spectrum 4
'Géén beeld kan recht doen
R I K
Launspach
PZC
Zaterdag 31 januari 2009
Rik Launspach, auteur van het zojuist verschenen
boek ƒ953 en scenarioschrijver van het script voor de
film De Storm is de komende week diverse keren in
Zeeland. Hij beseft hier 'af en toe op zijn kop te
zullen krijgen'.
door Ali Pankow
Geen enkel beeld zal volledig recht kun
nen doen aan de individuele ervarin
gen tijdens de watersnoodramp, zegt
Rik Launspach. Zijn boek is ook niet
bedoeld om langs de meetlat van de
realiteit te leggen. Hij heeft een duidelijke keus ge
maakt. „Mijn bedoeling met 1953 was een fictieve ro
man te schrijven. Geen documentaire of verslag van
de feiten. Fictie is nodig voor de voortgang van het
verhaal."
Dat verhaal gaat over Julia, een jonge vrouw die het
kind, dat zij vijf weken eerder baarde, kwijt raakt tij
dens de rampnacht. Zij onderneemt een schijnbaar
hopeloze zoektocht dwars tegen de stroom evacués
in. Zij wordt daarbij geholpen door een militair die
'ooit het kind in zichzelf verloor. Een tweede rode
draad in het boek betreft waterstaat-ingenieur Joost
van Ven. Hij staat model voor ]ohan van Veen, de
werkelijke klokkenluider destijds bij Rijkswaterstaat,
die al jaren waarschuwde voor de slechte kwaliteit
van de zeeweringen. Zijn rapport lag twee weken
vóór de rampzalige overstroming op het bureau bij
de toenmalige minister, maar zijn waarschuwing
werd genegeerd. „Ik ben gefascineerd door het feit
dat de Cassandra's in onze maatschappij niet wor
den gehoord", verklaart de auteur zijn keuze. Cassan
dra geldt in de Griekse mythologie voor de eenzaam
roepende in de woestijn, die tevergeefs waarschuwt
voor de komst van een vloot vijandige schepen.
Launspach voert in zijn boek Oostennabije, Arkenes
se en Kouwerve op, namen van zogeheten verdron
ken dorpen uit een ver verleden. Hij heeft dat juist
gedaan om reacties als 'zo is het hier niet gegaan' te
voorkomen. Schouwen-Duiveland en Zierikzee wor
den echter wel genoemd. „Het ging me te ver heel
Zeeland fictief te omschrijven. De watersnoodramp
van 1953 in Zuid-West-Nederland is tenslotte alge
meen bekend."
De te verwachten kritiek op fictie van de mensen die
de feiten kennen, zal de schrijver pareren met een
verwijzing naar de reis van Odysseus, volgens hem
de bakermat van al onze verhalen. „Het is zeer discu-
Roman
tabel of Odysseus werkelijk tien jaar onderweg is ge
weest en alle avonturen ook werkelijk heeft meege
maakt. Nou wil ik mij helemaal niet meten met Ho
merus, maar ik hoop met mijn boek net als in de
Odyssee wel veel algemeen herkenbare emoties te
bieden."
Launspach is van plan zondagmiddag aanwezig
te zijn bij de officiële herdenking van de ramp
slachtoffers bij het monument van Gust Ro-
mijn naast het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.
„Ik voel me schatplichtig aan de gebeurtenis en wat
zich op deze plek allemaal heeft afgespeeld", zegt hij.
Hij is jaren bezig geweest met de watersnoodramp.
Al in 1998 opperde zijn vrouw, scenariste Marjolein
Beumer, het idee een filmscript te-schrijven over de
ze grootste na-oorlogse ramp in Nederland. „De
50-jarige herdenking in 2003 zou deze gebeurtenis
landelijk weer breed in de publiciteit brengen en in
de wetenschap dat filmprojecten in Nederland een
lange incubatietijd hebben, besloten we toen al te be
ginnen met de research." Launspach ondervond
vaak stugheid en geslotenheid bij de Zeeuwen. „Niet
verwonderlijk; waarom zouden de mensen hun hart
uitstorten bij de eerste de beste linkmiegel die zich
hier aandient? Ik heb ervaren dat vooral de toplaag
aan ervaringen wordt gedeeld, maar slechts zelden
kwamen in de gesprekken persoonlijke emoties tot
uiting. Ik heb geen oordeel of dat goed of slecht is.
