Sport
R
A
A
PZC Zaterdag 21 maart 2009 I 39j
DAMMEN
4«. i
doorPTTTïr
Sinds afgelopen zaterdag weten we
welke twaalf tientallen volgend sei
zoen de ereklasse vormen. De de
gradanten DVSB en Amsterdam 80
hebben hun plaats afgestaan aan DES Lun-
teren en Heijmans Excelsior, de kampioe
nen van de twee hoofdklassen. De ereklas
seteams die veroordeeld waren tot het spe
len van de nacompetitie, komen ook vol
gend jaar op het hoogste niveau uit.
Over de lotgevallen van PWG 's-Graven-
polder in Culemborg heeft de krant van
maandag u uitgebreid geïnformeerd. Dam
mers uit Oost speelde eerst met 10-10 ge
lijk tegen SNA, maar maakte in de barrage
met 16-4 gehakt van de Noord-Hollan
ders. Als er één partij bepalend is geweest
voor de afloop van het duel tussen PWG
en Denk en Zet was het die van Andres
van den Berge tegen Sjoerd ten Brinke. In
geen andere partij gingen de kansen zo
op en neer. Na de eerste tijdnoodfase was
de stand uit het diagram op het bord geko
men. Voor Van den Berge, die met wit
speelt, ziet het er niet mooi uit. Op links
heeft zwart vrij spel en schijf 45 staat
niets te doen. De computer geeft nu de
voorkeur aan 38-33, maar iets meer voor
de hand liggend is 56.34-29 en dat speelde
Van den Berge dan ook. Ten Brinke sloeg
na zeer lang nadenken 25x34? en vergooi
de daarmee niet alleen zijn eigen kansen,
maar maakte ook een sneldambarrage
minder waarschijnlijk. Op het moment
dat hij in de fout ging was het immers al
10-8 voor PWG. Na 23x34! 30x39 25-30! is
de stand in alle varianten gewonnen voor
zwart. Wit heeft twee plannen die allebei
op niets uitlopen. Na 24-20 15x24 45-40
22-27 40-34 27-3134X25 31-36 35-30 24x35
25-20 36-41 20-14 41-47 39-33 (38-32
47-41!) 18-23 is het uit. Wit moet het dus
na 25-30 in een andere richting zoeken en
24-19 spelen. Dan volgt echter 30-34
39x30 18-23 19x28 22x42 30-24 42-47 24-19
47-36 35-30 (45-40 komt op zetverwisse-
ling neer) 15-20! 45-40 (30-25 20-2419x30
36-47) 36-4! De enige goede zet voor
zwart. 40-34 20-24! 19-14 24x35 34-29
35-40 29-23 17-22 23-19 40-44 Nu verliest
i'4-io 4x15 19-13 door 15-2413-9 24-13, en
na 19-13 4x18 14-10 22-28! kan wit het ook
opgeven. Mooie varianten, die de zwart-
speler blijkbaar niet allemaal tot in detail
heeft kunnen berekenen. 57.29x40 22-28
Ook snel naar de damlijn lopen met 22-27
lijkt niet meer te winnen. Na bijvoorbeeld
35-30 27-31 30-25 31-36 40-34 36-4125-20
41-46 20-14 staat schijf 23 in de weg.
58.40-3417-22 59.35-30 28-32? Betere kan
sen geeft 22-27 30-25 18-22 waarna wit bij
voorkeur 34-29 23x34 25-20 etc. speelt. Na
direct 25-20 volgt 28-32 38-33 23-28 en nu
moet wit zijn heil zoeken in het eindspel
na 34-30 28x39 20-14 etc, want 33-29 ver
liest door 28-33 29x38 32x43 20-14 43-48
34-29 48-37 14-9 37-23! 29x18 22x4.
60.38x27 22x31 61.30-25 31-37 62.25-20
37-42 63.20-14 42-48 64.24-20! Verreweg
de beste zet voor wit. Na 34-29 23x34
moet wit door de dreiging 34-40 een
tweede schijf offeren. Dit kan hij met
45-40 of 24-20 doen, maar in beide geval
len loopt het verkeerd voor hem af. 48x25
65.45-40 15x24 66.14-10 Volgens de
6-stukkendatabase van Flits is deze stand
remise. Toch is een foutje in dit soort
eindspelen snel gemaakt. 23-28 67.10-4!
Niet 10-5 wegens 18-23 5-io 24-30! met
winst. 18-23 68.4-15 24-30? Zwart maakt
het wit wel erg gemakkelijk. Na 23-29 10-4
is de stand objectief gezien nog steeds re
mise, maar moet wit het uiterst secuur
spelen. 69.40-35! 30-34 70.15-29! 34-40
Zwart hoopt op 29x1?? 40-45 met winst,
maar wit sloeg 71.29x45! en het bevrijden
de elfde bordpunt was binnen.
