spectrum IO
De bel luidt weer een
GEEN WELVAART
PZC
Zaterdag 28 maart 2009
De huidige economische
malaise wordt steeds vaker
vergeleken met de Grote
Depressie in de jaren dertig
van de vorige eeuw.
Werkloosheid en
werkverschaffing in Zeeland.
door Ben Jansen
Optocht van landarbeiders
in Sint-Laurens in 1935.
foto Beeldbank Zeeland
O nee, niet weer. Gelaten be
geeft het kantoorperso
neel van scheepswerf De
Schelde in Vlissingen zich
naar de hal van het hoofd
kantoor. De grote koperen scheepsbel in
de hal heeft geklonken. De galm dringt
door tot in de verste vertrekken. De klank
is in de jaren dertig van de twintigste
eeuw ronduit verontrustend, want de bel
wordt geluid om nieuwe maatregelen in
het kader van de economische crisis aan
te kondigen. En dat is zelden goed
nieuws.
Directeur Hendrik Wesseling monstert
het samengekomen kantoorpersoneel,
schraapt zijn keel en legt uit dat de situa
tie op De Schelde verder is. verslechterd.
Aan een volgende korting op de lonen
valt niet te ontkomen. Met een menge
ling van berusting en bezorgdheid ver
neemt het personeel de zoveelste jobstij
ding. Minder loon is beter dan ontslag.
Maar veel kantoorbedienden zien zichzelf
straks thuiskomen met de mededeling dat
moeder de vrouw het huishouden op
nieuw met minder geld draaiend moet
zien te houden.
Het ging zo goed met De Schelde - en
ook met de rest van Zeeland. De jaren
twintig kenmerkten zich door een voor
zichtige welvaart. Het kantoorpersoneel
van de werf kon zich nette meubels per
mitteren en een radio. Sommigen koch
ten een eigen woning. Met hypotheek,
dat wel. In 1929, het jaar waarin de beurs
krach van New York zich voltrekt die de
Grote Depressie inluidt, heeft De Schelde
een recordaantal werknemers: 2.482 op de
werf en in de fabrieken en 276 op de kan
toren. Dat jaar worden nog drie fikse sche
pen afgeleverd: de Kota Baroe, de Poelau
Bras en de Poelau Tello. Maar de orderpor
tefeuille begint leeg te raken en wat nog
wel aan opdrachten binnenkomt, moet
worden uitgevoerd voor prijzen die voor
heen lachend zouden zijn weggewuifd.
De fittingfabriek Vitrite Works in Middel
burg beleeft in 1929 een productierecord:
148 miljoen lampvoeten, bestemd voor af
nemers in zeventien landen. Dat loopt in
de erop volgende jaren rap terug: 104 mil
joen in 1930,77 miljoen in 1931 en 63 mil
joen in 1932. De glasfabriek en de zwavel-
zuurfabriek in Sas van Gent werden uit
de markt geprijsd door goedkopere bui
tenlandse producten.
In het beginjaar van de wereldwijde eco
nomische crisis zijn de gouden jaren voor
de agrarische sector in Zeeland al voorbij.
De stijging van de wereldproductie zet de
prijzen onder druk. Steeds meer akkerbou
wers, groentetelers, veehouders en fruit
telers komen in de rode cijfers. Een crisis
bijeenkomst eind 1930 in Goes trekt zes
tienhonderd bezorgde boeren. Ze willen
steun van de overheid. Die komt er, maar
biedt nauwelijks soelaas. Om de kosten te
drukken schakelen veel boeren over op
minder intensieve teelten, waarvoor min
der arbeid nodig is. Het gevolg: grote
werkloosheid onder de landarbeiders. De
ze beroepsgroep heeft het toch al moeilijk
door de opkomende mechanisatie. Op 31
januari 1934 staan bij de arbeidsbeurs in
Oostburg 1.432 werkzoekenden ingeschre
ven: 50 bouwvakkers, 57 havenwerkers
en 980 landarbeiders. Wie
aan het werk blijft wordt voort
durend met loonsverla-
gingen
geconfronteerd. Ook
onder boeren