9 ■mg 40 Zaterdag 28 februari 2009 PZC DAMMEN Vorige week besprak ik de partij tus sen Guntis Valneris en Arie van de Weteringh uit de wedstrijd tus sen VBI en PWG 's-Gravenpolder. Na de 65ste zet van zwart was de volgen de positie ontstaan: wit: dam op 48, schijven op 7, 25,26 en 47; zwart: dam op 50, schijven op 24,27 en 36. Valneris speelde met wit 66.7-1!, waarbij ik de vol gende opmerking maakte: 'Een wereldtop per als Valneris weet dat het eindspel na 7-2? 50-28! 2x35 27-3126x37 28x46 niet meer wint'. Op de vraag waarom dit eindspel niet wint kon ik met het oog op de beschikbare ruimte niet ingaan. Wel nu: dit heeft alles te maken met Scouppe! Deze Franse oorlogsveteraan ontdekte lang geleden dat in dergelijke 4-om-2 eindspelen, waarin wit twee dammen heeft, zwart de lange lijn bezet en boven dien sprake is van de oppositie zwart 36/wit 47, de vrije witte schijf niet verder opgerukt mag zijn dan veld 29. In de stand die Valneris na 7-2? etc. zou hebben bereikt kan de witte schijf 25 niet meer op veld 29 komen en is het theoretisch remi se. Ik zou niet graag de spelers de kost willen ■geven die niet weten hoe je zo'n eindspel moet winnen. Daarom in deze rubriek een bliksemcursus Scouppe. De uitgangs positie voor de winstvoering ziet u in het diagram. Op zich maakt het niet uit of de zwarte dam op veld 10,14 of 19 staat, al schreef de beroemde eindspelkenner J.F.Moser in 'Strategie der honderd vel den' dat veld 14 het sterkste strategische punt voor de zwarte dam is. Wit moet eerst een zet doen waarmee hij zwart van veld 14 verjaagt. Wit begint met 50-6! Voor 47-42? is het nog te vroeg. Zwart speelt daarop 14-3! met op 42-37 3-26! en op 50-28 3-20 28-33 20-3 etc. met herha ling van zetten. Zwart, die de lange lijn niet mag verlaten, antwoordt met 14-10. 14-19 komt ongeveer op hetzelfde neer. Nu komt 47-42!, met als belangrijkste pointe 36-41? 42-37 41x32 6-28 (ook 29-23 10x28 6x33 is goed voor winst) 11x33 32x34 45x5 met winst. Bovendien dreigt de dam- vangst met 42-37 en 6-28, zodat zwart be perkt is in zijn mogelijkheden. 10-4. Op 10-15 volgt 6-33 15-4 42-37 met winst om dat zwart op 4-9 of 4-13 zijn dam kwijt raakt door 37-31 36x27 33-22 27x18 29-23 18x29 45X4. Wit vervolgt met 42-37! 4-15. Opnieuw zijn 4-9 en 4-13 verhinderd. Nu is 29-23 volgens de eindspeldatabase van Flits goedwoor twee punten, maar wit heeft een veel snellere methode: 6-33! 15-4 33-17! De genadeklap. Behalve 4-9 en 4-13 is ook 4-15 uitgeschakeld door 17-26 met vangst van de zwarte dam. Voor de eindspelen waarin de vrije witte schijf niet meer op veld 29 kan komen heeft men in het verleden een mooie term bedacht: anti-Scouppe. Deze eindspelen zijn in theorie niet te winnen door de meerderheidspartij, maar dat wil niet zeggen dat je het niet mag proberen! Het bekendste voorbeeld dat me te bin nen schiet is een partij uit het NK van 2006 tussen Jeroen van den Akker met wit en Alexander Baljakin met zwart. Na wits 84ste zet (46-5) was deze stand be reikt: wit: dam op 5, schijf op 15; zwart: dammen op 2 en 49, schijven op 4 en 36. De schijf op 36 is te ver opgerukt om de eindspelwinst volgens Scouppe moge lijk te maken, maar zwart had toch succes met een ultieme winstpoging: 4-9! 85.15-10? Alleen met 5-28, om 9-13 te be- - antwoorden met 28-22! 49-32 22x9! (maar niet 22x4? wegens 2-19!) kan wit zijn huid redden. Op bijvoorbeeld 5-37 jaagt zwart zijn tegenstander met 9-13 van de lange lijn. 2-19! 