Provincie is dé belangenbehartiger Makkelijk van je dure internet- contract af! Kleuter moet veel woorden leren A 95 Met de Directe Overstaphuip Het Net hetnet.nl 0900-1990 Heeft een 'uitgeholde' provincie Zeeland nog wel bestaansrecht? door Rinus Antonisse Zeeland opheffen en bij een andere provincie voe gen. Onderdeel maken van een internationale Vlaamse provincie of een te vor men Rijn-Schelde-Deltaregio. Op zijn minst, om het inwoneraantal te vergroten, Zeeland uitbreiden met Goeree-Overflakkee en/of West-Brabant. Opvattingen ge noeg. Uitgangspunt in de discussies moet zijn: behoud van een zelf standige provincie Zeeland. Niet zozeer vanwege de vaak geroemde identiteit en kenmerken. Die kun nen ook in groter verband tot hun recht komen. Het gaat vooral om rechtstreekse belangenbehartiging. Dat is de belangrijkste reden om Zeeland als zelfstandige provincie overeind te houden. Wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het best. Zonder eigen stoel en stem rond het Haagse haard vuur, krijgt de Zeeuwse samenle ving - zeker op langere termijn - te maken met een ernstige verschra ling van de leefomstandigheden. Provinciale Staten van Zeeland kunnen nu - rekening houdend met het uitgestippelde Rijksbeleid - over vele zaken die de samenle ving direct raken, zélf initiatieven en beslissingen nemen en accen ten leggen. Als de provincie ver dwijnt, is het daarmee gedaan. Zee land is dan deel van een groter pro vinciaal geheel en met de specifie ke Zeeuwse belangen en omstan digheden wordt veel minder reke ning gehouden. Als onderdeel van, bijvoorbeeld, een nieuwe provincie Noord-Bra bant of Zuid-Holland, legt Zee land het in een belangenafweging door de dan gekozen Provinciale Staten altijd af tegen stedelijke grootmachten als Eindhoven en Breda en Rotterdam en Den Haag. De Zeeuwse invloed in het provin ciaal bestuur zal, gegeven het be volkingsaantal, gering zijn. In die positie verwordt Zeeland tot een wormvormig aanhangsel. En daar van is bekend dat het best gemist kan worden. Hoe dat werkt is te zien bij de Zeeuwse positie bin nen organisaties als de Bra bants-Zeeuwse Werkgeversvereni ging en de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland. Voorstanders van opschaling wij zen graag op de positie van Twen te binnen de provincie Overijssel. 'Zeeuwse samenleving kan niet zonder eigen stoel en stem in Den Haag' Die vergelijking gaat mank. Het 'ge west' Twente kan door de aanwe zigheid van krachtige stedelijke ge bieden, universiteitsstad Enschede voorop, een fors stempel drukken op de provinciale besluitvorming. Provinciale Staten in Zwolle kun nen daar niet omheen. Die in breng is voor Zeeland in een opge- schaalde provincie niet weggelegd. Daar komt bij dat een regio als Twente uitstekend in staat is - los .van de provincie - in Haagse krin gen een betekenende lobby te voe ren, die ook resultaten oplevert. Met recht valt te vrezen dat het op heffen van de provincie Zeeland gevolgen heeft voor het in stand houden van (zelfstandige) voorzie ningen op het gebied van onder wijs en gezondheidszorg, voor de inrichting en het gebruik van de ruimte, voor het ontwikkelen van de economie, voor het ontplooien van culturele activiteiten. Kortom, voor in feite alle onderdelen die van belang zijn voor een leefbare samenleving. Het drukken van een eigen provinciaal stempel hier op speelt in het overzichtelijke ge west Zeeland - niet voor niets wel aangeduid als 'de gemeente Zee land'- nadrukkelijker dan in grote re provincies met sterke regio's. De burger zal die verschraling niet meteen merken. Die voltrekt zich sluipend en stapsgewijs. Boven dien is voor de meesten de provin cie een ver van mijn bed-show. Wie moet ooit in het provincie huis te Middelburg zijn? Het ont staan van een brede beweging voor behoud van de provincie Zee land is zodoende niet gauw te ver wachten. Dat is lastig. Het is aan het provinciaal bestuur hierin ver andering te brengen. Daarvoor zijn wel veel samenwerking, duide lijke keuzes en een vernieuwend elan nodig. Daar ontbreekt het he laas (nog) aan. Voor het behoud van de 'Zeeuwse identiteit' is een zelfstandige pro vincie niet per se nodig. Zie de Achterhoek en Twente, die een ei gen karakter hebben behouden, met inbegrip van streektaal en ge woonten. Wel is het zo dat de pro vincie Zeeland, net als in Fries land, een voorname, samenbinden de rol vervult bij het in stand hou den van die Zeeuwse