ANTARCTICA Onderzoeksstations Geschiedenis 'Als je de polsslag van het klimaat wil opnemen, zijn de poolgebieden de polsen' Ronald Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Amundsen-Scott Verenigde Staten Zuidpool o Vostok Rusland (McMurdo Meren igde Staten jNieuvyr Zee land, PZC Vrijdag 6 februari 2009 9 De Amerikaanse McMurdo-basis. Brandstofopslag bij onderzoeksstation Rothera. Meer over Antarctica, het pooljaar en de reis van Willem-Alexanderen Maxima: Reageren? nieuwsredactie@wegener.nl Australië Er zijn ongeveer 60 onderzoeks stations op Antarctica waar wetenschappers uit zo'n 30 landen werken. De meeste bases zijn te vinden op het Antarctische Schiereiland. Een deel is permanent bemand, andere zijn alleen in de zomer open. Wetenschappers bestuderen er onder meer meteorieten, het heelal, dieren- en plantenleven in extreme temperaturen, het klimaat en de beweging van de aardplaten. Het grootste station is de Amerikaanse McMurdo-basis (foto). Daar kunnen zo'n 1.200 mensen leven. Op het Britse Rothera-kamp (foto), waar Willem-Alexanderen Maxima deze dagen verblijven, wonen en werken ongeveer 100 mensen. De 'bevolking' van Antarctica wordt geschat op ruim 1.000 (winter) tot 5.000 (zomer). Doordat de ene helft van het jaar de zon niet ondergaat en het de andere helft continu nacht is, willen er maar weinig mensen wonen. Toch is er 1 permanente bewoner: Vader Gregory van de Russisch- orthodoxe kerk van de Drievuldigheid bij het Russische onderzoeksstation Bellingshausen. I l '.al iet prinselijk paar do rbrengen. ijy/eSM^zSjonal Zuid-Afrika De naam Antarctica betekent 'tegenover het noorden'. Omdat oude kaartenmakers uitgaan van een zekere symmetrie op de aarde, vermoeden ze dat tegenover de Noordpool een ander land zou liggen, Terra Australis, Zuidelijk Land. Het zou tot 1820 duren voordat iemand het continent ziet. Fabian Gottlieb von Bellingshausen (foto), kapitein in de Russische keizerlijke marine, ziet op 27 januari ijsvelden op wat waarschijnlijk het oosten van Antarctica is. Drie dagen later ziet Edward Bransfield, kapitein in de Britse Royal Navy, het noordelijkste punt van het continent, het huidige Antarctische Schiereiland. Hij maakt melding van twee bergen, waarvan er eentje later Mount Bransfield wordt genoemd, en is daarmee de eerste die onbetwist het land gezien heeft. In november maakt de Amerikaanse zeehondenjager Nathaniel Palmer melding van het land. Een collega en landgenoot van hem, John Davis, zet op 7 februari 1821 voet op het vasteland. De Schotse cartograaf John George Bartholomew gebruikt in 1890 als eerste de naam Antarctica op een landkaart. De Noor Roald Amundsen (foto) wint in december 1911 de race om de geografische zuidpool te bereiken. Hij is 35 dagen sneller dan Robert Scott, die op de pool een tent met daarin een aan hem gerichte brief van Amundsen aantreft. De Noor is inmiddels weer weggegaan. Scott komt bij de terugreis om het leven.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 9