86.10-419-46! en wit gaf het op. SCHAKEN WÊÊSÊÈÊÈÊtÊmm Cor Jansen Voor een schaker met ambitie is het belangrijk, dat hij een hecht door timmerd openingsrepertoire heeft. Hij moet op elke openings zet een goed antwoord hebben zodat hij niet in varianten verzeild raakt waar hij niet mee vertrouwd is. Het spaart tijd en zenuwen! Vooral als zwartspeler kan men er eigenlijk niet zonder. Er bestaan legio boeken waaruit men een dergelijk reper toire kan opbouwen. Zelfs kant en klare oplossingen worden te kust en te keur aangeboden. Hoewel er men er veel steun aan kan hebben, is het natuurlijk geen ga rantie voor succes. Het schaakspel is zo in gewikkeld, dat bij elke zet de verrassingen op de loer liggen. Beroemd of berucht, het hangt er van af, hoe men er tegenaan kijkt, is in dit verband De Zwarte Leeuw. Dat is een openingssyteem voor zwart, dat door amateurs uit Sliedrecht en Dord recht is ontwikkeld. Aanvankelijk werd het met grote scepsis ontvangen. Is het mogelijk, dat schakers die niet tot de top klasse behoren een deugdelijk systeem tot ontwikkeling kunnen brengen? Die vraag moet zo langzamerhand bevestigend wor den beantwoord. Van De Zwarte Leeuw is bij New in Chess de sterk verbeterde en uitgewerkt vierde druk verschenen. Een prachtig boek, een goudmijn voor de ech te liefhebber. Er zijn talloze werken van wereldberoemde schakers, die het niet ver der brengen dan een eerste druk. Vooral de vasthoudendheid en werklust van de schrijvers Leo Jansen uit Dordrecht en Jer ry van Rekom uit Sliedrecht, heeft tot het succes geleid. Wie echter denkt met hun systeem op gemakkelijke wijze successen te kunnen boeken, komt bedrogen uit. Het is voorwaar geen zacht eitje. Er moet wel degelijk flink gestudeerd worden. De schrijvers hebben hun varianten treffende namen gegeven: De Welp, de Leeuwen kuil, de Leeuwenklauw, de Schreeuw van de Leeuw, de Geeuw van de Leeuw en de Leeuwenmuil! Een leeuw lijkt vaak een beetje slaperig dier, maar pas op, hij heeft vreselijke klauwen! Dat laatste is te zien in het volgende spectaculaire fragment. i.e4 d6 2.d4 Pf6 3.PC3 Pbd7 Dit is de grondstelling van het systeem. In de mees te varianten speelt zwart e7-e5. 4-Pf3 es 5.LC4 Le7 Dit is meteen al een kritieke stelling. Kan wit op f7 offeren of niet? Moet hij misschien eerst op es slaan? 6.Lxf7+ Het offer ligt voor de hand, het leidt ook tot materieel voordeel, maar is toch enigszins dubieus. 6...Kxf7 7-Pg5+ Kg8! Een andere speelbare mogelijkheid is het spectaculaire, bizarre maar zeer ris kante 7...Kg6! 8.h4 hs 9,f4 maar dat zal toch niet naar ieders smaak zijn. 8.Pe6 De8 9.PXC7 Dg6 io.Pxa8 Wit kan afzien van het materiële voordeel, maar dan komt hij ook in het nadeel: 10.0-0 Tb8 U.f4 Pxe4 i2.P3d5 Ld8 en zwart staat be ter. io...Dxg2 li.Tfi exd4 i2.Dxd4 Pes 13.f4? Beter is 13/3 Lh3 i4.Df2 Dxfï+ i5.Dxft Lxfi i6.Kxfi Pxf3 17-Le3 Kf) 18.PC7 a6 met ongeveer gelijke stelling. i3...Pfg4! 14.Dd5+ Pf715.DC4 Lh4+ i6.Kdi Le6ü Een mokerslag. zie diagram i7.De2 Pf2+ x8.Txf2 Lxf2 I9.f5 Dgi+ 20.Kd2 Pes 2i.fxe6 Lei+ 22.Dxei Pf3+ 23.Ke2 Pxei en zwart staat nagenoeg ge wonnen. Heel anders gaat het toe in de volgende variant: i.e4 d6 2.d4 Pf6 3.PC3 es 4.dxe5 dxes s.Dxd8+ Kxd8 6.LC4 Lb4 7.f3 Ke7 8.Pge2 Dit is een totaal ander spelbeeld. Echt iets voor de verstokte posi tiespeler. In de terminologie van de schrij vers, de Geeuw van de Leeuw! Het zal dui delijk zijn, dat hier sprake is van een stel ling met gelijke kansen in een dameloos maar boeiende middenspel. a 1 B 4 SP i 4 1 \gr H 4 