ii spectrum
'Ze zijn jong en
hebben al een
behoorlijk strafblad'
PZC
Zaterdag 7 maart 2009
Recreatie voor de 'bewoners' van het jeugdpsychiatrisch centrum: tafeltennis.
dat zulke jongens überhaupt in de gevange
nis belanden, gelooft hij. „Denk aan een le
raar, een oom of iemand in de wijk bijvoor
beeld. Is die er niet, dan zit je later vaak
met de gebakken peren."
Een sluitend schoolsysteem is voor deze
kwetsbare groep volgens hem eveneens
van het grootste belang. „Als ze spijbelen
en hun vertier op straat zoeken, gaat het
mis."
De huidige overgang v'an de basis- naar de
middelbare school komt voor deze snel te
beïnvloeden jongens en meisjes veel te
vroeg: „De basisschool is beschermend,
maar op de middelbare school wordt meer
zelfstandigheid verwacht. Dat kan deze
groep helemaal niet aan." Het is juist bij de
schoolovergang dat het misgaat, zegt Lode-
wijks.
Nog altijd kan hij ervan schrikken als hij
een criminele lvg-jongere hoort praten
over het delict. „Hun denkpatroon is ver
stoord." Een jongen legde hem onlangs uit
waarom hij een wildvreemde man had
neergestoken. „Hij zou iets gaan stelen,
brak in en kwam toen de bewoner tegen.
Daar stond die man, toen moest ik hem
wel neersteken, zei hij. Alleen maar omdat
die man in de weg stond.""
„Zo'n jongen lijkt gelijk een koele kikker",
reageert klinisch ontwikkelingspsychologe
Annematt Collot d'Escury van de Universi
teit van Amsterdam, „maar hij heeft mis
schien écht de verstandelijke vermogens
niet om op zo'n moment tot een andere
oplossing te komen." Zij doet onderzoek
naar de factoren die het risico op crimineel
gedrag bij verstandelijk gehandicapten ver
groten of juist verkleinen.
Een goed netwerk van familie en vrienden
dat helpt en bijstuurt, is volgens haar cru
ciaal. „Bij licht verstandelijk gehandicapten
moet je veel energie steken in dit netwerk,
juist omdat ze dat niet zelf goed kunnen
opbouwen. Ze zijn kwetsbaar op alle fron
ten."
In 50 tot 70 procent van de gevallen zijn
de ouders namelijk ook niet slim. De ach
terstand die het kind oploopt, wordt daar
door alleen maar groter: „De wereld draait
door, maar gaat veel te snel voor hen om
het op te pakken."
Ze moeten op hun tenen lopen, begrijpen
anderen niet en worden dan agressief, ziet
ook Rob Schuddemat, directeur van de
William Schrikker Jeugdreclassering. „Het
gaat eigenlijk om een groep kleine kinde
ren die heel verdrietig zijn en altijd hulp
nodig hebben. Geen enkele tegenslag kun
nen ze zelf oplossen."
Licht verstandelijk gehandicapten komen
al van jongs af aan niet mee. Het zijn de
kinderen die bij het tikkertje spelen als eni
gen blijven staan en dan gelijk af zijn, legt
Collot d'Escury uit. „Ze hebben te laat
door welk spelletje er wordt gespeeld. Het
zijn de sulletjes die op den duur niet meer
mee worden gevraagd. Dus als later ie
mand zegt 'ga je mee een kraakje zetten',
zeggen ze meteen ja. Ook al weten ze niet
eens wat een kraakje zetten is."
Peter van Beelen vindt net als Collot d'Es
cury dat het huidige strafrechtsysteem niet
goed is toegesneden op deze doelgroep.
„Absoluut niet zelfs." Bij de politie wordt
hun beperkte verstand vaak niet herkend.
Van Beelen: „Je ziet het ook niet. Ze zijn
streetwise en hebben geleerd hun zwaktes
te verbloemen." Maar geregeld gaat het tij
dens het verhoor dan fout, is zijn ervaring.
„Ze klappen door en bekennen feiten die
ze niet hebben gepleegd. Of raken gefrus
treerd en zoeken ruzie."
Maar ook bij heel simpele dingen, zoals op
tijd komen voor een afspraak, gaat het
soms mis. „Een jongen moest zich melden
voor zijn taakstraf, maar zat twee uur te
wachten voor het verkeerde loket. Hij durf
de niet te vragen waar hij moest zijn. Ver
volgens moest hij weer voor de rechter ver
schijnen omdat hij niet was komen opda
gen. En patsboem, terug naar de gevange
nis."
De politie erkent het probleem. Sommige
korpsen proberen nu actief deze proble
men voor te zijn. Zo hebben ze bij de poli
tie Zaanstreek-Waterland speciale jeugdre-
chercheurs en een orthopedagoog, Robert
Buis.
„Bij de politie heerst een andere cultuur
dan in de jeugdhulpverlening", vertelt
Buis. „Ik ben er ook niet voor dat de poli
tie gaat zorgen, maar het verhoren van de
ze jongeren vraagt een speciale deskundig
heid. Landelijk heeft de politie duidelijke
afspraken met de jeugdhulpverlening over
het doorverwijzen."
In zijn korps schakelen gewone dienders
de hulp in van de jeugdrechercheurs als ze
nattigheid voelen. „De jeugdrechercheurs
kunnen het niveau van zo'n jongere feil
loos inschatten en passen hun verhoor
daar op aan. Met rustig praten en het juiste
taalgebruik kom je een heel eind."
Maartens justitiële weg loopt bijna op zijn
eind. In het Palmhuis heeft hij geleerd wat
zijn valkuilen zijn. Doelloos op straat lo
pen doet hij niet meer en hij laat zich niet
door anderen tot agressief gedrag verlei
den. „Ik ben net ook niet uit mijn vel ge
sprongen", zegt hij trots. „Dat zou ik vroe
ger wel hebben gedaan, hè Jaap?"
De namen van de jongeren zijn om privacyre-
denen gefingeerd.
reageren?
spectrum@wegener.nl