Buitengebied Xjk
stond op resten kerk
School
Het is wachten op gezond gras
Nieuwe raadkaart
1 6 Zaterdag 28 februari 2009 P2C
door Rinus Antonisse
De school afgebeeld op de
raadkaart van vorige
week is ruim dertig jaar
geleden, in 1976 om pre
cies te zijn, gesloopt. Toch staat
het gebouw in Oud-Sabbinge bij
veel inzenders nog in het geheu
gen gegrift, vooral bij oud-leerlin
gen. Zo gingen enkele generaties
van de familie Veerhoek er naar
school: de ouders in de jaren twin
tig, broers en zus in de jaren veer
tig en vijftig, en J. Veerhoek uit
Wolphaartsdijk zelf van 1961 tot
1967. Het was de openbare lagere
school, weet J. Kloet uit Heinkens-
zand. „Die is gebouwd op de fun
damenten van een gesloopt kerkje.
Deze zijn nu weer zichtbaar ge
maakt. De school is na de foto-op
name van omstreeks 1910 ver
bouwd, de hoofdingang is naar de
rechterachterzijde gebracht. Ik
ging er rond 1932 naar school. Het
hek aan de ingang was nog hetzelf
de, maar het plakkebord was ver
plaatst naast de garage-fietsenhan-
del M. van Weele."
David Tavenier uit Wolphaartsdijk
meldt dat de meest gebruikte
naam voor Oud-Sabbinge in de
volksmond 't Ouweland is en dat
het in 2008 het zeshonderdjarig be
staan vierde. „Zelf heb ik heel wat
paren klompen versleten met hard
loopwedstrijden in de Ring, toen
we op de lagere school zaten." Vol
gens Tavenier heeft ook verzame
laar Hans Lindenbergh er zijn spo
ren achtergelaten.
Volgens David Arrebout uit Kloe-
tinge zwaaide omstreeks 1954
meester Pieterse de scepter op de
school. „Hij had in die tijd nog
een liniaaltje, waarmee je op je
vingers getikt werd. Ik heb leuke
herinneringen aan die tijd. Juf
frouw Gunst-Pieterse was onder
wijzeres in de laagste klassen." Ella
Sturm-Geene uit Serooskerke (W)
schrijft dat de school in 1872 ge
bouwd is door aannemer Janus
Thorenaar. In 1913 volgde een in
grijpende verbouwing en in 1956
kreeg het gebouw een nieuwe
voorgevel. Deze inzendster noemt
als onderwijzers de meesters Korff
en Teeuwen.
J. K. Dommisse uit Scheemda (Gro
ningen) merkt op dat de school is
neergezet op de voormalige be
graafplaats. Jakoba Kleinepier stelt
dat de school in 1972 dicht ging.
„Mijn broer en zus moesten hun
school in Wolphaartsdijk afma
ken." Ruud van Strien uit Middel
burg reageert voor het eerst op de
raadkaart. „Mijn familiewortels lig
gen in Oud-Sabbinge en als ik mij
niet vergis heeft mijn vader ook
op de school gezeten." C. P. Fase
uit Sint-Annaland voert D. de Ko
ning op als architect van het ge
bouw. De verbouwing in 1913
hield verband met de komst van
de drinkwaterleiding.
Kees Stevense uit Middelburg
wijst erop dat burgemeester C. P.
Lenshoek zich zeer inzette voor
bouw van de school. De onderwij
zers werden slecht betaald. Een
verzoek van juffrouw Van den En-
de om vijftig gulden salarisverho
ging tot 550 gulden per jaar, werd
afgewezen „In 1898 deed zich het
zeldzame geval voor dat aan de
school acht kinderen uit één gezin
onderwijs ontvingen."
De waardebonnen gaan naar: C.
Maurice, Nisse, B. Goetheer, Ovezan-
de, A. Roelse, Oud-Sabbinge.
Het 'schoolreisje' door Zeeland trekt deze keer in noordelijke richting.