Waarom zouden mensen hun gevoelens op straat
moeten leggen? Maar ik ben iemand met een theater-
grond en in het theater hebben we een middel ge
vonden om emoties invoelbaar te maken. Een mid
del om te voorkomen dat emoties je ziel opeten."
Launspach trekt in dit verband vergelijkingen met
de Griekse tragedie en met het nut van medicijnman
nen binnen de cultuur van de Indianen. Doel is door
transformatie naar fictie de vaak ondraaglijke werke
lijkheid invoelbaar te maken.
Volgens hem spelen het landschap, de geografi
sche ligging én het geloof een belangrij ke rol
in de volksaard van de Zeeuwen. „Het gere
formeerd geloof is gestoeld op een individuele band
met God. Heel anders dus dan de collectieve bele
ving bij katholieken." Het boek 1953 begint met een
prikkelende zin: 'Toen God de wereld schiep, vergat
Hij Zeeland'. Een zin die de lezers meteen naar bin
nen zuigt. Even later lanceert de auteur het Elfde Ge
bod: 'Gij zult niet wonen in het gebied tussen Rijn
en Schelde'.
Launspach liet zich daartoe inspireren door de offi
cieuze wapenspreuk: 'God schiep de wereld, maar de
Zeeuwen maakten Zeeland'.
„Het land zelf op de zee bevechten zou God als ho
vaardij kunnen opvatten. Zo om de 40 jaar herinner
de Hij de bevolking daaraan met een stormvloed.
Angst speelde vaak een belangrijke rol in de broze
verhouding tussen de mens en de Almachtige. In het
verhaal zit de vader van Julia bijvoorbeeld gevangen
in een constructie van afspraken en conventies. De
liefde voor zijn dochter lijdt daaronder", concludeert
de auteur.
Hij omschrijft zichzelf als een vat waarin al die aspec
ten van geloof, land, ligging en feiten zijn samenge
komen. Aan dat vat zit een kraan waardoor dit alles
in een gecombineerde stroom naar buiten is geko
men met als resultaat het boek 1953.
Maar eerst was er dus dat filmscript, waarvoor aan
vankelijk maar geen budget beschikbaar kwam. Wel
leverde het in de etalage zetten van het verhaal en
thousiasme én bruikbare reacties op. De belangrijk
ste was: 'Maak het breder als je over iets groots als de
ze ramp wilt schrijven'. „Mijn vrouw en ik hadden
niet de pretentie voor onwetend volk eens even de
ramp neer te zetten, maar uiteindelijk zijn we de uit
daging aangegaan het verhaal breder te trekken en er
de lijn van Joost van Ven in te verweven", zegt
Launspach. Hij heeft in dit verband dankbaar ge
bruik gemaakt van het bekende boek De Ramp en de
persoonlijke informatie van Kees Slager, evenals van
de biografie van Willem van der Ham over Johan
van Veen.
Toen ook budget voor die tweede scriptversie uit-
bleefj besloot Launspach tot het schrijven van deze
roman. Daarin immers kon hij alle gegevens en im
pressies op zelf gekozen wijze transformeren naar fic
tie. Een week nadat hij het manuscript had ingele
verd bij zijn uitgever (De Bezige Bij), meldde produc
tiemaatschappij NL Film 8c TV dat ook het vereiste
filmbudget van 6,5 miljoen euro plotseling binnen
was. Launspach bemoeit zich bewust niet met het
maakproces van De Storm.
„Als scenarist moet je daar niet door heen lopen. Bij
film zijn er zoveel andere mensen die eigen dingen
met het verhaal gaan doen. Dat is het mooie, het is
een Gesammtuierk." Hij is wel bij diverse opnamen
aanwezig geweest. „Maar ik voelde me daar volstrekt
nutteloos. Ook de verwachte kick van 'dit heb ik alle
maal bedacht' bleef uit. De afstand is blijkbaar al gro
ter geworden. Ik voel me nu meer de peetoom dan
de geestelijk vader. In feite geldt dat ook al voor het
boek."
Inleiding en gesprek Rik Launspach - vandaag, Zierikzee,
filmtheater FiZi, 15.00 uur; dinsdag 3 februari, Goes, boek
winkel De Koperen Tuin, 19.30 uur. Boek - Rik Launspach:
1953 - Uitgeverij Bezige Bij, €19,90.
Rik Launspach: „Ik ben gefascineerd door het feit dat de Cassandra's niet worden gehoord". foto Emiel van Lint