Sport jl 4 A a A 4 E3 El tjöjl 11 fl 11 sfe Et PZC Zaterdag 7 maart 2009 47 DAMMEN DaafKasse Arie van de Weteringh had dit jaar een belangrijk aandeel in de drie overwinningen van PWG 's-Gra- venpolder. In de wedstrijd tegen Amsterdam 8o zorgde hij voor een huza renstukje door tienvoudig wereldkampi oen Aleksej Tsjizjov op remise te houden en in de met 11-9 gewonnen wedstrijd te gen Dammers uit Oost liet hij een van de twee broodnodige winstpartijen aanteke nen. Afgelopen zaterdag bewees de topscorer van PWG opnieuw zijn enorme waarde voor het team. Hij zal tijdens zijn partij te gen Tanja Chub ongetwijfeld gedacht heb ben aan zijn verliespartij tegen Guntis Val- neris, die ik twee weken geleden in deze kolommen besprak. Tegen de Nederlandse kampioene kwam er immers een vergelijk baar speltype op het bord. Met groot machtsvertoon liet hij zijn voormalige clubgenote alle hoeken van het bord zien. Arie van de Weteringh-Tanja Chub: 1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.34-29 7-12 4.40-3419-23 5.28x19 14x23 6.32-28 23x32 7.38x271-7 8.45-40 13-19 9-42-38 19-23 10.35-30 9-1311.30-2410-1412.31-26 22x31 13.26x37 3-9 14.37-32 5-10 i5:4i-3716-21 16.46-41 21-26 17.48-4217-2218.33-28 22x33 19.39x19 14x23 20.43-39 20-25 21.38-33 15-20 22.24x15 25-30 23.34x25 23x45 24.42-38 11-17 25-47-42 6-1126.49-43 10-14 27.36-3117-22 28.41-36 12-17 29.33-28! De be heersing van het centrum is belangrijk in dit speltype. Daarnaast is het voor wit van levensbelang dat hij de rechterkant van het bord onder controle houdt. 22x33 30.39x28 17-21 31.43-39 11-16 32.31-27 13-19 33-39-34! Zo verhindert wit 19-24 door 38-33 24-30 34-29 30-35 44-40 45x23 28x10 met winst. 8-13 34.38-33! Veld 24 is nu defi nitief taboe voor zwart. 18-22 35.27x18! Door met schijf 27 te slaan kan wit straks de achtergebleven schijf op veld 36 in het spel brengen. 13x22 36.28x17 21x12 37.42-38 16-2138.36-31! 9-13 39.44-39 Niet te snel 31-27 wegens 14-20 25x23 13-18 27x16 18x49. 7-11 40.31-27 11-16 Zie diagram. 41.34-29! Wit speelt het ijzersterk. Aantrek kelijk lijkt ook 33-28, maar na 19-24! heeft wit ineens een probleem. Na 39-33 24-30! heeft hij geen tempo om te laten slaan en op 38-33 kan zwart combineren met 4-10 15x4 24-29 4x1 29x38 32x43 21x41 etc. 12-18 42.29-2419x30 43.25x34 2-7 44.33-28 7-11 45-38-33 11-17 46-34-30 17-22 47.28x17 21x12 48.33-28 13-19 Met 14-19 kan zwart op een remisecombinatie spelen. Dan moet wit overigens wel een beetje meehelpen: 39-34 18-23 30-25 12-17 25-20? (34-30 is aangewe zen) 16-21! 27x16 4-10 15x417-21 4x29 19-24 16x27 24x42. 49.39-34! De sterkste zet, al kan 39-33 hier ook. Wit moet dan na 12-17 niet 33-29 spelen (16-21! 27x16 18-22) maar 37-31 26x37 32x4118-23 15-10! 23x2110-5 4-10 33-29! met een vrijwel gewonnen stel ling. 18-23 50.30-25 12-18 51.34-30 4-9 52.30-2419x30 53.28x10 30-34 54.10-5 34-39 55-5-28 39-44 Na 39"43 15-10 9-14 10x19 43-49 heeft zwart al even weinig kans op een punt als na de tekstzet. 56.50x39 45-50 57.28-33 9-14 Vrijwel ge dwongen. Op 18-23 speelt wit niet 27-22 wegens 23-29! 33x3 50x17! 3x2116x38, maar 33-24 50x20 25x3 met winst, en op 50-45 is 37-31 26x28 33x4 afdoende. 58.33-20! Deze actie kost een schijf) maar de witspeler heeft berekend dat het eindspel geen pro blemen meer zal geven. 50x48 59.20x36 48-34 60.15-10 34-12 61.10-5 12-34 62.32-28 34-12 63.5-10 Nog sneller wint 36-18! 