Uit de collectie van Hans Lindenbergh een - veel voorkomende - combi
natie van schoolgebouw en woning, meestal voor de bovenmeester.-De
vraag is: om welke plaats gaat het? Nadere bijzonderheden over de situa
tie toen en nu zijn van harte welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk donderdag 5 maart worden ge
zonden naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 91, 4330 AB Middel
burg, fax 0118-434019, e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van
een goede oplossing worden drie waardebonnen verdeeld.
door René Hoonhorst
De rust is weergekeerd in de stal van
de Schaapskudde Zeeuws-Vlaande-
ren. Er hangen nog wel wat vlagge
tjes, maar voor de rest herinneren al
leen foto's aan de lammetjesdagen. Het sym
bool van de geboortegolf van de laatste twee
maanden, het sondelammetje 'vriendje',
heeft een met bloemen getooid grafje.
Vreugde en verdriet hebben zo hun eigen ge
denktekens en het 'normale leven' in de stal
heeft zijn loop hernomen. Hoe lang de ooien
en lammeren nog op stal staan, is moeilijk te
voorspellen. Niet dat de lammeren niet groot
genoeg zijn, er zijn schapen genoeg die hele
maal niet binnen komen. Maar bijvoederen
op locatie doen de herders bij voorkeur niet.
Met een beetje geluk kan de kudde half
maart naar buiten. Maar als het nat en koud
blijft, groeien gras en planten niet zo goed.
„Ook zitten er dan, en dat is belangrijker, nog
te weinig voedingsstoffen in de vegetatie",
legt herder Jan Klomp uit. Er moet wel vol
doende voedzaam voer in de te begrazen na
tuurgebieden aanwezig zijn, omdat de scha
pen niet meer terug gaan naar de stal als ze
eenmaal de polder intrekken. Overigens heb
ben de herders van de week nog een partijtje
'voordroogkuil' laten vervangen. Het eerder
geleverde droogvoer was goed, maar niet kort
genoeg gesneden zodat veel duur voer niet
door de schapen werd opgegeten maar op de
vloer van de potstal belandde. Ook als de die
ren nog langer voordroogkuil moeten eten, la
ten de herders ze liever een weekje langer op
stal staan als het gras buiten hen weinig te
bieden heeft. Maar de kudde moet ook weer
niet te lang in de schuur aan de Mosterdweg
blijven. Niet alleen om de kosten te beheer
sen, maar vooral ook om het begrazingspro-
gramma af te kunnen werken.
Klomp: „In het voorjaar moeten een aantal
natuurgebieden en dijken kort worden gezet.
We kunnen wel een week of twee later begin
nen, maar bij te veel vertraging hebben de
schapen niet genoeg tijd om alle te begrazen
gebieden af te werken." Niet alle de afgelo
pen maanden geboren lammetjes lopen dit
voorjaar in de vrije natuur rond. De meeste
rammen worden verkocht aan fokkers en
handelaars of gaan naar de slachter. Klomp se
lecteert zo'n 25 tot dertig jonge mannetjes
schapen als mogelijke stamvaders van een
deel van de kudde. Hoewel rammen snel ge
slachtsrijp zijn, mogen de jonge rammen de
ze zomer nog niet aan het werk. Klomp volgt
de ontwikkeling van de dieren graag over een
wat langere periode om een goede keus te
kunnen maken voor het uitbouwen en op
peil houden van zijn kudde. De mooiste,
sterkste en 'graastechnisch' meest geschikte
dieren moeten voor nageslacht zorgen.
De Zeeuws-Vlaamse kudde is van Drentse
heideschapen overgestapt naar Vlaamse kud-
^deschapen. Maar Klomp en de zijnen streven
niet naar pure raszuiverheid. „Ik ben geen
stamboek fokker. Er zijn zo weinig herders
die zich toeleggen op het Vlaams kudde
schaap dat de kans op inteelt te groot is.
Naast bloedlijnen uit de eigen veestapel moet
er ook vers, nieuw bloed van elders komen
om de kudde gezond en vitaal te houden."