Rinus van Stee bleef op de been 9 spectrum PZC Zaterdag 14 februari 2009 Hij verloor beide onderbenen toen hij overboord sloeg. Maar de nu 76-jarige Rinus van Stee liet zich er niet door uit het veld slaan. De in Yerseke geboren mossel visser werd vertegenwoordiger in scheepsmotoren, smokkelde sigaretten, verkocht goedkope drank en bouwde een succesvolle onderneming in de offshore-industrie op. door Willem Altena foto's Catrinus van der Veen/GPD weerstand ontstond, stapte hij boos en te leurgesteld uit de zaak. Vier weken later was hij vertegenwoordi ger in scheepsmotoren. „De burgemeester had dé sollicitatiebrief voor mij geschre ven. We waren met z'n twaalven over en ik had duidelijk de minste papieren. Maar ik zei tegen de directeur: als u mij de baan geeft, hoefik het eerste halfjaar geen loon. Alleen provisie. Voldoe ik niet, dan neemt u alsnog nummer twee." In anderhalfjaar zette hij voor anderhalf miljoen gulden voor het bedrijf om. Hij vond dat hij zelf genoeg had verdiend, nam tot schrik van de directeur ontslag en kocht in Harlingen een nieuwe vissers boot. Twee jaar later was hij de eigenaar van de grotere HA 8 en stapte hij van de mossels over op de lucratievere garnalen. „We maakten een paar goede jaren. Ik be steedde het geld aan het moderniseren van materieel en materiaal. Ik had het be ter in een boekhouder kunnen stoppen. Van administreren en cijfertjes op papier had ik geen verstand. Op een ochtend lag er een blauwe envelop op de mat. Ik zeg tegen Sari: zie ik het goed? Moeten we een ton belasting betalen?" Waar haalde hij zoveel geld vandaan? „Ik wilde een mooi bedrijf niet laten springen. Ik dacht: ik doe een smokkeltje. Gelijk uit de brand. Maar blijkbaar deed ik het te op vallend. Ik liep prompt tegen de lamp." Hij schudt het hoofd. Achterafkan hij er ook wel weer om lachen. Op zee nam hij van een schip van Volen- dammers pakken met in totaal een mil joen sigaretten over. Al onder de kust kwa men douane en politie met een groot vaar tuig langszij. „Ik wist meteen dat het fout zat. Je voelt je bescheten. Ik wilde ook niet de gespeelde onschuld gaan uithangen. De rechter toonde later begrip voor mijn ach tergronden en stelde dat ik er door ande ren was ingeluisd. Maar dat was niet zo. Ik had het zelf opgezocht." Van Stee, 45 jaar toen, kwam er nog gena dig af Hij kreeg een forse boete en moest alsnog de belastingschuld afbetalen. Zijn kotter, die in beslag was genomen, werd weer vrijgegeven. „Maar ik wou niet meer vissen. Elke gespaarde gulden werd je afge pakt." Hij besloot 'witte drank' te verkopen. „Ik las er iets over in de krant. Ik had geen en kel verstand van die handel, maar het leek me wel een interessant alternatief. Dezelf de dag kwam ik op straat Klaas Jumelet toe vallig tegen. Ook een visserman. Ik vertel de hem van mijn plan en hij zei dat hij mee wilde doen. Prima." Aan het eind van de week openden ze op de hoek van de Bildtstraat een winkel. 'R en K, drankenservice', prijkte er op de ge vel van het pand. Naar de eerste letters van hun voornamen. „De mensen stonden in de rij voor goedkope drank en wijn. We zetten bergen om, maar door de geringe winstmarge verdienden we weinig", zegt Van Stee. Vervolgens begon hij elders in de binnenstad ook een watersportwinkel. Later stootte hij beide af en ging toch weer varen. Hij heeft er niet eens zoveel zin in om er lange zwetsverhalen over af te steken. Toch blijft onverlet dat Rinus van Stee in het laatste kwart van de vorige eeuw in Harlingen een uiterst succesvolle onderne ming in de offshore-industrie, voor met na me in de ondiepe wateren, wist op te bou wen. De vloot van Van Stee en Zn telt vijftien slepers en werkboten. Ze heten allemaal Sara Maatje. „Sara Maatje 1, Sara Maatje 2, en zo verder. Ik noemde ze naar mijn vrouw, in de hoop dat ze de aanschaf van weer een nieuwe boot dan eerder accep teerde." Er zitten een paar grote 'jongens' onder, van bijna 40 meter lang en to meter breed. De schepen worden op de Waddenzee en geregeld ook (ver) daarbuiten ingezet voor werkzaamheden bij productieplatforms, passagiersvervoer en sleep- en duwwerk. Op zijn best telde het bedrijf 120 mensen. Tot zijn 65e werkte Rinus van Stee, die de zaak enkele jaren geleden verkocht, net zo hard mee. In ploegendienst, met een ritme van veertien dagen op en veertien dagen af „Steeds weer op een andere boot, om de bemanningen, van kapitein tot koksmaat, goed te blijven kennen. Ik wist wanneer hun vrouwen bevielen en wanneer ze aan - een promotie toe waren. Aan boord zit je op eikaars lip. Ik heb het handhaven van een amicale, werkbare sfeer altijd als een van mijn belangrijkste taken beschouwd." Van Stee is geen ijzeren Rinus. Omleidin gen rond het hart, een pacemaker, maag- problemen en een deel slokdarm na kan ker verwijderd. „Ik heb inderdaad zo nu en dan wat pech met de gezondheid.". Maar hij laat zich niet kisten. Hij heeft een 'flinke vrouw die mij mijn dingen gunde', twee zonen die het 'leuk' doen en een stel gezonde kleinkinderen. Naar Spanje rijdt hij het hele eind, zonder moeite. „'Waarom gaan jullie niet met het vlieg tuig?', vragen de kinderen. Op zo'n lucht haven. Dat is mij te veel lopen. Door mijn loopje denkt bovendien de ene helft van de mensen dat ik boven mijn theewater ben en het andere part dat ik ze niet alle maal op een rijtje heb. In de auto zie je al leen mijn bovenkant en lijk ik nog hele maal heel." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 57