12x46 25-20, maar de winst komt niet meer in ge vaar. 12-34 64.10-15 34-12 65.15-47 12-34 66.25-20 34-48 67.47-41 48-43 68.28-23 43-39 69.23-19 39-43 70.19-14 43-39 71.41-46 39-6 72.20-15 6-50 73.15-10 50-45 en zwart gaf het op. De beste manier om de theorie van de openingen onder de knie te krijgen is om het repertoire van een bewonderde speler te be studeren en zelf toe te passen. Dat kan echter ook tot grote teleurstellingen lei den; imiteren is verre van gemakkelijk. En spelen zoals je grote voorbeeld met dezelf de kracht en elegantie is bijna onmogelijk. Dat merk je pas als je de wijze lessen waarvan je denkt, dat je die tot in je ve zels in je opgenomen hebt, gaat toepassen in partijen met zeer sterke spelers. Dan blijkt, dat al het geleerde zo met een zuchtje wind het venster uitwaait. De stel ling op het bord is niet zoals je die in ge dachten had, de stukken staan op andere plaatsen, de subtiliteiten zijn net wat an ders en het resultaat is een ijskoude douche, een smadelijke nederlaag! Dan pas realiseer je je, dat je nooit en te nim mer in staat zult zijn te spelen zoals die gi gant, je grote voorbeeld. Wie denkt door na te apen een Petrosjan of Kasparov te kunnen worden, zal van een koude ker mis thuiskomen. Het beste is om een ope ningshoek te bestuderen en er van te ge nieten als ware het een gewoon schaak boek. Je pikt er de lekkere hapjes uit en probeert sommige varianten en grappen in de praktijk toe te passen. Voor de ge middelde clubspeler die gewoon lekker wil spelen, is het geen slecht idee om een ongewone of zelfs bizarre openingszet te proberen. Bijvoorbeeld i.b3, de Lar- sen-Nimzowitsch opening. Maar i.b3 is toch een achterlijke openingszet? Er zijn hele volksstammen, die dat denken. Hun meest begrijpelijke contra-attaque is dat je meteen het voordeel van de voorzet weg geeft. Daar is weinig tegenin te brengen. Maar is dat ook erg? Bij New in Chess is een boek met de dwingende titel 'Play i.b3!' verschenen. De schrijver Ilja Odess- ky is tot nu toe een onbekende naam in schaakboekenschrijversland. Wat mij be treft blijft dat niet zo. Het lijvige boek is met zulk een vuur, deskundigheid en en thousiasme geschreven, biedt zulk een goudmijn aan interessante en in veel ge vallen vrijwel onbekende varianten met bijzonder strategische en tactische moge lijkheden, dat het moeilijk is niet door hem meegesleept te worden. Maar pas op! Een goed openingshoek laat ook de zwak ke kanten zien van het object van studie. Deze schrijver doet het soms op hartvero- verende wijze. Misschien is i.b3 niet zo goed, geeft hij toe, maar het is zo ontzet tend leuk om te spelen! Bijvoorbeeld het Litus-gambiet: i.b3 d5 2.Lb2 Lg4 3X3 LI15 4.e4 dxe4 5.De2 exf3?? 6.Db5+ c6 7-Dxh5Ü Uit! Dit soort bizarre openingen is bijzonder geschikt voor vluggertjes en internetschaakü Natuurlijk is 1X3 ook een serieuze opening. Een veel geroemde par tij van een beroemd schaker: B. Larsen - L. Kavalek, Lugano 1970. 1X3 C5 2.Lb2 Pc6 3.C4 es 4.g3 d6 5-Lg2 Pge7 6.e3 g6 7.Pe2 Lg7 8.Pbc3 0-0 9X3 Le6 ïo.Pds Dd7 11X4 f5 i2.Dd2 Tae8 13X5 b5 I4.hxg6 hxg6 15-Pec3 bxc4 i6.dxc4 e4 17.0-0-0 Pe5 i8.Pf4 Td8 19-Kbi zie diagram 19... LI7 20.g4Ü Pxg4 21X3! exfj 22.Lxf3 Pes 23.Dh2 Lxc4 24XXC4 Pxf3 25.Dh7+ Kf7 26.Pcd5 Tg8 27.Pxe7 Tb8 28.Kai Dxe7 29.Dxg6+ KfX 30.Pe6+ Dxe6 3i.Lxg7+ü Ke7 32.Lf8+ TbxfS 33.Th7+ 1-0 Odessky toont overtuigend aan, dat zwart in de diagramstelling fraai had kunnen winnen met 19... LXC4! 