Van geduld in polders tot het heilige gras
reportage
Een onderzoeker van Limagrain beki jkt de proef met een nieuw maïsras in een van de proefkassen in Rilland. Foto: Denvon Media
Met een schuimend biertje
in de hand thuis op de
bank lekker de finale van de En
gelse FA Cup kijken. Blokje kaas
erbij en het feest is compleet. De
voetballiefhebber staat er niet bij
stil dat een bedrijf als Limagrain
Benelux in Rilland aan de basis
van deze geneugten staat. Dit
zaaizaadveredelingsbedrijf voor
ziet veehouders, akkerbouwers
en tuinders namelijk van maïs en
voedergrassen (als ruwvoer voor
de koe), tarwe, gerst, vlas, peul
vruchten en groenbemesters. En
het heilige voetbalgras van Wem
bley? Ja, ook dat komt uit Zee
land.
door Dennis Rijsbergen
RILLAND - Op de grens van Zee
land en Brabant - in Rilland - staat
het Benelux-hóofdkantoor van Lima
grain. Het wereldconcern heeft zes
duizend medewerkers in dienst, draait
jaarlijks een omzet van zo'n 1,1 mil
jard euro, heeft vestigingen in 36 lan
den en levert zijn producten aan meer
dan honderd landen. "Limagrain is
een coöperatie van zo'n zeshonderd
boeren in de Franse streek Limagne,
in de Auvergne", legt René de Mun-
nik, marketing en communication ma
nager Benelux uit. Toch kennen de
meeste boeren - vooral die in Zee
land - het bedrijf nog steeds als Van-
derHave. In 1879 begon D.J. van der
Have in Kapelle een boomkwekerij.
Later kwam daar een zaaizaden handel
bij en omstreeks 1914, nadat zijn
zoon afstudeerde als plantveredelaar,
een veredelingstak. Het Kapelse be
drijf groeide uit tot een multinational
en zo ontstond begin jaren negentig
van de vorige eeuw de Koninklijke
VanderHave Groep, die in 1996 zou
opgaan in Advanta. Na enkele overna
mes en het afstoten van losse onderde
len zijn een groot deel van de activi
teiten van Advanta in 2005 in handen
gekomen van Limagrain. De Kapelse
vestiging die zich tegenwoordig al
leen nog met de veredeling, produc
tie en verwerking van graszaden bezig
houdt, valt nu onder een Deens moe
derbedrijf. "Maar wij hebben nog wel
de verkoop van Advanta-gras in onze
portefeuille. We hebben, zeg maar,
een strategisch partnership", aldus
René van den Bosch, commercieel di
recteur voor de Benelux. In de Fre-
derikapolder en de aangrenzende
Zimmermanpolder bij Rilland staan
gebouwen en een hele reeks kassen
en liggen hectares aan proefvelden.
Wat gebeurt er nu precies? "Research
en de ontwikkeling van nieuwe ras
sen", zegt De Munnik. "Limagrain be
steedt daar in Europa alleen al vijftig
miljoen euro per jaar. Dat is dertien
procent van onze omzet." Rilland is
vooral het veredelingscentrum voor
snijmaïs. Ook zijn er mensen van het
zusterbedrijf Nickerson-Zwaan uit
Made gestationeerd. "Die zijn bezig
met veredeling van uien", zegt De
Munnik. In Lelystad is nog een
proefstation voor de veredeling van
granen, peulvruchten en vlas, maar
die activiteiten worden in 2010 naar
Rilland overgeheveld. "We gaan in
de Zimmermanpolder een groot stuk
bijbouwen", legt Van den Bosch uit.
"Er komen grote opslagloodsen en
een paar bijgebouwen. In de regio ko
men ook meer proefvelden, kortom
we groeien substantieel."
Vanuit Rilland wordt vooral de vere
deling voor de Noordwest-Europese
klimaatzone aangestuurd. Van
Zuid-Zweden, Denemarken, Duits
land tot Groot-Brittannië en de Bene
lux. Op het gebied van maïs, granen
en weidegrassen is Limagrain marktlei
der. "Maar ook als het gaat om het
gras voor voetbalvelden, golfbanen,
openbaar groen en graszodenteelt heb
ben we een leidende positie. Onze
grassen vind je terug in stadions als
dat van NAC in Breda, maar ook bij
clubs als Arsenal en Liverpool. Dat be
roemde Engelse gras is dus eigenlijk
Nederlands gras", vertelt De Munnik.
Maar in Rilland sleutelen onderzoe
kers vooral aan maïs. "En dan niet zo
zeer maïs voor menselijke consump
tie maar voor veevoer", verduidelijkt
Van den Bosch. "We willen een ver
betering van het bestaande assorti
ment, als het gaat om opbrengst, voe
dingswaarde en ziekteresistentie."
Sinds de jaren zeventig zijn al enorme
sprongen in de ontwikkeling van
maïs gemaakt, zegt de Munnik. "Maïs
is van oorsprong een tropische plant.
