biJ dö ouerheid 1 4 I Woensdag 25 maart 2009 PZC U kunt rustig gaan slapen. Deze boute uitspraak betekent niet dat in ons deel van Nederland geen ramp of groot ongeval zou kunnen over komen. Het betekent wel dat de organisaties die in zo'n geval aan de bak moeten, goed voorbereid en getraind zijn. Dat is de overtuiging van William Cuijpers, eigenaar van Cuijpers Consultancy, het bedrijf dat een belangrijk deel van de trainingen voor de rampenbestrijding in West-Brabant van haar rekening neemt Aandacht voor veiligheid is een relatief jong fenomeen. Dat heeft twee oorzaken. Overheden en burgers zijn door de Bijlmer ramp, de vuurwerkramp in Enschede en de brand in Volendam harthandig wakker ge schud. „Daarnaast is de mentaliteit tegen woordig anders", stelt Cuijpers. „Pech is weg. We willen op alles voorbereid zijn. Gebeurt er iets, dan staat we klaar om een schuldige aan te wijzen." Overheden proberen zich daar voor een deel tegen in te dekken. „Maar in de rampenbestrijding staat bij de overheid de oprechte zorg voor de veiligheid van de mensen absoluut op nummer één." Raakvlakken De brandweer blust branden, de politie deelt bekeuringen uit, de gemeente ver koopt paspoorten en de ambulance ver voert zieken. Tenminste, in het gewone le ven. Op het moment dat er een ramp of een grootschalig ongeval is, moeten ze geza menlijk kunnen optrekken. Dat is geen sine cure. Ze hebben in vaktaal allemaal een kleur. De politie is blauw, de brandweer rood, de ge meente oranje en de GHOR (Geneeskundi ge Hulpverlening bij Ongevallen en Ram pen) wit. „Kleurenblindheid is uit den bo ze." Cuijpers bedoelt daarmee dat in een crisissi tuatie mensen bereid moeten zijn om bo ven hun eigen werk uit te stijgen. Mensen ja, want hulpverleners zijn ook maar men sen. En het natuurlijke gedrag laat zien dat mensen in een crisis het liefst teruggrijpen op waar ze het best in zijn: hun eigen werk." De groep die het hierbij het moeilijkst heeft, is de gemeente. Bij de andere kleuren heeft het werk in een crisissituatie veel raak vlakken met het gewone werk. Bij een ge meente niet. Zo houden medewerkers van de afdeling Sociale Zaken van een gemeente zich bij een crisis bezig met de opvang en verzorging van inwoners die geëvacueerd worden. Communicatie Trainen dus. En niet zo'n beetje ook. In theorie, om te leren wat je werk is in een cri- sisituatie. Maar ook om eikaars werkwijze en alle procedures te leren kennen. Daar naast ligt de praktijk, oefenen tot je erbij neervalt. De valkuilen zijn volgens Cuijpers duidelijk: „Het moeilijkste is het loslaten van je eigen werk, de samenwerking en de communica tie tussen alle betrokken partijen. De infor matie tijdens een crisis moet uit betrouwba re bron komen, anders worden er op onjuis te beelden besluiten genomen. In een crisis geldt: Gissen is missen en geen bericht is slecht bericht. Daarnaast moet er in hecti sche tijden door iedereen slagvaardig wor den opgetreden." Wet van Pareto Het klinkt gek, maar het is goed dat er om vangrijke crisissituaties in het verleden zijn geweest. „Daar kunnen we namelijk enorm veel van leren. Fouten die in het verleden zijn gemaakt, kunnen in de toekomst wor den voorkomen. Niet voor niets heeft de Chinese taal één teken dat staat voor zowel crisis als nieuwe kans." Wie denkt dat elke crisissituatie anders is, heeft maar deels gelijk. De Wet van Pareto stelt dat 8o% van alle elementen van een cri sis gelijk zijn en 20% nieuw. Cuijpers: „Die tachtig procent kun je dus trainen en wel zo goed dat iemand in de rampenstaf blindelings weet wat hij moet doen. Ook als hij midden in de nacht uit zijn bed gebeld wordt. Alleen zo krijg je in je hoofd ruimte voor de twintig procent nieuwe elementen." Crisisbeheersing is als een soort verzeke ring: Je traint voor iets dat je nooit nodig hoopt te hebben.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 54