ms O 1 SS ■Ff lEi <4> s hhbhhhhhbhbhhhhhbbhhbbbessbbbhhhihh Eindelijk is het dan toch gelukt eni ge erkenning voor bridge te krijgen als denksport. De stad Utrecht had verschillende genomineerden voor een eretitel in de sport. Bij de mannelijke sporters had de jeugdige bridger Merijn Groenenboom een kans. Hij had natio naal en internationaal opvallende presta ties geleverd. Het werd echter de voetbal ler Afellay, die bij de uitreiking van de tro fee niet aanwezig was. Als sportploeg van het jaar van de stad Utrecht werd het bridgende viertal van BC Star gekozen. Een fijne beloning voor mensen die zich als amateur inzetten voor hun denksport. Maar ook prettig dat de stad Utrecht aan opvallende sportpres taties van hun inwoners aandacht be steedt. En dat bridge een mooi spel is, bleek weer op een doodgewone clubavond. Er wor den foutjes gemaakt en sublieme speelwij zen gevolgd. De resultaten zijn daarvan af hankelijk. Dit spel kwam op tafel: Noord opende het bieden met ïKl. Je zou verwachten dat oost met zijn twaalf pun ten en doubleton klaveren een doublet zou laten horen, maar hij paste. Zuid bood ïHa en na pas van west, bood noord iSch. Oost paste weer, waarna zuid niet weer harten bood, maar iSA. Daarna paste iedereen. Later bleek dat an dere NZ paren 2Ha hadden gespeeld op dit spel en dat enkelen dit zelfs met een overslag hadden gemaakt. Om een goede score te halen moesten er dus in het iSA contract ook overslagen worden gemaakt. West kwam uit met klaverenvijf In noord werd de vier bijgespeeld, oost legde de boer en zuid speelde klaverennegen bij. Die secce hartenboer in de dummy zal oost niet bevallen zijn en wellicht daarom speelde hij hartenvrouw na. In zuid werd met het aas genomen en nu kwam zuid niet in de verleiding harten te gaan spe len. Hij zag dat als de negen zou blijven hangen hij geen entree meer zou hebben om nog slagen in harten te kunnen ma ken. Zuid speelde ruitennegen waarop de vijf de twee en de zes werden bijgespeeld. Op ruitendrie legde west de boer, in de dum my werd de heer gelegd en oost nam met het aas. Tot nu hadden OW twee slagen. Oost ging verder met harten. Terecht dat hij dacht zijn partner daar plezier mee te doen. Zuid nam met hartenheer en uit de dum my verdween een schoppen. Zuid incas seerde ook hartentien waaronder de ne gen niet viel en uit de dummy ging nog een schoppen weg. Inmiddels kon ook met ruitentien een slag worden gemaakt door zuid en hij deed dat. Nu werd klave rendrie gespeeld. West zag dat hij de tien moest leggen om te voorkomen dat een snit met de acht zou worden genomen. Nu waren deze kaarten nog in het spel: Noord: Sch: B9 Rui: V KI: H8 Oost: Sch: HV83 Rui: 8 Zuid: Sch: 1054 Ha: 87 West: Sch: Ai Ha: 9 KI: V7 Toen uit noord ruitenvrouw werd ge speeld, moest oost bekennen en kon uit zuid een harten weg, maar werd het voor west moeilijk iets bij te spelen. Met har tennegen zou hij een slag kunnen maken en een klaveren bijspelen mocht natuur lijk niet. Hij deed daarom afstand van schoppentwee. Dat was genoeg voor zuid om nu schoppen uit de dummy te spelen waardoor west de derde slag voor OW maakte. Zijn hartennegen zorgde voor de vierde slag. Uit de dummy ging een schop pen weg. Maar nu moest west van klave ren V-7 naar H-8 van de dummy spelen. 1SA+2 was goed voor een volle top. B976 HV42 A2 9 HV83 9532 ffr V64 B5 A876 V10752 gjgjg #B6 1054 V AH 1087 l093 ^93 Noord gever, noord en zuid kwetsbaar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 42