SCHAKEN
door[«ni
Tim Krabbé is een veelzijdig man.
Behalve als schrijver van succesvol
le romans, waarvan enkele ver
filmd zijn, heeft hij ook naam ge
maakt als schaker en wielrenner. Hij is
een sterke hoofdklasser en speelde o.a.
mee in het schaakkampioenschap van Ne
derland dat in 1967 in Zierikzee werd ge
speeld, waar hij toen o.a. Donner ver
sloeg. Over schaken en wielrennen heeft
hij veel gepubliceerd. Zijn boek De Ren
ner is een klassieker die nog steeds her
drukt wordt en volgens velen tot een van
de beste sportboeken ooit verschenen ge
rekend mag worden. In 1972 schreef hij
een boek over het schaakfenomeen Fi
scher. Op schaakgebied is hij al hij jaren
lang de belangrijkste verzamelaar van cu
riositeiten ter wereld. Hij schreef er drie
boeken over, Schaakkuriosa, Nieuwe
Schaakkuriosa en in Chess Curiosities.
Veel artikelen publiceerde hij het eerst in
het vermaarde Schaakbulletin dat van
1968 tot 1984 bestond en later in New in
Chess Magazine een internationale opvol
ger kreeg. Ook was hij medewerker van
verschillende dagbladen zoals o.a. het Al
gemeen Dagblad, maar ook van buiten
landse tijdschriften. Zijn website is een
goudmijn voor de ware schaakliefhebber.
Wat is een schaakcuriositeit? In 1883 werd
in Neurenberg de volgende partij ge
speeld: i.e4 e6 2.d4 d5 3.exd5 exds 4-Pf}
Pf6 5-Ld3 Ld6 6.0-0 0-0 7-C3 c6 8.Lg5 Lg4
9.Pbd2 Pbd7 10.DC2 DC7 n.Tfei Tfe8
12.I13 Lxfj l3.Pxfj h6 i4.Lxf6 Pxf6 15-Ph4
Txei+ i6.Txei Te8 17-Txe8+ Pxe8 i8.Pfs
Lf8 i9.De2 Pd6 20.Pxd6 Dxd6 2i.De8
De7 22.Dxe7 Lxe7 23.U5 Lg5 24.LC8 Lei
25.I.xb7 Lxb2 26.LXC6 Lxc3 27.Lxd5 Lxd4
Remise. Een saaiere partij is er niet. Waar
om is de partij zo bijzonder, dat hij 100
jaar later nog eens in een boek vermeld
wordt? Wel, de witspeler heette Weiss en
de zwartspeler Schwarz! Voor dergelijke
toevalligheden heeft Krabbé een fijne
neus. Maar dat is slechts een klein onder
deel van zijn werk. Veel belangrijker is
zijn zoektocht naar fantastische partijen,
problemen en eindspelstudies. Steeds
staat de schoonheid voorop. Dat hij daar
bij soms wegen bewandelt die de door
sneeschaker het liefst vermijdt, neemt hij
op de koop toe. In Nieuwe Schaakkuriosa
uit 1977 nam hij zo'n onderwerp bij de
kop, de dolle toren. Het was de eerste
keer dat dit zeer ingewikkelde onderwerp
zo uitvoerig beschreven werd. Niet zo
lang geleden moest Krabbé op zijn websi
te echter toegeven dat hij er nog weinig
van begreep. Het schaakspel is te ingewik
keld, ook voor hem. De volgende myste
rieuze eindspelstudie van Krabbé uit 1976
toont een glimp van genialiteit. Wit: Kei,
Pgi, Lg2, TC7, pionnen op t>3, e3, f3,I17.
Zwart: Kh8, Ta8, pion h2.
Zie diagram
Wit speelt en wint. i.Pe2 hiD+ 2.Lxhi
Tai+ 3.KC2 Tci+ 4.KÜ3 Tdi+ 5-Ke4 Td4+
6.Ke5 Td5+ 7-Ke6 Td6+ 8.Kf7 Tf6+ 9-Ke8
Tf8+ io.Ke7 Te8+ n.Kd6 Te6+ 12.KC5
Te5+ 13.KC4 Te4+ 14.KC3 Txe3+ 15-Kd4
Td3+ 16.KC5 Td5+ i7.Kb4Tb5+ 18.KC4
Tb4+ 19-Kd3 Td4+ 20.KC2 Td2+ 2i.Kbi
Tb2+ 22.KCI Tbi+ 23.Kd2 Tdi+ 24-Ke3
Td3+ 25.KT2 Txf3+ 26.Kei Tfi+ 27-Kd2
Tdi+ 28.Kc3Td3+ 29.KC4TC3+ 30.Kd5
Td3+ 31KC6 Td6+ 32.Kb5 Tb6+ 33 KC5
Tb5+ 34-Kd6 Td5+ 35-Ke7 Te5+ 36.Kd7
Krabbé: „En nu zou na 36... Tds+ het tragi
sche karakter van de dolle toren ten volle
blijken, door 37.Lxd5 wordt hij dan te
rechtgesteld met een geweer waarvan hij
de loop zelfheeft moeten schoonpoet-
sen." De gegeven oplossing laat natuurlijk
maar de hoofdvariant zien. Er zijn vele
vertakkingen en zijvarianten.
