spectrum
Fantasieloos
10
Nergens op het bergachtige
terrein van het sanatorium
van Fontilles kom je het
woord lepra tegen. Zelfs
niet op de gedenksteen van
het eeuwfeest, dat dit jaar
wordt gevierd. Maar
lepralijders bestaan nog,
weggestopt in het
achterland van de Spaanse
Costa Blanca, achter een
5 kilometer lange muur.
PZC
Zaterdag 28 februari 2009
STANDPLAATS
door
Achille Prick
Ik heb gelezen dat Paul de Leeuw iets zou
willen gaan doen op de Duitse televisie.
Ik voorspel nu al: dat wordt dagenlang
de voorpagina van alle kranten. 'Skan-
dal-Hollander' zal de boulevardkrant Bild
gaan koppen. Om op pagina zes terug te ver
langen naar de brave grappen van Rudi Car-
rell en de innemende Linda de Mol die veel
beter Duits sprak. De Duitse televisie is een
merkwaardig mijnenveld met grote gevoelig
heden en vaste patronen.
Omdat een nagesynchroniseerde Rowan At
kinson nooit went, kijk ik alleen Duitse pro
ducties. Dat palet aan creativiteit is vrij over
zichtelijk. Als het niet over nazi's of Stasi's
gaat, komt de 'Musikantendampfer' met zijn
volksmuziek voorbij of moet er een
moord worden opgelost.
Dat laatste overigens op een niveau
dat we met Flikken of Baantjer in Ne
derland nooit hebben gehaald. Bij
ons in de buurt is een café dat zon
dagavond klokslag 20.15 uur vol zit
met liefhebbers van de Krimi. In alle
stilte wordt een biertje getapt of een
kruk verschoven als de rechercheur
in Tatort zijn 'Fall' bijna heeft opge
lost.
Na Tatort kijkt half Duitsland naar
Anne Will, de voornaamste talkshow
van het land. Duitse talkshows gaan
meestal als volgt: eerst wordt een bat
terij aan gasten voorgesteld en zijn
we al tien minuten verder. Dan mogen al die
mensen iets zeggen en tot slot, als er nog tijd
over is, kan de brutaalste kort reageren op
wat iemand anders heeft gezegd. En vervol
gens klapt het publiek.
Het toppunt van fantasieloosheid is echter de
Tagesschau, het nieuws op de ARD om 20.00
uur. Sommigen noemen het degelijkheid.
Heeft de bondskanselier vandaag iets gezegd
of gedaan? Zo ja, dan is het opening journaal.
Zo niet, dan is de vraag: zijn er nog ministers
actief geweest? En zo wordt het rijtje van bo
ven naar beneden afgewerkt.
Een evenement als het Oktoberfest, het groot
ste volksfeest van Duitsland, is standaard het
laatste onderwerp en dan slechts een paar zin
nen. Zo van: 'In München is de 175e editie
van het Oktoberfest begonnen. De brouwers
verwachten 6 miljoen liter bier te verkopen.
En nu het weer'. Een slaapliedje op prime ti
me. In de categorie: je moet er naar kijken,
omdat het zo belachelijk is.
Helemaal verwonderlijk is de braafheid niet,
want als je bij de publieke omroep 'gek' doet,
heb je de intendanten in je nek. Een legertje
(meestal) heren van de verschillende regiona
le en landelijke omroepen die kriskras door
Duitsland vliegen om de kwaliteit van de pro
gramma's te bespreken.
Onlangs hebben ze zich weer vreselijk opge
wonden over twee 'kwalijke zaken' die zo
maar alle Duitse huiskamers bereikten. Ko
miek Oliver Pocher kwam in zijn latenight-
show op als Von Stauffenberg, de nazi die
een mislukte aanslag had gepleegd op Hitier.
Pocher was alle aandacht voor de verfilming
met Tom Cruise een beetje zat Niet buitenge
woon grappig of schokkend, maar omroep
land was in rep en roer. De één omdat je een
verzetsheld toch niet belachelijk kon maken,
de ander omdat je sowieso geen grapjes
maakt over nazi's.
De storm was nog niet gaan liggen, of de me
diapagina's stonden bol van de volgende rel.
In het immens populaire programma Wetten,
das... roken twee kandidaten aan 33 dierlijke
hoopjes. Ze beweerden dat ze geblindeerd
konden vaststellen van welk dier de uitwerp
selen afkomstig waren. Volgens de omroepba
zen was het een 'walgelijke ontsporing' en po
litici eisten zelfs maatregelen.
