Bidden om een sterke rug
^^balans
Chirurg in Afghanistan
Orthopedisch chirurg Michiel van Haeff werd van eind augustus tot begin november 2007 door
Defensie uitgezonden naar Kandahar. De omstandigheden in Afghanistan gingen elk
voorstellingsvermogen te boven. Toch gaat hij binnenkort weer.
Het verhaal van een man met een missie.
Woensdag 8 april 2009
„Mijn verblijf in Kandahar heeft mijn leven voorgoed
veranderd. De uitzending kwam op een moment dat
ik toe was aan een nieuwe uitdaging. Ik liep tegen de
50 en vroeg me af 'Is dit het nu?'. Mijn gezin stond
aanvankelijk niet te trappelen, maar van lieverlee raak
ten ze aan de gedachte gewend. Voor vertrek had ik
me goed verdiept in het land en zijn inwoners, de ge
woonten, het politieke verhaal. In Kandahar is het stof
fig en heet, overdag 50 graden Celsius, 'S nachts 30.
De militaire basis heeft met 12.000 inwoners de om
vang van een groot dorp. Het militair hospitaal is op
gebouwd uit geschakelde containers en boogtenten,
en beschikt over betere faciliteiten dan menig hyper
modern westers ziekenhuis."
„Ons team bestond uit een algemeen en een orthope
disch chirurg, een anesthesist, twee operatieassisten
ten en één anesthesiemedewerker. De samenwerking
en onderlinge sfeer waren buitengewoon; heel be
langrijk onder zulke zware werk- en leefomstandighe
den. Je zit zeven dagen per week op eikaars lip,
slaapt met meerdere mensen op een kamer en hebt
geen enkele privacy. Gelukkig hadden we internet; zo
traag als wat, maar we hadden het. En natuurlijk was
er de zo ongelooflijk belangrijke post van het thuis
front. Ook van mensen die ik nauwelijks kende en die
me daardoor extra ontroerde.
„Al die tijd behandelden we voornamelijk oorlogsge
wonden; bijna altijd Afghanen, waarvan een groot
deel burgers van alle leeftijden. Omdat er ook manne
lijk personeel rondliep, brachten de Afghanen geen
vrouwen en meisjes naar het hospitaal. Raakten die
gewond door bommen en granaten, al was het naast
de poort van de basis, dan nog kregen we ze niet te
zien. In het hospitaal heb ik verwondingen gezien zo
als ik die in Nederland zelfs bij hooggeweldsdelicten
niet meemaak. De hulp die we boden, was pure war
surgery en daar had ik toen nog geen enkele prakti
sche ervaring mee. Ter plekke moesten er oplossin
gen worden bedacht voor de gruwelijkste verminkin
gen. Daarbij gingen we soms veel verder dat ik ooit
had kunnen vermoeden."
„Door mijn ervaringen in Kandahar kan ik me moeilijk
voorstellen dat de coalitiepartners Afghanistan op kor
te termijn tot een coherente natie zullen kunnen om
vormen. Het land is altijd een stammenmaatschappij
geweest. Die samensmeden tot een democratie naar
westers voorbeeld is een zeer moeizame exercitie.
Maar nu we er als coalitie toch zitten, moeten we de
Afghanen zo veel mogelijk helpen. Ik beschouw mijn
bijdrage als een persoonlijke opbouwmissie. Ons
team heeft mensen kunnen helpen die ten dode wa
ren opgeschreven. Zo was er dat 9-jarige jongetje
met een groot gat in zijn been, als gevolg van een
chronische ontsteking. Na een ingrijpende operatie
en behandeling met antibiotica kon hij het hospitaal
lopend verlaten, aan de hand van zijn vader."
„Na mijn terugkeer in Nederland heb ik drie maanden
moeten 'afkicken'. Mijn inwendige toerenteller draai
de constant op topsnelheid. Collega's met uitzender-
varing in het militair hospitaal konden zich voorstellen
wat ik had meegemaakt. Met mijn burgercollega's in
het Universitair Medisch Centrum Utrecht lag dat heel
anders. Sommige van hen zagen mijn gebruinde
hoofd en leidden daaruit af dat ik een paar maanden
vakantie had gevierd. Of ik daarom even hun dien
sten wilde draaien met kerst en Oud en Nieuw."
„De missie in Afghanistan wordt door de media veel
te eenzijdig belicht. Er vallen doden onder Nederland
se militairen en dat is verschrikkelijk. Maar over de dui
zenden andere defensiemedewerkers die er werken
hoor je niets. Ik vind dat daardoor een te negatief
beeld is ontstaan van het defensiebedrijf. Breng voor
afgaand aan elk achtuurjournaal nou eens een portret
van een doorsnee militair in Afghanistan; een bakker,
een automonteur, een wasser, een kok. Allemaal heel
gewone, herkenbare mensen die met plezier hun
werk doen, ondanks de zware omstandigheden. Het
zou de beeldvorming zoveel realistischer maken en
vooral ook meer begrip en respect kweken.
Binnenkort vertrek ik weer naar Kandahar, en dan
neem ik een agenda mee die volledig is gewijd aan
het thuisfront: wie heeft er wanneer examen, een
dansfeestje, een belangrijke hockeywedstrijd. Bel je
met elkaar, dan kun je daar naar informeren. Zo blijf je
toch betrokken. Want voor je het weet groei je uit el
kaar en soms is de kloof niet meer te overbruggen.
Dan blijkt bij terugkomst dat het slot van de voordeur
is vervangen. Die dingen gebeuren. Natuurlijk vind ik
het ook deze keer best spannend en heb ik geen idee
van wat me nu weer te wachten staat. Maar dan denk
ik aan wat Franklin D. Roosevelt ooit zei: 'We moeten
niet bidden om een lichte last, maar om een sterke
rug'. Die uitspraak is me op het lijf geschreven."
door Paula Koster
Orthopedisch chirurg Michiel van Haeff (3de van links) team.