8 Donderdag 5 februari 2009 PZC Vriffitijd&ggtsdtog 1 Onderzoeker Jaap Noorda van de VU Amsterdam gaat voor de MOgroep Welzijn Maatschappe lijke Dienstverlening onderzoeken hoe het jongerenwerk anno 2009 in elkaar steekt. Er zijn nu nog weinig harde cijfers over de sector bekend. De laatste telling van het aantal jongerenwerkers in Nederland stamt uit 2000. Toen waren er 1.706 actief. Volgens Noorda is dat opgelopen tot zo'n 2.000 nu, maar zijn onderzoek moet uit wijzen om welk aantal het precies gaat. Uit eerdere onderzoeken naar jongerenwerk, gehouden op verschillende plaatsen in het land, is naar voren gekomen dat 20 procent van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar behoefte heeft aan 'begeleide vrijetijdsbesteding'. 10 procent krijgt die ook. Op die uitkomst is het pleidooi van de welzijnssector voor een verdubbeling van het aantal jongerenwerkers gebaseerd. Noorda noemt drie achtergronden voor de groeiende behoefte aan begeleiding: 1Minder mogelijkheden voor zinvolle vrijetijdsbesteding in lagere milieus. 2. Meer 'ongerichte' vrije tijd. 3. Er zijn risico's op ontsporing door vroegtijdig schoolverlaten, spijbelen en gebrek aan toe komstperspectief. Volgens Noorda leidt het 'samenklonteren van jongeren op straat zonder perspectief en toezicht' tot overlast en criminaliteit. Het is een uitdrukking van onvrede. ïofb Vincent van. den H(

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 8