'Lidewij en Pepijn mogen
m
1 m
1
spectrum 8
PZC
Zaterdag 7 februari 2009
Op 24 februari 2008 speelde zich een drama
af in Roosendaal. Lidewij (6) en'Pepijn (4)
werden omgebracht door hun vader, die dat
weekeinde oppaste. De moeder van de twee
Roosendaalse kinderen doet haar verhaal.
'Néé, zoiets had ik geen moment van hem
verwacht. Nooit, nooit.'
door Johan van Uffelen
De tijd heelt wonden. Maar
de tijd staat stil. De kamer
tjes van Lidewij en Pepijn
zijn nog precies zoals ze er
de laatste nacht sliepen. In
bonte kleuren, met knuffels op bed en
overal speelgoed. Beneden hangen hun
jasjes aan de kapstok en bij de eettafel
staan twee Tripp Trapp-kinderstoeltjes.
In de tuin een trampoline. „Elke dag als ik
naar buiten kijk, ziet ik ze er op springen.
Vrolijk, joelend. Altijd met elkaar."
Altijd bij elkaar. Op vrijwel iedere foto
slaat Lidewij een armpje zorgzaam en lief
kozend om haar twee jaar jongere broer
tje heen. Lidewij, een sprankelend en
voor haar leeftijd bovenmatig verstandig
meisje. Ze wilde én mama én juf worden.
Of anders dolfijnentrainster. Pepijn, een
mooi jochie met een weelderige bos krul
len. Ondeugend uit zijn ogen kijkend, zo
als jongetjes van vier-moeten zijn.
Onafscheidelijk waren ze. Tot aan hun
laatste moment.
Aan tafel bij haar buren zit een vrouw die
een horrorscenario heeft meegemaakt, zo
als geen ouder zich kan voorstellen. Haar
beide kinderen dood. Omgebracht door
hun eigen vader. Toen zij thuiskwam, die
fatale zondagmiddag, was hij verdwenen.
Ze trof de twee levenloze lichaampjes aan
in bad. De traumahelikopter kwam, maar
latere sectie wees uit dat Lidewij en Pe
pijn al uren daarvoor waren overleden.
Zij wist het meteen. „In de media werd
gezegd dat ze in kritieke toestand verkeer
den, toen ik ze vond. Dat er vergeefs is ge
reanimeerd. Ik heb me dat vreselijk aange
trokken. Want dat zou betekenen dat ik
weg ben gerend en mijn kinderen zo heb
laten liggen." Een pauze. „Maar een moe
der die hen ter wereld heeft gebracht,
weet of haar kinderen dood zijn... ze wa
ren heel erg dood."
Met haar lange zwarte haar, grote
grijs-blauwe ogen, steeds zorgvuldig for
mulerend, komt ze over als een zelfverze
kerde, sterke vrouw. Maar haar ogen mis
sen glans. Soms begrijpen mensen niet
dat ze niet voortdurend in tranen uit
barst. „Hoe kan het nou, dat je...?" Ze on
derbreekt zichzelf. „Dat is mijn buiten
kant, zo ben ik nu eenmaal. Mijn verdriet
is immens, niet te bevatten, maar het zit
van binnen. Alles in mij is verdriet. Mijn
binnenste is verdriet."
Twintig jaar was zij samen met haar man
Aarnout. Maar het huwelijk strandde.
Met een definitieve scheiding in zicht was
een omgangsregeling afgesproken. Aar
nout zou dat weekend oppassen in hun
huis aan de Jakobijnberg. Ze schudt heftig
het hoofd, nog voor de vraag is gesteld:
„Néé, zoiets had ik geen moment van
hem verwacht. Anders had ik hem natuur
lijk nooit met de kinderen alleen gelaten.
Geen moment. Nooit, nooit." Na enige
aarzeling: „Ondanks alles wat hij mij
heeft aangedaan... hij hield enorm van
zijn kinderen, hij was een goede vader."
Volgens deskundigen zijn de daders bij
zulke drama's vaak ziekelijk narcistisch.
Ze hebben een overdreven gevoel van ei
genwaarde, een enorme behoefte aan be
wondering en een laag inlevingsvermo
gen. Om aandacht te krijgen, gebruiken
ze vaak de mensen die het dichtst bij hen
staan, zoals de partner en kinderen. Dat
kan jarenlang onopgemerkt blijven, zelfs
schuil gaan achter charme. Maar als ze
zich gekrenkt of ondergewaardeerd voe
len, kan het tot volstrekt onberekenbaar
gedrag leiden.
Aarnout was ervan overtuigd dat zijn kin
deren niet zonder hem konden leven,
schreef hij in afscheidsbrieven.
Tweeënhalve week na zijn onbevattelijke
daad wordt zijn stoffelijk overschot aange
troffen in zijn Volvo, op de bodem van
het kanaal van Sas van Gent naar Terneu-
zen, ter hoogte van zijn geboortedorp
Westdorpe. Bij het bergen van het auto
wrak komt een duiker van de vrijwillige
brandweer om het leven. Wim Matthijs-
sen, met zijn 38 jaar een leeftijdgenoot
van de moeder, die zelf opgroeide in
Zeeuws-Vlaanderen. En alsof het drama
nog een ongekend bizarre apotheose
moest hebben: „Als kind heb ik nog met
Wim gespeeld."
Aarnout regelde tijdens het huwelijk alle
financiën. Maar hij hechtte nogal aan sta
tus. Hij laat zijn vrouw achter met schul
den en op het huis rusten zware hypo-
theeklasten. De moeder van Lidewij en
Pepijn probeert zo goed en kwaad als het
gaat haar leven weer op te pakken. Sinds
kort is ze weer aan het werk. Maar de in
komsten uit haar deeltijdbaan, aangevuld
met een klein nabestaandenpensioen, zijn
onvoldoende om in de woning te kunnen
blijven wonen.
Buren en vrienden zijn te hulp geschoten
met de Stichting Slachtofferhulp Familie
drama. Ze is dankbaar voor het initiatief
Maar het voelt ook erg tegenstrijdig.
„Want nu moet ik weer gaan uitleggen
waarom ik hier wil blijven wonen." Het
liefst mijdt ze elke vorm van publiciteit.
Daarom wil ze ook beslist niet met haar
naam in de krant. „Het is niet belangrijk
wie ik zelfben. Ik ben de moeder van Li
dewij en Pepijn."
Volgens de professionele hulpverlening
die haar heel intensief begeleidt, is het
van groot belang dat zij het verwerkings
proces in haar eigen woning kan doorma
ken. Psychologen en psychiaters bena
drukken in het algemeen het belang van
rouwen in je eigen vertrouwde omgeving.
Ouders die een kind hebben verloren, la
ten vaak jarenlang alles hetzelfde, soms
veranderen ze nooit meer iets.
Zelf voelt ze dat ook heel intens. „Mis
schien dat ik daar over een paar jaar an
ders over denk, maar ik zou zo graag nog
even in het huis van mijn kindjes willen
blijven. Alles ben ik al kwijt. Mijn gezin,
mijn kinderen, de vader van mijn kinde
ren. De enige veiligheid is nog het huis