1
■n
fftfl
«wil
4
Hü
BRIDGE
Ruud van den
Vorig weekend werd in Utrecht om
het Nederlands kampioenschap
mixed paren gespeeld. Zaterdag na
men 111 paren deel aan de halve fi
nale en daarvan plaatsten zich 60 paren
voor de finale op zondag. Winnaars wer
den Machteld Giesbers met Remco Brüg-
gemann uit Utrecht en die mogen zich
een jaar lang Mixed parenkampioen van
Nederland noemen.
Het valt bij dit soort wedstrijden op dat er
veel gelegenheidsparen zijn. De meesten
spelen nooit samen. En nog meer valt het
op, dat bij die gelegenheidsparen sommi
ge partners een andere vriendschap slui
ten. Bij de vaste paren die aan dit kam
pioenschap deelnemen zijn er enkele
waarvan je na afloop gaat twijfelen of de
relatie nog lang stand zal houden.
Het zijn parenwedstrijden en om hoog te
eindigen, ben je deels afhankelijk van de
cadeautjes die je krijgt.
Een vrouwelijke bridger met wat minder
ervaring is de Rotterdamse Mieneke Vlieg-
enthart. Ze liet in dit spel zien dat op het
bieden misschien een aanmerking zou
kunnen zijn. Maar het afspel was zonder
meer goed.
Ze opende de zuidhand met iSA ondanks
dat ze daarvoor geen ideale verdeling had.
Na pas van west bood noord 2Ha (trans
fer) en toen oost ook paste, bood ze 3Sch.
Noord was niet te lui te verhogen naar
4Sch en dat werd het contract.
Dat lijkt zelfs met open kaarten geen een
voudig contract. Er waren drie azen bui
tenboord. In schoppen en ruiten dreigen
elk één slag verloren te gaan. En in klave
ren zal het moeilijk zijn het verlies tot één
slag te beperken.
West kwam uit met hartenvrouw die via
de twee en de vier met het aas in zuid ge
nomen werd. Nu volgde eerst schoppen
heer. Na de zes en de twee werd in oost
met het aas genomen. Hartenzes ging via
de acht en de boer naar de heer van de
dummy.
Toen schoppenvier naar de boer ging, wa
ren de troeven getrokken. Maar het kar
wei was nog lang niet geklaard.
Ruitenzeven werd in west gedoken en in
de dummy genomen met de vrouw. De
laatste harten van de dummy werd in
zuid getroefd en nu legde ze ruitenheer
op tafel.
West moest wel nemen omdat in de dum
my nog één ruitentje lag. Deze kaarten
waren nog over:
Noord: Sch: 985 KI: H83
Oost: Ha: 10 Rui: B98 KI: 64
Zuid: Sch: V KI: V10752
West: Ha: 5 Rui: 106 KI: AB9
Maar west ging nu lang nadenken. Hij
wist dat harten spelen in de dubbele re
nonce zou zijn. In noord zou een klaveren
worden afgegooid en zuid zou troeven.
Dat zou betekenen dat OW niet meer dan
een klaverenslag zou maken.
Klaveren spelen was riskant. Weliswaar
was hem niet bekend waar klaveren
vrouw zou zitten, maar als zuid die zou
hebben, konden OW nooit meer dan één
klaverenslag maken.
Er was een kans dat zuid nog een kleine
ruiten zou hebben en dat oost in dat geval
ruitenboer zou hebben. Daarom speelde
hij ruiten.
Nu was het voor de leider niet moeilijk
meer om slechts een klaveren te verlie
zen. In noord werd klaverendrie bijge-
speeld op ruitentien van west en in zuid
werd getroefd. Daarna legde de leider kla
verenvrouw op tafel die west met het aas
nam. De laatste slagen werden nu door de
dummy met klaverenheer en drie troeven
gemaakt.
98542
T H72
V2
#>H83
76
V VB53
v A1064
AB9
■TB A10
v 10964
U^gg B9853
A £64
HVB3
*A8
H7
V10752
Zuid gever, Oost en West kwetsbaar