identiteit. En enig historisch besef mag ook best meetellen. Zeeland is met Holland de grondlegger van het huidige ko ninkrijk geweest. Zo'n provincie doek je niet zomaar op. Het Net zegt je Internet vanaf huidige contract op Je zit geen dag WlH p/mnd zonder internet Maandcontract L A Overstaphuip is afhankelijk van uw provider en de looptijd van uw huidige contract. Vroeg opgelopen taalachterstand is later moeilijk in te halen. door Anne Vermeer Op de tafel van de kleuterjuffen in Amsterdam komt een bijzondere placemat te liggen. Die is vooral be doeld om hen te herinneren aan een taak: woorden onderwijzen. Op de mat staan veel woorden die de kinderen moeten kennen. Dat is heel nuttig en nodig. Kinderen verschillen enorm in hoeveel woorden ze kennen. Vier jarige kinderen die thuis Neder lands spreken en veel voorgelezen worden, kennen gemiddeld wel 3500 woorden. Maar de woorden schat van vierjarigen die niet voor gelezen worden is aanmerkelijk kleiner, soms maar 1500 woorden. En kinderen waar thuis vaak een andere taal dan Nederlands wordt gesproken stappen de kleuter school binnen met gemiddeld min der dan 1000 woorden in het Ne derlands. Sommigen zelfs met minder dan 200 woorden! Vormt die achterstand een pro bleem? Ze leren de taal toch van zelf wel, spelenderwijs? Ja, dat is een probleem, en nee, ze leren zo veel woorden niet spelenderwijs, hoe lief de juf ook is. Woorden zijn de sleutel voor suc ces op school. Een kleuter die heel weinig Nederlandse woorden kent, heeft een probleem, nu en vooral ook later. Zo'n kind kan de juf die voorleest moeilijk volgen, heeft meer moeite met leren lezen in groep 3, blijft achter met begrij pend lezen en scoort op de Ci- to-toets in groep 8 lager op zowel taal als wereldoriëntatie. Het gaat hierbij niet alleen om al lochtone kinderen die thuis vooral Turks, Marokkaans of Berbers spre ken, maar ook vaak om autochto ne plattelandskinderen. In een onderzoek hebben we ruim 1200 kinderen in heel Nederland gevolgd van groep 1 tot groep 8. En wat blijkt? De woordenschat van een kleuter in groep 1 voor spelt het best de score op de Cito- toets in groep 8! Een groep kleuters leert aan de hand van prentenboeken nieuwe woorden. foto Evert Elzinga/GPD Het gaat niet vanzelf of spelender wijs. Als je weinig woorden kent, leer je er ook minder woorden bij. Dat komt doordat je onbekende woorden leert door die te raden op basis van de woorden erom heen. Maar als je die woorden er omheen óók niet kent, kun je ook niet meer goed raden en leer je er dus niks bij. Daarmee worden de verschillen tussen kinderen op school niet kleiner, maar groter. Uit onderzoek van de afgelopen twintig jaar blijkt dat wanneer een leerkracht niet gericht aan woor denschat werkt, de achterstand niet wordt ingehaald. Leerkrach- 'Gericht prentenboeken inzetten helpt kleuters met sprongen vooruit' ten zijn zich vaak niet bewust van de enorme aantallen woorden die de kinderen moeten leren, willen ze hun achterstand inhalen. Tot een jaar of acht leren kinderen er min of meer vanzelf ongeveer 800 woorden per jaar erbij. Aan het begin van groep 3 kennen ze er gemiddeld 4500. Een kind dat met 1000 woorden groep 1 binnen komt, moet er in de ruim twee jaar kleuteronderwijs dus 3500 le ren om gemiddeld mee te kunnen in groep 3. Dat is 1500 woorden in een schooljaar van 38 weken: dat is 8 per dag. Elke dag weer 8 nieu we woorden per dag! Dat kan al leen als je gericht aan die woorden werkt. Op de placemat staan voor beide kleutergroepen 1500 woorden op het menu. Ik vind dat een ludieke manier om een belangrijk punt on der de aandacht te brengen. De leerkracht wordt er dagelijks aan herinnerd de kinderen nieuwe woorden aan te leren. Uit ons onderzoek met gericht prentenboeken inzetten voor uit breiding van de woordenschat blijkt dat de kleuters met spron gen vooruitgaan. En het is ook leuk! Een leerkracht die elke dag een kwartiertje gericht aan taal werkt en die elke week weer drie nieuwe prentenboeken voorleest en er elke dag ook minstens één herhaalt (de kleuters willen niets liever!), kan op de placemat de woorden afvinken die de revue ge passeerd zijn. Kies een gevarieerd prentenboekenmenu, en alle woor den van de placemat blijken aan het eind van het jaar verslonden te zijn! Anne Vermeer is onderzoeker op gebied van taalverwerving en taalonderwijs en docent aan de Universiteit van Tilburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 10