Het Waasland stript...
de hele zomer lans!
TIP: Gezelschapsspel met Wase streekproducten
De man op het terras zei het al. Nu bent U hier en is het werkelijk prachtig weer!Direct
erna zei hij "Vorige week was het hier ovefigens even mooi. Ü:sii»phi-11fïï *■-'tst.
filliiT»H»T«T-4je die kant op kijkt, zie je Zeeuws-
Vlaanderen, als je die kant op kijkt, zie je West-Vlaanderen en als je die kant op kijkt, loop je
vol tegen drie grote zwarte paarden aan. Of pony's.
VLAANDEREN VAKANTIEKRANT aangeboden door Toerisme Vlaanderen Brussel
Nee, het Waasland staat niet in zijn blootje, maar krijgt var^pnUot september bezoek van bekende
stripfiguren. In Sint-Niklaas gaan kinderen samen met op zoek naar een geheime code
tijdens een speicale kinderspeurtocht. Zo ontdekken ze op een speelse en avontuurlijke wijze de
Wase stad. In Lokeren is het lachen met tijdens een gezinstocht op de fiets. Er zijn leuke doe- en
denkspelletjes voorzien en je fietst langs de belangrijkste locaties van de Urbanusstrip 'Lokerse paarden-
worsten'. In Sint-Pauwels beleef je samen met hachelijke avonturen te voet of op wiel
tjes. En in Waasmunster kun je deelnemen aan een fietszoektocht met Jommeke.
Op www.hetwaaslandstript.be vind je nog meer spannende activiteiten, zoals stripbeurzen en een strip
tentoonstelling, en zelfs logiesarrangementen!
Op de website van Toerisme Waasland kun je een leuk gezelschapsspel downloaden waarbij de
kinderen alvast een lekker cadeautje maken voor de Sint met Wase streekproducten. Sint-Niklaas
is immers de hoofdstad van het Waasland... Maar opgelet voor Reynaert de Vos, die ook wel zoet
Waasgebak lust!
Op www.toerismevlaanderen.nl/vakantiekrant vind je nog veel meer georganiseerde
stripactiviteiten en leuke logies in het Waasland en de rest van Oost-Vlaanderen.
Ik ben hur niet
zonovergoten einder, het bordje "Doe
dat nou niet Dolf!" zou kunnen lezen.
Als ik die kant op zou kijken.
Bijna op dezelfde wijze stapte ik gis
teren nog in een bootje, in het druk
bevaren centrum van Gent. De stad
waar iedereen vaart of bier drinkt, en
vaak ook beide. Wijn, dat bleek ook te
mogen. Ik klemde me aan de railing
- bootjes en ik is als de Rode Duivels
en een serie overwinningen -, ik was
blij dat'de snelheid laag en de golfslag
zeer beperkt was. We keken om ons
heen en genoten van het wat zurige
commentaar van de schipper met te
grote zonnebril. "We zien wel geregeld
vis in de rivier, meestal drijven ze bo
ven. Maar goed, zijn ze wel geweest..."
Hij ramde er een paar pittige, bloedige
godsdienstoorlogen in vier zinnen
doorheen, wees op mooie gebouwen,
en verhaalde van de knieschijf van de
beschermheilige van de hulpelozen,
die ergens verderop tentoongesteld
zou liggen. Ik geloofde hem, moest ge
regeld als enige in het bootje om hem
lachen (de rest had het te druk met
elkaar in alle standen onvermoeibaar
fotograferen; deed me een beetje den
ken aan dat verhaal van die dekstoelen
op de Titanic), maar was blij, zo blij,
toen we levend en droog de kade van
Gent weer betraden. Weer een boot
tocht overleefd*, wat kon er nu nog
misgaan, deze reis?
Dat was een retorische vraag, bedacht
ik me, nog geen 24 uur later, toen de
De deegsliert en zijn zoon bestijgen de
kar, tezamen met een zo te zien beter
gelukt (en wel volledig) gezin. Dat is
het gezin van Bart, de streek-Vlaming
met wie we al de hele dag door de
streek mogen banjeren; en banjeren
gaat van fietsen tot rondkijken en van
verbazen tot wandelen. Als Bart zegt
"rechts" gaan de deegsliert en zijn
zoon rechts en andersom ook. Hij weet
de weg, hij kent de verhalen, hij is hier
thuis. Hij stapt in, ik stap in... Ik zie het
mezelf doen, alsof ik er ergens hoog
boven hang, alsof ik in de verte, aan de
Herstel, loop ik tegen die drie
grote zwarte pony's (of toch
paarden?) aan. Die, gezellig
vlak naast elkaar, stevig vastzitten aan
een soort huifkar. Met lange banken
en stoeltjes in het midden, met een
huif en wielen en een bok en twee
mensen daar weer op. Koetsiers?
Menners? Huifchauffeurs wellicht?
"My traveling companion is nine
years old He is the child of my first
marriage But I've reason to believe
We both will be received In Mee
tjesland" zou Paul Simon gezongen
kunnen hebben. Ongeveer.
Mijn reisgenoot is acht, en echt ge
trouwd ben ik ook niet, maar verder
klopt het. Cian en ik zijn twee dagen
in Oost-Vlaanderen, en het hoogte
punt moet duidelijk nog komen. Als ik
althans de blik in de ogen van de paar
den en de menners mag geloven. Ze
stralen een soort verheugen uit dat ik
niet gezien heb sinds ik eergisteren
avond voor de echtelijke sponde in het
volle zicht van mijn vriendin mijn shirtje
van mijn lijf stond te stropen.
Ik wist niet eens van het bestaan van
dit gebied, had geen idee van de stuk
ken bos waar je heerlijk doorheen kunt
fietsen, de kloosters waar nu grote
tuintafels met pinten Augustijnbier
staan, de boerderijen, de dijkjes en de
kreken. Prachtige onverwachte flarden
water, ontstaan na een stormvloed,
achtergebleven water, eigenwijs water
maar zo mooi. Soms een visser (man
met hengel zonder vrienden), soms een
passerende cabrio (auto waarbij de wan
staltige muzieksmaak van de chauffeur
voor iedereen controleerbaar is), soms
een gezin op een veldje aan het water,
met picknickmand en stoeltjes en een
parasolletje voor de baby (gezellig).
Die paarden.daarentegen - nog steeds
groot zwart en sterk - zijn hier al hun
hele leven. En kijken mij aan met een
blik die ik lees als "Wat kom je doen,
deegsliert?" Waarbij dat laatste, in hun
ogen, in mijn ogen, een verwijzing moet
zijn naar mijn wat langgerekte lichaam
en gebrek aan tan. Waar ik woon, schijnt
de zon ook geregeld niet, vandaar.