20.bxc4 Pxc4 2i.De2 Pxb2 22.Kxb2 Da4! 23.Dd2 Tb8+ 24,Kai Tb3! B.v.: 25.Pd5 Txc3 26.PXC3 Dc4 27.TCI Pd5Ü enz. De ontluistering van een meesterwerk? Een pijnlijke ontdekking. <±Ur i. WRBÊ k h 1 BMBHH A WT1 '\i BRIDGE Ruud van den Bergh Het is altijd weer leuk herinnerd te worden aan vroeger toen bridge nog een gewoon huiskamerspel was. Daarvoor was genoeg tijd want TV was er nog niet of stond in de kinderschoenen. We vermaakten ons toen met bridge op een heel andere manier dan nu. En een van die manieren was het zelf maken van bridgepuzzeltjes die je je vrien den dan liet oplossen. Een dezer dagen zag weer zo een zelf ge maakt puzzeltje het daglicht. Het ging om dit spel: Noord: Sch: HVB105 Ha: 96 Rui: A10964 KI: V Oost: Sch: Ha: A875 Rui: 8752 KI: A7542 Zuid: Sch: A Ha: HB42 Rui: VB Kl: B109863 West: Sch: 9876432 Ha: V103 Rui: H3 Kl: H Zuid speelt en maakt 3SA waartegen-west uitkomt met ruitenheer. Bij het uitleggen van het spel zal de aardigheid van een zelf gemaakt puzzeltje blijken. Maar terug naar het hedendaagse bridge. De competities in meesterklasse en eerste divisie zitten er op. Maar in de tweede divi sie wordt nog volop gespeeld. In een vier- tallenwedstrijd van clubs uit Dordrecht en Breda was dit spel gedeeld: (zie diagram) Het bieden was aan beide tafels gelijk. Zuid opende met iSA, west paste en noord bood 2KI. Zuid bood 2Ha en noord legde aan in 4Ha. OW deed niet mee in het bieden. Aan beide tafels werd uitgeko men met klaverenvrouw en we moeten aannemen dat beide zuidspelers zagen dat er drie vaste verliezers waren als de uit staande troeven 3-2 verdeeld zouden zijn; één klaverenverliezer en twee ruitenverlie zers. Maar in schoppen zou een snit nodig zijn. Die zou naar twee kanten kunnen worden genomen. Omdat OW niets had geboden was er geen enkele aanwijzing hoe die snit te nemen. Aan de ene tafel nam zuid de snit met schoppenboer en die slag verloor aan de vrouw van oost. Re sultaat aan die tafel op dit spel: één down. De zuidspeler aan de andere tafel pakte het anders aan. De uitkomst werd in noord met de heer genomen en harten vrouw werd gespeeld. Een kleine harten ging naar het aas en ook hartenheer werd verzilverd. De troeven bleken 3-2 te zitten dus die hobbel was genomen. Nu speelde zuid ruitentwee naar de vrouw van de dummy en toonde geen haast een eventuele schoppensnit te ne men zoals aan de andere tafel wel gebeur de. Oost nam die slag met het aas en speel de klaveren; dat was immers de kleur waar mee haar partner was begonnen. Zuid nam die klaveren met het aas en in casseerde ruitenheer. Daarna speelde hij ruiten na. West nam met de boer en maakte nog een slag met klaverenboer. OW had nu drie sla gen binnen en met west aan slag was dit de situatie: Noord: Sch: AB2 Ha: 5 Oost: Sch: V964 Zuid: Sch: H103 Ha: 8 West: Sch: 875 Kl: 10 Knap gespeeld van zuid want het doet er niet toe wat west nu zou naspelen. Als dat klaveren zou zijn geweest, had hij in de dubbele renonce moeten spelen. Dan zou er geen schoppenverliezer meer zijn. West begreep dat en hoopte dat met het naspe len van schoppenacht er nog een slagje voor OW in zat; tevergeefs. Zuid wist nog niet dat aan de andere tafel 4Ha down was gegaan toen hij zei dat hij de slagen die hij toch moest verliezen eerst had weggeven alvorens een schoppensnit te nemen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 49