Zomertaling laat zich nu zien
Bliksem verwoestte
de oude hallenkerk
van Waarde
PZC Dinsdag 24 maart 2009 I 27
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
Tot de weidevogels worden
niet alleen bekende stelt
lopers als de grutto en de
scholekster gerekend. Er zijn
ook diverse eendensoorten
die vanouds als weidevogel
worden beschouwd.
Slobeend, krakeend, kuif-
eend en de in Zeeland bijna
verdwenen zomertaling.
De meeste kans om zomertalingen te treffen is tijdens de voorjaartrek.
foto Chiel Jacobusse
door Chiel Jacobusse
Weidevogels staan volop in de belangstelling. Dat
komt aan de ene kant omdat het voorkomen
van weidevogels een oer-Nederlands verschijn
sel is. Anderzijds gaat het met de weidevogels
niet al te best en de vrees is gerechtvaardigd dat de situatie
in de toekomst alleen maar slechter wordt.
Daarbij moet gezegd worden: de ene weidevogel is de ande
re niet. De kievit weet zich ondanks alle veranderingen in
de landbouw aardig te handhaven en datzelfde geldt voor
de kuifeend, die zich pas een halve eeuw geleden in het Ne
derlandse weidelandschap vestigde. Er zijn dus kritische en
minder kritische soorten.
Tot de meest kritische weidevogels wordt naast de kemp
haan en de watersnip ook de zomertaling gerekend. Het is
een eendje dat al decennialang onafgebroken op de rode
lijst staat. Net als andere weidevogels heeft de zomertaling
in de tweede helft van de vorige eeuw een dramatische af
name doorgemaakt. Van de vele duizenden broedparen res
ten er minder dan tweeduizend. De afname in Zeeland
loopt in de pas met de landelijke trend. Waren er ooit zo'n
honderd broedparen - nu zijn het er niet meer dan twintig
en wellicht is zelfs dat een te rooskleurige schatting.
Uit die cijfers blijkt al dat Zeeland nooit erg rijk aan zomer
talingen is geweest. In de poelgebieden op Walcheren en
Schouwen heeft de zomertaling als broedvogel altijd ontbro
ken. Maar in de Goese Poel en vooral in krekengebieden in
Zeeuws-Vlaanderen was de zomertaling tot in de jaren ze
ventig van de vorige eeuw redelijk gewoon. De vroegere ver
spreiding in Zeeland wordt wel in verband gebracht met
het zoutgehalte van het oppervlaktewater. De zomertaling
wordt beschouwd als een min of meer zoutmijdende soort.
Dat mag zo zijn waar het gaat om het broedgebied; tijdens
de trek zijn zomertalingen minder kieskeurig. Zo waren er
vorige week zomertalingen te zien in de inlaag 's-Graven-
hoek en in het bokkengat op Noord-Beveland; bij de Zwaak-
se weel, in de Yerseke Moer en in de inlaag 2005 bij Elle-
woutsdijk op Zuid-Beveland en ongetwijfeld nog op tal van
andere plaatsen. Het lijkt dat dit jaar veel meer doortrekken
de zomertalingen passeren. Dat patroon van pieksgewijs
voorkomen is karakteristiek voor de soort.
Er is een hele reeks eendensoorten die bij ons niet in de zo
mer, maar wel in de winter voorkomt. Typische wintergas-
ten zijn nonnetje, grote zaagbek, brilduiker, smient en ijs
eend. De zomertaling is de enige eendensoort die hier uit
sluitend in het zomerhalfjaar verblijft. In de winter trekken
onze broedvogels naar noordelijk Afrika. In Zeeland is het
aantal doortrekkers veel groter dan het aantal broedvogels.
De meeste kans om zomertalingen te treffen is tijdens de
voorjaartrek, vooral in de tweede helft van maart.
De zomertaling is als het gaat om kleuren en tekening een
buitengewoon sierlijke verschijning. Maar zijn figuur en
houding gooien een beetje roet in het eten. Het lichaam is -
in vergelijking met andere eenden - nogal lang en dat zorgt
voor een wat schonkig profiel. Toch gaat bij iedere vogelaar
die een zomertaling ziet, de adrenaline sneller stromen.
illustratie Adri Karman
Voor het ontstaan van Waarde moeten we terug naar de
twaalfde eeuw. Westelijk van het al bedijkte eiland Rilland
lag het schor Wilmarswaarde, kortweg Waarde. Zowel eiland
als schor lag tussen twee stroomgeulen. Ten zuiden vinden
we de Honte en ten noorden de Hinkele of Hinkelinge.
Waard betekent geheel door rivieren ingesloten land. Door
een schenking komt het schor in bezit van de cisterciënzer
abdij Ten Duinen in Vlaanderen. Zij waren de eerste bedij
kers van Waarde. De Heren van Waarde bezaten er in de der
tiende eeuw een kasteel. Het kerkdorp Waarde heeft zich ont
wikkeld in de nabijheid van dit kasteel en rond 1250 is er
sprake van een parochie. De bouw van de toren dateert van
rond 1400. De kerk van Waarde is een hallenkerk die in aan
leg dateert uit de eerste helft van de 15e eeuw. Blikseminslag
was op 10 april 1589 oorzaak van een grote brand waarbij ze
grotendeels werd verwoest. De zuidelijke beuk is weer opge
bouwd en voor de gereformeerde eredienst gebruikt.