Maakt Paul de Leeuw dan een kans bij de
commerciële omroepen? Ik denk dat hij dat
niet eens wil, want die slaan door naar de an
dere kant. Platter dan plat gaat niet, met het
drinken van giraffensperma als voorlopige
dieptepunt. Paul de Leeuw, good luck!
In het dorpscafé van Orba geurt de koffie. En
gelse dames treffen voorbereidingen voor
de bazaar in tweedehands spullen. In crisis
tijd moeten ook overwinteraars op de klein
tjes letten. Vanuit Orba kronkelt de weg
door het binnenland van Denia omhoog langs
bloeiende amandelbomen, naar het oord waar vijf
tig leprapatiënten liefdevol worden verpleegd
door franciscaner nonnen en jezuïetenpaters. Het
laatste lepraziekenhuis van Europa.
De slagboom staat uitnodigend open, maar ooit
was een grimmig hek de enige toegang tot het Sa-
natorio San Francisco de Borja. In 1909 werd het
opgericht door een jezuïetenpater en een rijke ad
vocaat. De twee vrienden werden getroffen door
het desolate lot van een man die op zijn bed lag
weg te kwijnen. Een eeuw later brengt pater
Beneyto zijn bezoeker uiterst omzichtig in contact
met de patiënten. „Ze lopen niet graag te koop
met hun ziekte." De priester heeft zojuist de mis
opgedragen. Hij houdt de patiënten voor dat voor
Jezus iedereen gelijk is: rijken, armen, zondaars en
verschoppelingen. Tot die laatste groep behoren
de bewoners van Fontilles. Sommigen zitten hun
hele leven al in het sanatorium omdat ze, net als
in de Bijbel, door hun omgeving zijn verstoten.
Hoewel ze zijn genezen, dragen ze allemaal-de ui
terlijke tekenen van de ziekte. Teruggetrokken
neus en lippen, misvormde handen en voeten en
verkleurde huid. Een vaccin tegen lepra is er nog
niet, maar de ziekte is goed te bestrijden met een
cocktail van medicijnen.
In het dagverblijf zit Ginez Garcia met zijn rug
naar de televisie gekeerd. Zijn misvormde handen
in wollen wanten. Een jaar geleden kwam hij naar
Fontilles. Hij is een van de weinige patiënten die
er openlijk voor uitkomt dat hij lepra heeft. Of
heeft gehad, moet je eigenlijk zeggen. Hij vertelt
hoe hij 25 jaar geleden door zijn vader werd be
smet. Die had de ziekte ergens opgelopen als zee
man. „Toen de huid van mijn benen en armen ge
voelloos werd, wist ik dat ik het ook had."
Ginez, geboren in het Zuid-Spaanse Almeria,
heeft zelf ook zijn leven lang gevaren. „Ik ben wel
genezen, maar ik moet nog steeds behandeld wor
den voor mijn huid die door de ziekte is aangetast.
Daar zijn ze hier in Fontilles in gespecialiseerd."
De 63-jarige Ginez voelt zich alleen op de wereld.
Hij heeft broers, maar ze hebben geen contact
meer. Pater Beneyto: „Ik denk dat hij tot zijn dood
bij ons blijft, zoals de meesten." Padre Beneyto is
ondanks zijn 83 jaar nog steeds onderdirecteur.
Zijn taak is vooral de 'contacten met buiten' te on
derhouden, want het instituut is voor een belang
rijk deel afhankelijk van giften. Hij kent het, vaak
aangrijpende, levensverhaal van elke patiënt. Van
Rafael, die door zijn eigen vrouw het huis uit
werd gejaagd. Of van Tito, die altijd in Fontilles
wil blijven. Want waar hij vandaan komt, willen
ze hem niet meer kennen. Zelf willen ze niet
graag meer praten over hun treurige ervaringen.
De geschiedenis van Fontilles is er een van naas
tenliefde, maar ook van het gevecht tegen de boze
buitenwereld. „Het taboe rond lepra is groter dan
dat rond aids. De muur om ons terrein is daar het
bewijs van", zegt de pater.
Beneyto vertelt dat in 1909, toen de eerste acht lep
rozen naar Fontilles kwamen, de muur er nog niet
Een 5 kilometer lange muur over de berg schermt
het lepraziekenhuis af van de buitenwereld.
tekst en foto's Hentf van den Boom