spectrum
De wereld als een
IO
Ze zien er stoer uit, plegen gruwelijke misdrijven,
maar hebben het intellect van een klein kind.
Voor de groeiende groep criminele licht
verstandelijk gehandicapten is de gewone wereld
een jungle.
PZC
Zaterdag 7 maart 2009
Maatschappelijk WÊÊÈÊÊÊÊÊk
werker Regy Priester
spreekt een groepje
criminele licht
verstandelijk
gehandicapten toe.
door Floor Ligtvoet foto's David van Dam/GPD
jungle
Hij heeft al eens in de
krant gestaan, glundert
Maarten (16). „Toen ik 13
was. Met een gewelddadi
ge fietsroof. Ze schreven
dat ik niet kon naden
ken, blind was van woede en toen iemand
van zijn fiets heb getrokken."
Vragend, maar met een lach op zijn lip
pen, kijkt hij naar zijn leeftijdsgenootjes.
Vinden de anderen deze anekdote ook zo
grappig? Het blijft stil. Pas als iemand zegt
dat het niet fraai is zo in de krant te ko
men, betrekt ook Maartens gezicht. Zo had
hij het nog niet bekeken.
Maarten is impulsief, heeft een laag IQ.en
snapt de wereld en anderen daardoor niet.
Soms slaat hij er gefrustreerd op los. Zijn
straf in de jeugdgevangenis zit er op. Maar
de rechter vertrouwt hem nog niet. Hij is
daarom naar het Palmhuis gestuurd, waar
een speciale afdeling is voor criminele licht
verstandelijk gehandicapten. Dit is een on
derdeel van het Haags jeugdpsychiatrisch
centrum De Jutters. „Nu zit ik hier tussen
de criminelen", verzucht Maarten. Zelf ziet
hij zich niet zo.
Maarten is een beer van een vent en een
van de vele jonge, licht verstandelijk ge
handicapten die met justitie in aanraking
komen. Hoeveel dat er precies zijn, is on
duidelijk. Politie en justitie houden er geen
betrouwbare cijfers van bij. Op zwakbe
gaafdheid of een licht verstandelijke handi
cap (lvg) wordt niet getest en het valt ook
niet van de pubergezichten af te lezen. Pas
bij ernstig probleemgedrag, als jeugd-tbs
wordt overwogen, volgt psychisch onder
zoek, inclusief een IQ_-test.
Er zijn wél indicaties dat de groep crimine
le verstandelijk gehandicapten groeiende
is. De William Schrikker Jeugdreclassering,
gespecialiseerd in deze groep criminelen,
zag hun aantal binnen enkele jaren bijna
verdubbelen naar 1.500.
Ook alle achttien plekken in het Palmhuis
zijn bezet, vertelt Peter van Beelen, mana
ger behandelzaken. De intensieve dagbe
handeling zit er vol met 'heel beschadigde
kinderen' die een denkniveau hebben van
een 10-jarige (of jonger). Ze komen vaak
uit probleemgezinnen. „Ze zijn jong en
hebben al een behoorlijk strafblad. Laatst
had ik hier een jong meisje dat een jongen
had neergestoken."
In 19 procent van de gevallen worden de
delicten in groepsverband gepleegd, zegt
Van Beelen. „En je treft veel geweldsdelic
ten aan."
Criminele jongeren met een IQ_onder de
70 hebben een andere aanpak nodig:
„Goed gedrag moet bij hen inslijten. Dat
lukt hen niet met een uurtje therapie per
week. Therapeuten moeten ook anders
communiceren, anders snappen ze er geen
snars van."
Niet voor niets weigeren psychiatrische kli
nieken vaak hen te behandelen, ondanks
hun bijkomende ADHD, hechtingsproble
men, autisme of depressie. Hun IQ_is sim
pelweg te laag voor de behandeling om
aan te slaan.
Van Beelen vergelijkt hun zwakke begaafd
heid met slechte ogen. „Dan zie je alles
vaag en, ook al doe je je uiterste best,
scherp wordt het zonder bril nooit. Dat
maakt onzeker. Je ziet niet of mensen boos
zijn of juist blij. Deze jongeren interprete
ren door hun beperkte denkvermogen so
ciale interacties ook niet goed. Een grapje
is net te abstract voor ze. Ze lachen maar
wat mee, maar weten niet of ze nu wor
den uitgelachen of niet."
Vandaag is er een nieuwe jongen op de
groep, Arnaldo. Hij is groot, donker en
lijkt zo uit een hiphopvideo te zijn wegge
lopen. Deels kaalgeschoren, de rest in een
matje. Zijn aanwezigheid maakt Maarten
zenuwachtig. Die blaast daarom zijn borst
extra op en kijkt stuurs. Ondertussen ratelt
hij over zijn zusje 'die klappen verdient'
en lastige konijntjes die 'in brand gestoken
moeten worden'.
Arnaldo is niet onder de indruk, doet braaf
wat hem verteld wordt en komt pas los tij
dens de lunch, als andere jongens opnoe
men in welke gevangenissen ze hebben ge
zeten. „Teylingereind", roept Arnaldo
plots enthousiast. „Dat was pas paradijs."
Ze kennen elkaar vaak al van elders, ver
telt begeleider Jaap. „Het is een kleine we
reld."
Aan tafel tijdens de lunch ontspint zich
een spel van uitdagen en provoceren. Af
en toe wordt het geklier iemand te veel.
Die geeft dan een grote bek en stormt
woest de ruimte uit. „Is dit nu handig?",
vraagt Jaap pedagogisch als een jongen op
ontploffen staat. „Laat je niet opjutten."
Rico, een Hindoestaanse jongen met een
gouden tand, heeft zich dit weekeinde keu
rig aan de regels gehouden, zegt hij. Toch
weigert hij de verplichte drugsplastest.
„Mijn piemel doet het niet."
Later, op weg naar de sportzaal vertelt Ri
co op een iets te harde fluistertoon dat hij
het hele weekeinde heeft geblowd. „Daar
om doe ik die test niet. Ik ben slim." Zijn
begeleider loopt vlak achter hem.
Het is belangrijk om bij jongens als Rico,
Arnaldo en Maarten vroegtijdig op te mer
ken dat ze zwakbegaafd (IQ.71-85) of licht
verstandelijk gehandicapt (IQ.55-70) zijn,
vindt Henny Lodewijks, directeur behan
deling bij de justitiële jeugdinrichting
Rentray in Rekken en Lelystad. „Het liefst
al op de peuterspeelzaal."
Met goede begeleiding kun je voorkomen