z'n allen sta je sterker." Nog altijd groeide het stadje maar mond jesmaat. Belangrijkste oorzaak was de monopoliepositie van de West-Indische Compagnie die vanaf 1621 de macht over het eiland had. Nieuwe handelaren wer den door het bedrijf niet toegelaten. „Pas toen de handelsmarkt in 1640 werd vrijgegeven en de burgers meer rechten kregen, kwamen nieuwe handelaren en pioniers naar Nieuw-Amsterdam", zegt Krabbendam. „De handel wordt daar door diverser. De bewoners krijgen ook steeds meer behoefte aan Europese pro ducten. De stad was in die tijd overigens nog zeer klein. Er woonden circa 1.500 inwoners. De stad was een belangrijke sluiproute voor handelaren die last had den van de Engelse handelsvoorschrif ten. We waren een belangrijke alternatie ve route." De echte groei van New York, zoals de stad na de verovering van de Engelsen in 1664 heet, kwam pas aan het einde van de achttiende eeuw. Amerika was op dat moment in trek bij de Europeanen. „Vooral Duitsers waagden rond 1770 de stap naar het nieuwe continent", zegt de onderzoeker. In de negentiende eeuw volgden miljoenen Europeanen. New York trok de organisatie van deze immi- grantenstroom naar zich toe. De stad bouwde op Manhattan speciale facilitei ten om de mensen op te vangen. Met re sultaat. In 1830 had het stadje Amster dam ingehaald. Destijds woonden 200.000 mensen op Manhattan. Later werd in 1892 Ellis Island ingericht voor de opvang van immigranten, Waar ze werden ingeschreven en gekeurd. „De armste immigranten bleven na aan komst vooral in de stad wonen", vertelt Krabbendam. „Ze hadden geen geld om verder te reizen of hadden geen zin om in de landbouw te werken." Andere avonturiers reisden door naar het achterland. New York had inmiddels dankzij het Erie-kanaal uitstekende ver bindingen met het westen. Later kwa men daar vele spoorlijnen bij. De Nederlanders hebben volgens Char les Ghering, die al 35 jaar onderzoek doet naar de 17de beuwse Nederlandse kolonisten, de basis gelegd voor de open samenleving van de staat New York. „De staat is altijd, ook voor Amerikaanse be grippen, een open samenleving geweest, zonder de klassenmaatschappij die de Britten met zich meebrachten. De Neder landse kolonisten behoorden vrijwel alle maal tot de welgestelde middenklasse. Wie op de sociale ladder naar boven wist te klimmen, werd door Nederlan ders veel sneller geaccepteerd. Voor wat nu bekend staat als de Amerikaanse droom - dat je ongeacht je status de top kunt bereiken, als je maar talent hebt en hard wil werken - zijn de Nederlandse in vloeden zeer belangrijk geweest. En New York is daar het duidelijkste voorbeeld Nederlandse invloed nog zichtbaar In New York zijn nog tal van Nederlandse invloeden zichtbaar in de namen. Brooklyn is ver noemd naar Breukelen. Wallstreet dankt zijn naam aan de vestingswai tegen de Engelsen. Harlem is afkomstig van de Nederlandse stad Haarlem. En Broadway 1s een letterlijke verta ling van Brede weg. p- Maar ook in de taal zijn Nederlandse woorden herkenbaar. Een scheur in een broek heet nog steeds een 'winkelhaak', en in een perzik zit geen stone, maar een 'pit'. Als een Ameri kaan zijn kippen voert, roept hij 'kip-kip-kip' en niet 'chick-chick-chick'. Rond 1939 is geprobeerd een wapenschild voor Nieuw Amsterdam te introduceren, sterk geënt op het Amsterdamse wapenschild. In plaats van leeuwen wordt het schild geflan keerd door bevers, op dat moment het belangrijkste handelsproduct. Het ontwerp werd echter nimmer officieel geaccepteerd. De oorsprong van het Amerikaanse kerstfeest Santa Claus heeft Nederlandse wortels. Het is een mengeling van Sinterklaas en Duitse en Scandinavische gebruiken. Bekende namen met Nederlandse voorouders: familie VanderBilt, Franklin en Theodore Roosevelt en de acteur Hl n «ijjsj acteur Huipphtey Bogart 1

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 8