Een paar momenten
met de boomleeuwerik
PZC Zaterdag 21 maart 2009 1 7
E»-n£iWltmw ff
Natuurgebied Oranjezon bij Vrouwenpolder. De boomleeuwerik houdt zich sinds een aantal jaren weer op in de duinen van noord-Walcheren.
foto Dirk-Jan Cjeltema
Soms zijn er momenten, die zo mooi en in
tens zijn, dat je ze niet alleen voor eeuwig
wilt vasthouden, maar er ook naar believen
naar terug wilt. Ze weer wilt proeven, rui
ken, ervaren, ze herbeleven. Zoals de ont
moeting met een niet-alledaagse verschij
ning, de boomleeuwerik.
Het moment of de serie momen
ten duurde uiteindelijk mis
schien maar een paar minuten,
stelden op zich niet veel voor,
maar zijn onmogelijk in woorden te vat
ten. Niettemin, een poging.
Stelt u zich voor: een duintop in het bin-
nenduin van Oranjezon, bij Vrouwenpol
der. Een geestdriftig, maar nog wat ma
ger vroeg voorjaarszonnetje. Een boter-
NATUURSTEMMEN
door Karei Leeftink
ham met oude kaas en een verrekijker.
Stilte of toch het zingen van bomen in
een nauwelijks merkbaar briesje. Of is
het het verre ruisen van de branding ach
ter het bos, voorbij de plas? Hoe dan
ook, het voelt aan als stilte, een immense
rust. Hoog in de lucht stippen, twee,
drie, vier, uiteindelijk negen. Cirkelende
buizerds zwevend op opstijgende lucht,
thermiek, drijvend en rondjes draaiend.
Roepend, zo nu en dan, vage miauwen,
wegdrijvend in de ochtendstond.
En dan plotseling een fluiten, een po
ging tot. Een breekbaar, broos lu-lu-lu-lu
(of iets wat er op lijkt), een geluid, dat
past in het open, wat desolate landschap
van duingraslanden met hier en daar
door de wind en het zout vervormde
dwergstruiken, wilgen en broodmagere
dennen. Een melancholiek, maar dan
De boomleeuwerik verblijft het liefst in een gedeeltelijk open landschap.
toch ook weer helder, vrolijk zingen,
zacht, maar vanuit de laagten tussen het
duinstruweel en voorjaarswoei hardnek
kig een weg zoekend tot aan de duintop.
Onmiskenbaar, maar toch even een aar
zeling, voordat de juiste naam gevonden
wordt: de boomleeuwerik.
Een ietwat onopvallende verschijning in
een bijna leeg landschap, op de grens
van zee en land, bos en duin. Lichtbruin
gekleurd, zoals zoveel tinten aan de bos
rand, waar de meeste bomen en struiken
nog kaal lijken. Misschien wel kaneel-
bruin met beige, gebroken wit elemen
ten, zoals de opvallende oogstreep en de
nauwelijks getekende onderbuik. Een
klein vogeltje, soms fladderend als een
vleermuis, enigszins opvallend wanneer
het mannetje zijn zangvlucht uitvoert,
waarmee hij zijn territorium afbakent.
Meestal vertrekkend vanuit een boom
top al draaiend, stijgend en ondertussen
zingend. Niet die volle hemelbestormen
de zang van zijn neef de veldleeuwerik,
maar ietwat bescheiden, droefgeestige to
nen, die passen op een dag midden
maart, wanneer het voorjaar wel wil,
maar nog niet helemaal kan. Een niet-al-
ledaagse verschijning in Zeeland, die
boomleeuwerik. Beperkt zich tot de dui
nen van Schouwen en sinds een aantal
jaren ook weer tot die van noord-Wal
cheren. Een vogel van niet geheel open,
maar ook niet geheel gesloten landschap
pen met zangposten op het zuiden en
nauwelijks of weinig begroeide stukken,
waar hij zijn voedsel - insecten - vindt.
Een vogel, die een paar-jaar blijft en dan
- als de open stukken dichtgroeien - ver
dwijnt om na een flinke storm, een bos
brand of begrazing plotseling weer op te
duiken. Een schuchtere verschijning, die
niet in woorden te vatten is. Gaat u zelf
eens kijken of luisteren, maar wel snel,
want half april is het over met de zang
en is de boomleeuwerik een mooie her
innering geworden, die pas het jaar daar
op weer verschijnt...zodat u zou willen
dat het weer gisteren was!
POLDER
Willem-Anna
Laten we de stadhouder en
zijn vrouw maar tegelijk eren.
Dat moeten de bedijkers van
de schorren in de monding
van de stroomgeul Zwake ge
dacht hebben. Ze noemden
de nieuwe polder van ruim
290 hectare in 1756 namelijk
Willem-Anna. Naar stadhou
der Willem IV (die overigens
al in 1751 was overleden) en
zijn echtgenote prinses Anna
van Hannover, dochter van
koning George II van Groot-
Brittannië.
De polder ligt aan de Bieze-
lingse Ham, achter de Wester-
scheldedijk. Het was de laat
ste inpoldering in het ooste
lijk deel van de ooit machtige
stroomgeul Zwake. Die ont
stond tijdens een stormvloed
in 1014 en scheidde de Breede
Watering Bewesten Yerseke
van de eilanden Borssele en
Baarland. De Zwake was een
scheepvaartweg tussen Mid
delburg en Antwerpen.
Veertig jaar voor de bedij
king, in 1717, werd in de
noordoosthoek al een aanzet
gegeven voor de Willem-An-
napolder. Namelijk door het
afdammen van het dichtge
slibde haventje van Biezelin-
ge. Dat leverde een lap grond
van ongeveer vier hectare op.
Die staat nu bekend als de be
drijventerrein de Smokkel-
hoek.
In het oosten van het schorge-
bied lag een verdronken pol
der: de Simonspolder. Die
werd al in 1354 bedijkt op last
van Simon van Bruëlis en
hoorde tot het ambacht Vla-
ke. Het ondergelopen land
werd in 1756 weer herwon
nen en opgenomen in de Wil
lem-Anna. De naam Simons-
hoek verwijst er nog naar.
De zeewering van de nieuwe
polder had veel te verduren
van dijk- en oevervallen. Daar
om viel de Willem-Anna van
1808 tot 1978 onder de Wet
op de calamiteuze polders. In
de polder ligt nu een zuive
ringsinstallatie van water
schap Zeeuwse Eilanden en
een groot kassencomplex. De
polder is tot ver in de omtrek
meteen te traceren door de
aanwezigheid van grote wind
molens.
Rinus Antonisse