spectrum
Openbaar vervoer
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
lichtschip
Marjan
Berk
PZC
Zaterdag 14 maart 2009
In de boekenweek is het bingo wat betreft het
bereizen van stad en land. Nu maak ik op het
ogenblik zoveel mogelijk gebruik van het
openbaar vervoer: de trein! Op en neer naar
Assen met de intercity, dat is gewoon heerlijk. Ik
zie de vaderlandse landschappen na al dat miezeri
ge februariweer eindelijk een beetje ontluiken, het
groene waas over de bomen fantaseer ik er voor
mijn eigen plezier maar vast bij. Het 's avonds te
rugreizen levert merkwaardige momenten op. Zo
trof ik bij de terugreis uit Dordrecht een intens ver
drietige junk. Hij nam aan de andere kant van de
coupé plaats en begon zachtjes in zichzelf te mur
melen. Het murmelen zwol tussen Zwijndrecht
en Barendrecht aan en nu verstond ik zijn bood
schap: „O, o, o, wie kan mij helpen?" Tegenover
mij zat een heer van stand. Wij bogen ons beiden
voorover naar de schriele junk en vroegen: „Waar
mee kunnen wij U helpen?"
De junk klaarde op, zijn gezicht vertoonde hoop
volle trekjes. „Ik heb geen geld voor een slaap
plaats bij het Leger des Heils", openbaarde hij zijn
zorg. De heer van stand vroeg: „Hoeveel heb je no
dig?"
„Vier euro. En drievijftig voor de bus."
De heer van stand en ik trokken gelijktijdig onze
knip en fourneerden het bedrag, goedhartig wil
den we niet op ons geweten hebben dat deze man
de nacht in de buitenlucht zou moeten doorbren
gen. Helaas kwam de conducteur onze actie versto
ren door onze kaartjes te willen knippen. De junk
had geen kaartje, waarop de conducteur hem
maande in Schiedam dan maar uit te stappen. Te
vreden met zijn slaapcentjes stapte de junk uit,
waarschijnlijk om de volgende trein weer te be
klimmen om Den Haag, zijn einddoel, te bereiken.
In Schiedam kwam een ander interessant persoon
zijn lege plek bezetten. Een zuchtende jonge man,
die zojuist klaar was met zijn dagtaak: het bewa
ken van een ROC.
,Je wilt niet weten wat daar allemaal iedere dag ge
beurt!", riep hij spontaan. Hij had kennelijk grote
behoefte zijn zorgen over zijn dagtaak met ons te
delen. „Vandaag reed er zo'n knul met zijn scooter
door de aula! En er zitten ook kogelgaten in de
muur!" Onder de indruk van zijn verhaal reisden
wij zwijgend verder. Bij Leiden raakte de intercity
geheel leeg, ik bleef peinzend achter.
Dan was daar het boekenbal, mijn favoriete jaar
lijkse uitje. Samen met Kees Holierhoek, voorzit
ter van auteursrechtenorganisatie LIRA, bezocht
ik het beestenbal. Het voorprogramma was muzi
kaal van grote kwaliteit, iets wat je niet ieder jaar
kunt melden.
Het Zapp String Quartet speelde in een jolig arran
gement van het Carnaval des Animaux van
Saint-Saens, waarbij achter hen werkelijk magnifie
ke, tekeningen van Ella Nitters werden geprojec
teerd. De teksten van Gerrit Komrij werden gele
zen door De Ark, te weten heer van Muiswinkel
en een niet in mijn programmaboekje vermelde
als vlinder vermomde blondine. Dit alles was ver
maak van allure.
Daar ik uitsluitend nog 's nachts bij volle maan
dansimprovisaties in nachtpon ten beste geef
kwam er van dansen op het bal niet veel. Maar
waarom ik dat boekenbal zo graag bezoek is, dat ik
alle oude vrienden en kennissen weer eens aan
het hart kan drukken. Zoals de grappige columnis
te Sylvia Witteman van het Volkskrant Magazine
die met een verse jetlag uit Washington kwam
aangevlogen! Vlug haar nieuwe bundel lezen!