Veertig jaar geleden was het ondenk
baar dat je maïs in Zuid-Zweden kon
verbouwen. Maar via veredeling zijn
we erin geslaagd een maïssoort te
kweken die vroeger afrijpt en beter
bestand is tegen gematigder weersom
standigheden. Het aantal groeidagen
is met drie weken verkort." Boven
dien hebben de veredelaars de maïs
geconcentreerder gemaakt. "De maïs
is beter verteerbaar geworden, de koe
haalt er meer energie uit en zij produ
ceert minder mest."
Geduld
Veredelen vergt veel geduld. Het pro
ces om een nieuw ras te ontwikkelen
duurt met gemak vijftien jaar. De vij
ver van genetisch materiaal waaruit
de onderzoekers aan de startstreep
van het proces kunnen kiezen, is
enorm. "Dan gaan we kruisingen ma
ken", legt De Munnik uit. "Dat ge
beurt hier in de kassen. We proberen
vervolgens bepaalden lijnen te ontwik
kelen in eigenschappen die we willen
hebben." Voor je het weet ben je zes
jaar verder. "Het is steeds een kwestie
van de beste exemplaren selecteren
en weer selecteren en steeds maar
doorgaan", aldus De Munnik. De
veelbelovende rassen gaan dan naar
buiten. Daar worden ze getest onder
uiteenlopende bodem- en klimaatom
standigheden. Drie jaar lang worden
ze nauwkeurig in de gaten gehouden
op proefvelden. "Van de honderden
potentiële rassen blijven er uiteinde
lijk maar een aantal over." Die rassen
meldt Limagrain dan aan voor de' Aan
bevelende Rassenlijst. Nieuwe rassen
moeten namelijk aan strenge eisen
voldoen. Onafhankelijke instituten
onderwerpen de aangemelde rassen
dan nog eens driejaar lang aan allerlei
onderzoeken. Bas als dan het groene
licht komt, kan de verkoop beginnen.
"Binnen driejaar moetje zo'n ras dan
wel tot een commercieel succes ma
ken om in elk geval je investeringen
weer terug te verdienen", zegt Van
den Bosyh. "Want de levensduur van
een ras is ongeveer vijf jaar, daama
zijn er alweer betere rassen op de
markt." Limagrain staat niet alleen
aan de basis van de voedselkolom - en
het voetbalvermaak - het concern
wacht de komende jaren een paar flin
ke uitdagingen, denken Van den
Bosch en De Munnik. Zo neemt de
wereldbevolking sneller toe dan het
beschikbare landbouwareaal. "De we
reldbevolking groeit zo'n 1,5 procent
per jaar, de beschikbare landbouw
grond slechts 0,2 procent", stelt De
Munnik. "Gewassen moeten dus
steeds meer opbrengen om alle mon
den te voeden."
Klimaat
En dan is er nog het veranderende kli
maat. Dat speelt ook het afzetgebied
van Limagrain Benelux parten. "Je
ziet ziektes en onkruiden oprukken
vanuit Zuid-Europa, door het zachte
re klimaat. Ook hebben boeren vaker
te maken met extremen als droogte of
enorme regenval. Klimaatverandering
is daarom een serieuze uitdaging in de
kweekprogramma's." Ook hebben de
ontwikkelaars van nieuwe rassen te
maken met een maatschappij die
steeds hogere eisen stelt. Zo bannen
overheden het gebruik van meststof
fen steeds verder uit. Sportvelden
worden intensiever gebruikt doordat
bijvoorbeeld voetbalcompetities
steeds langer duren. "En stadions wor
den multifunctioneler. Na een con
cert moet het gras heel snel herstellen
voor de volgende voetbalwedstrijd.
Gras krijgt nauwelijks tijd daarvoor",
aldus Van den Bosch. Graszaadjes krij
gen daarom tegenwoordig een coa
ting waarin biologische groeistimule
rende voedingsstoffen zitten. Een in
novatie die pas in 2001 is geïntrodu
ceerd, maar nu al bij driekwart van de
Advanta-grassen wordt toegepast.
Energie
Een laatste ontwikkeling die ze bij Li
magrain op de voet volgen, is de toe
passing van landbouwgewassen voor
de opwekking van energie. "Zo
wordt maïs gebruikt voor biovergis-
ting. En van landbouwgewassen
wordt ook de brandstof bio-ethanol
gemaakt", zegt De Munnik. "Via vere
deling kun je bepaalde eigenschappen
kweken waardoor die gewassen extra
geschikt worden voor energieopwek
king. In de VS is vorig jaar al vijf mil
joen hectare maïs gebruikt voor de
productie van bio-ethanol. Dat was
twintig procent van het maïsareaal in
de VS. Ter vergelijking: in Europa
zou dat de complete maïsproductic
vergen. Daar valt dus nog.veel in te
ontwikkelen. Verder moet een en an
der in goede harmonie met de voed
selproductie plaatsvinden, want die
mag onder geen beding in gevaar ko
men."