Van crisis naar een nieuwe wending
spectrum 2
PZC
Zaterdag 7 februari 2009
Goese familie met
bruidshuis en slijterij
Ik kom uit een Goese fami
lie: mijn grootouders runden
't Bruidshuis aan de Grote
Markt (nu koffiehuis Kaldi).
Drankenhandel Dominicus is
nog een erfenis van de broer
van mijn opa.
Mijn vader en opa hadden
korte tijd een boogerd bij
's-Heer Abtskerke.
Ik groeide op in Noord- en
Zuid-Holland, maar ben gebo
ren op 07-07-1972 in 's-Gra-
venpolder.
Sinds juni 1999 werk ik als
verslaggeefster bij de PZC:
als verslaggeefster op regio
redacties Bevelanden/Tholen
en Zeeuws-Vlaanderen en re
dacteur binnen-/buitenland.
PZC-verslaggeefster Lilian
Dominicus vertrekt eind volgende
week voor twee maanden naar de
Verenigde Staten, op zoek naar
Zeeuwse verhalen.
door Lilian Dominicus
Daar zullen je collega's wel om
hebben gevochten, hoor ik de
laatste weken vaak zeggen als
ik vertel over mijn aankomen
de reis naar de Verenigde Staten. De mees
ten denken dat de PZC heeft besloten dat
er een verslaggever naar de Verenigde Sta
ten moet gaan om daar Zeeuwse verhalen
te schrijven in het kader van de festivitei
ten rond NY400. En dat ik uit de vele gega
digden ben uitverkoren. „Nou", zeg ik dan.
„Zo is het niet helemaal gegaan."
Eigenlijk begon het allemaal met een per
soonlijke crisis. Een midlife-crisis op je
36ste? )a hoor, het bestaat. Ik ben er ge
woon een beetje vroeg bij. Twee jaar gele
den gescheiden, geen kinderen en tien jaar
bij de krant. Is dit alles?, vroeg ik me af. En
dat leidde tot allerlei andere ingewikkelde
vragen als: wie ben ik, wat wil ik verder
met mijn leven en waarom ben ik hier ei
genlijk? Ik stortte me op cursussen per
soonlijke ontwikkeling, enneagram en aan
verwante onderwerpen.
Ergens april vorig jaar stormde ik het kan
toor van mijn hoofdredacteur binnen, en
stak van wal met de volgende mededeling:
„Ik heb eens nagedacht over mijn toe
komst en denk dat ik over een tijdje naar
bes van New York én de rest van Amerika.
Dat gevoel is gebleven en toen ik in sep
tember terugging naar Nederland, was dat
met pijn in mijn hart. Ik wilde zo snel mo
gelijk terug, maar uiteindelijk is het er niet
van gekomen, want ik koos voor een car
rière hier, in mijn geboortestreek. Een keu
ze waar ik overigens geen spijt van heb: ik
kreeg een baan aangeboden als journalist
bij de PZC én een post-academische oplei
ding journalistiek. Voor iemand die net
van de universiteit komt een gouden kans.
Maar na tien jaar kriebelde het en
stond ik in het kantoor van de
hoofdredacteur, met mijn niet-al-
ledaagse verzoek. Natuurlijk was hij totaal,
overrompeld door mijn onthulling. „Nou",
was zijn antwoord, „ik wil je best aanbeve
len bij persbureaus als GPD of ANP, maar
de kans dat het je lukt als correspondent te
worden aangenomen is klein. Als er al een
vacature is, moet je echt iets kunnen laten
zien dat anderen niet hebben." Toen
kwam hij met een voorstel: „Waarom ga je
niet eerst voor de PZC een paar weken
naar Amerika? Kijk eens of het je de ko
mende tijd lukt met twaalf a twintig
Zeeuwse verhalen te komen die wij kun
nen publiceren. Dan bouw je een portfolio
op en je hebt.de kans eens rond te kijken."
Zo kwam het dat ik op zoek ging naar on
derwerpen, waarbij ik er zelfs pas in een
later stadium achter kwam dat 2009 het
jaar is van de NY400 vieringen.
Zoals iemand laatst al opmerkte: „Dus je
dacht: kom, laat ik zelf eens eeri slinger
aan mijn leven geven!" ]a, zó ongeveer!
PZC-verslaggeefster Lilian Dominicus aan de boulevard van Vlissingen, waar de schepen van de Holland Amerika Lijn langs voeren. In New York is
nog altijd een stadsdeel dat naar Vlissingen is vernoemd: Flushing. foto Mechteld Jansen
de Verenigde Staten wil. Ik heb met nie
mand afspraken en kan gaan en staan
waar ik wil. Kun je me daarbij helpen?",
vroeg ik. Want dat had ik geleerd op die
trainingen: wil je een droom verwezenlij
ken, dan zul je hulp van mensen moeten
vragen, én accepteren.
De wens om naar de Verenigde Staten te
gaan is niet helemaal uit lucht komen val
len. In 1997 bracht ik al
eens een lange, hete zo
mer in New York door,
voor een stage bij de Ver
enigde Naties. Ik ging er
niet eens met hoogge
spannen verwachtingen
naar toe, want eigenlijk
had ik allang andere plan
nen voor die zomer ge
maakt. Ik had mijn zin
nen gezet op een paar we
ken rust op een stille plek
in de natuur. Weg van
het drukke Amsterdam, waar ik toentertijd
woonde en Europese Studies studeerde. Ik
snakte naar een beetje groen na een colle
gejaar ineengepakt te hebben gezeten tus
sen asfalt en bakstenen.
En toen kwam ergens in april de brief
van het hoofdkwartier van de Vere
nigde Naties in New York. Met de
felicitaties namens de toenmalige secreta
ris-generaal Kofi Annan: ik was een van de
gelukkigen die deze zomer zou worden
toegelaten als stagiair, een kans van één op
vier, als ik het me wel herinner. Ik had in-
dèrdaad in het najaar een sollicitatieformu
lier ingevuld, maar omdat ik er nooit meer
wat van gehoord, had ik zelf geconclu
deerd dat het niets meer zou worden. Ik
was zelfs al bezig met een andere stage!
Uiteindelijk zeg je toch geen 'nee' tegen de
VN. En dus rondde ik de ene stage in ver
sneld tempo af en begon ik met het reser
veren van een vliegticket, het regelen van
huisvesting in New York, oppas voor de
kat en tijdelijke huurders voor m'n eenka
merwoning in een zijstraat van de oude
Czaar Peterbuurt. Het
was in een tijd dat inter
net nog lang geen alge
meen goed was, dus al
les ging tergend lang
zaam per telefoon en
briefjes op prikborden
op de universiteit.
Eind mei was het zover.
De eerste drie weken
kon ik terecht in het ap
partement van een ver
re tante, die in Queens
woonde. En daarna moest ik maar zien.
Een andere Nederlandse VN-stagiaire trok
de eerste avond bij me in en de volgende
dag togen we naar Manhattan. Na een slin
gerende rit van bijna een uur met lijn Q_
staken we als mollen ons hoofd boven de
grond ter hoogte van Broadway en Lafayet
te Street. Een overweldigende herrie van
claxonnerende taxi's en bijna rennende
mensen was ons deel.
Wat we die dag precies hebben gedaan,
weet ik echt niet meer. Maar we keken
met grote ogen rond en toen we 's avonds
op de brandtrap aan de buitenkant van het
■appartement met een bord op schoot za
ten te eten, gierde de adrenaline nog door
ons heen. We waren verkocht aan de vi-