Atletische graver verdient respect PZC Zaterdag 7 februari 2009 1 7 Mollen zijn in de winter erg actief met graven. Inzet: een veld vol molshopen. foto's Sandra Dobbelaar en Lucien Calle Is het u ook opgevallen? Alle weiden in het polderland zijn bezaaid met molshopen. Het lijkt of er ineens veel meer van die slechtziende gravers rondkruipen. Dat is echter slechts schijn. Dat er in deze periode meer mols hopen lijken, daar zijn twee re denen voor. In de eerste plaats is de grazige vegetatie nu overal veel korter, zodat de molshopen veel be ter opvallen. Ten tweede zijn de mollen noodgedwon gen in de winter erg actief met graven. Door de koude zijn de wormen immers veel minder bedrijvig. Om toch aan voldoende voedsel te ko men moet de mol zelf de wormen tege moet graven. Al die gangen in de grond dragen bij aan een stukje verbetering van de bodemstructuur, beluchting en drainage van de bodem. Maar goed, daar heeft u geen boodschap aan. U heeft een hekel aan die rotbees ten, want ze maken zandhopen in uw nette gazon. En dat is natuurlijk geen ge zicht. Daarom worden die ellendige gra vers fel bestreden. Vallen, klemmen of gif komt eraan te pas. Zelfs met apparaat jes die ondergronds een onaangenaam ul trasoon geluid uitzenden. Vaak tegen be ter weten in, want de vervolging heeft zelden een langdurig effect. Voedselrijke bodems worden immers steeds opnieuw gekoloniseerd. Het is misschien goed om te weten dat mollen ook een hoop hin derlijke lastpakken op het menu heb ben, zoals engerlingen en slakken. Daar bij zijn het heel wonderlijke beesten met uitzonderlijke eigenschappen. De snuit van het dier bijvoorbeeld is ui terst gevoelig. Met de zogenaamde 'Orga nen van Eimer' kan de vochtigheid, tem peratuur, luchtdruk en waarschijnlijk zelfs infrarode straling worden gedetec teerd. Aan de haren van het graafbeest zitten ongelofelijk gevoelige tastorganen. NATUURSTEMMEN door Lucien Calle Zelfs een worm die op een grote afstand in een van de gangen kruipt, kan daar mee worden gevoeld. Wist u dat deze zwarte dièren goed kun nen zwemmen en zelfs kunnen klim men? Overigens leven niet overal evenveel mollen. Op de akkers zie je de dièren veel minder en wegbermen moeten al snel een paar meter breed zijn. Gazonne tjes, bossen, weilanden en natuurgebie den zijn favoriet. In de natuurlijke graslanden zijn de aan tallen het hoogst. In een natuurweide aan de Baarzandse kreek bij Breskens troffen we een extreem hoge dichtheid aan molshopen. Op een stuk van 25 vier kante meter telden we wel 28 grote en elf kleinere hopen. Er waren daar ver schillende vierkante meters, waarvan de oppervlakte tot wel 40% was vergraven. We hebben er wat op zitten rekenen en kwamen al snel op zo'n anderhalve vrachtwagen aan grondverzet in het be treffende weiland. Met een maximum van zestien mollen per hectare is dat werkelijk een formidabele prestatie. On ze mollen zijn dus ware atleten. Al die molshopen dragen ook bij aan de biodiversiteit. Op de vers opgeworpen kale grond kunnen weer nieuwe krui den kiemen. En denk bijvoorbeeld ook aan al die soorten insecten, die een kale bodem no dig hebben. De eitjes van sprinkhanen kunnen er goed opwarmen, de solitaire bijtjes kunnen er hun holletjes graven. Zeker nu onze vriend het konijn door ziekten sterk gedecimeerd is, zorgt de mol voor de broodnodige compensatie. Het graafwerk zorgt voor structuurrijke microbiotoopjes. In een nieuw aange legd en strak opgeleverd natuurterrein, kan de mol op deze manier binnen enke le jaren bijdragen aan het gewenste au thentiek hollebollige profiel. Allemaal zaken om eens wat anders te gen de zo vaak vervloekte mol aan te kij ken. Hoe meer ik me in het leven van de mol verdiep, hoe meer respect ik voor dat dier krijg. Er is alle reden om eens met andere ogen naar die zwarte graver te kijken. En weet u, met een eenvoudige hark zijn die vervelende molshopen in uw ga zon ook zo weer weggepoetst. Ach, mis schien kunt u die bestrijding van dit wonderlijke beest dan tegelijk ook wel achterwegen laten... POLDER Perponcher Door de afdamming van de Schenge, precies tweehon derd jaar geleden, verlandden de schorren langs de getemde getijgeul bezuiden Wol- phaartsdijk extra snel. Dat bood prima kansen om weer een stuk land aan het water te onttrekken. Bovendien kon een in 1682 bij een storm vloed verdronken poldertje - de Leeuwerken- of Calispol- der van circa tien hectare - op nieuw worden veroverd. De ambachtsheren van Wol- phaartsdijk - de familie De Perponcher - namen het ini tiatief voor bedijking van de schoraanwas. Ze vroegen in 1846 octrooi aan. Behalve de schorren met inbegrip van het verdronken poldertje, be trokken ze in hun aanvraag ook de rond 1738 geïnundeer de inlaag van de Heerenpol der. De schorren werden op een veiling publiek verkocht. Voor die gelegenheid vorm den zes mensen een combina tie. Je zou ze durfkapitalisten kunnen noemen, want het was toch altijd een avontuur om in te polderen. Naast de ambachtsheer van Wol- phaartsdijk, mr Jacob Arent Perponcher-Sedlnitsky, maak te onder anderen J. C. Kake- beeke, burgemeester van 's Heer Hendrikskinderen, deel uit van de combinatie. Die werd voor 113.000 gulden ei genaar van de schorren en verantwoordelijk voor de nog in 1846 afgeronde bedijking. Over de naam van de-nieuwe polder van bijna 200 hectare is vast niet lang nagedacht.. Het werd de Perponcherpol- der, eerbetoon aan het Frans- Poolse adellijke geslacht, dat het grootste deel van de am bachtsheerlijkheid Wol- phaartsdijk en flink wat ande re gronden in Zeeland in be zit had. Leden van de familie maakten zich verdienstelijk in de krijgsmacht en het be stuur. Zo vocht Hendrik Ge orge in de slagen bj Quatre- Bras en Waterloo en hij werd door koning Willem I met de titel graaf beloond. Burge meester Kakebeeke ging de polder beheren. Volgens af spraak werd de gelegenheids combinatie na negen jaar, in 1855, ontbonden en werd de polder verdeeld onder de ka pitaalverschaffers. Maar de naam Perponcher bleef er aan verbonden. Rinus Antonisse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 17