Meester in pijn lijden en uitrusten
Nys: 'Boom kan afgaan als een gieter'
Lars Boom gaat morgen
jacht maken op zijn
vijfde regenboogtrui.
PZC Zaterdag 31 januari 2009 [37
In het veld rijdt hij de Belgen aan gort, op de weg zal hij zich moeten schikken in de rol van knecht. Voorlopig.
Want Lars Boom wil ook daar oogsten. foto Roy Lazet
door Maarten van Helvoirt
VLIJMEN - Er was een tijd dat Lars
Boom zich Sven Nys waande.
„Mijn vader had een balkje ge
maakt, 35 centimeter hoog, en
daar probeerde ik dan in het park
je tegenover ons huis met mijn
fiets overheen te springen. Ik was
veertien, vijftien jaar en zag op tv
Nys in de cross ook altijd over de
balken springen. Dat moest ik ook
kunnen." Tegenwoordig zou Nys
willen dat hij Boom was. De Belg
wint misschien wel meer wedstrij
den in het veldrijden, maar de Ne
derlander pakt de belangrijke prij
zen.
Voor het WK, morgen in Hooger-
'jeide, is de titelverdediger uit Vlij
en wederom de te kloppen man.
weet niet of Sven mij zou wil-
zijn, maar ik denk wel dat hij
g net zo zelfverzekerd zou wil-
zijn. Voor een WK is hij mij
■e zenuwachtig; zo heeft hij al
paar titels verspeeld. Als je
n de wedstrijd opjaagt, gaat
k foutjes maken." Gouden
ctiek! „Maar niet de mijne. Mijn
actiek is zo snel mogelijk iedereen
lossen."
'Ik omcirkel maximaal vier
doelen in een jaar en daar
ben ik dan gulzig voor'
Misschien wel omdat hij niet be
kend staat als de beste stuurman.
„Dat vind ik nou zo'n bullshit.
Sommige anderen zijn technisch
misschien net iets beter, maar dat
maakt mij nog geen slechte stuur
den Het gebeurt ook wel eens dat
ik de een na de ander zie vallen,
zoals laatst bij de wereldbeker in
Zolder, terwijl ik dan niet één fout
heb gemaakt. En als me dan een
keer wat overkomt, ben ik in staat
heel snel de schade te herstellen."
Zie de cross van Surhuisterveen
onlangs: Boom lag op kop, reed
lek, werd voorbijgestoven, maar
was toch als eerste over de finish.
Dankzij zijn fenomenaal hoge
beentempo. „Dat is me van jongs
af aan ingepeperd door mijn va
der. Die zei altijd dat ik op een klei
ne versnelling moest rijden. Dat
scheelt energie die je later nodig
kan hebben. Daarnaast heb ik veel
vermogen én ik kan veel pijn lij
den. Maar mijn kracht is vooral
dat ik me niet druk maak. Over
niet al te veel dingen althans."
Hij heeft honger. Twee tosti's zijn
er al in ijltempo ingevlogen, de kof
fie en ijsthee waïen ook hap, slik,
weg. In de hoek van het Sportcafé
ontwaart hij koekjes, die bij een
koffietafel horen. „Effe een paar
pakken. Ik heb nog geen avond
eten gehad." Het is een aansteke
lijk soort brutaliteit die deze jonge
man van 23 over zich heeft. Afgelo
pen zomer etaleerde hij die in opti
ma fofma bij het NK op de weg,
zijn eerste bij de elites. Hij tartte
de etiquette van Liet wielrennen
die zegt dat je niet gaat jagen op
een ploegmaat die op kop ligt.
Boom ging toch achter Koos Moe
renhout aan. En vervolgens d'r op
en d'r over. „Mijn koersinstinct zei
dat ik het moest doen. Ik was niet
tevreden met een tweede plaats."
Een van de zeven zondes is gulzig
heid. Hoe waakt de campionissi-
mo ervoor dat hij daaraan ten
prooi valt? „Ik wil niet alles win
nen. Ik omcirkel maximaal vier
doelen in een jaar en daar ben ik
dan gulzig voor. Die wil ik win
nen." Het NK op de weg was een
van zijn missies. Hoofddoel deze
winter: de wereldtitel veldrijden.
Het zou zijn,vijfde regenboogtrui
worden. Hij heeft ook al veertien
rood-wit-blauwe, van de weg en
de cross. Allemaal keurig ingelijst
boven zijn bed. En allemaal besla
pen de nacht na de victorie. „Toen
ik m'n eerste won, zei iemand dat
ik dat moest doen. Het zou geluk
brengen. Als je elf of twaalf bent
geloof je dat graag. Nu is het voor
al traditie." Zijn laatste NK, het
NK veldrijden van twee weken ge
leden, was een hachelijke onderne
ming. Hij laat op zijn I-phone, een
gadget met allerlei communicatie
snufjes, niet al te smakelijke foto's
zien van zijn elleboog. D'r zit een
gat in, zo groot dat een vingertop
er met gemak in zou verdwijnen.
Aanvankelijk waren het er twee.
Souvenirtjes van een lelijke smak
tijdens de veldrit van Loenhout.
Maar Boom is een bikkel. „In 2006
had ik ook zo'n gat. In de vijfde
etappe van de Tour de l'Avenir
viel ik op mijn elleboog. Ik zag ge
lijk dat-ie gehecht moest worden.
Pas op de zevende dag ben ik afge
stapt. Dat ik bij het NK gebles
seerd was en toch wist te winnen,
was goed voor mijn moreel. Want
ik moest er wel moeite voor doen.
Bij het WK is het de bedoeling dat
het wel vanzelf gaat; dat ik kan
vliegen."
Een topsporter moet continu nieu
we uitdagingen krijgen om beter
te worden. En die moet Boom niet
zoeken in het veldrijden, een sport
die volgens NOCNSF te klein is
om in aanmerking te komen voor
subsidie. Was het niet veelzeggend
dat Daphny van den Brand het
voortouw nam voor een handteke
ningenactie om het besluit van de
sportkoepel ongedaan te maken
Vijfde Oranje-titel
Lars Boom was vorig jaar de
vijfde Nederlandse wereldkam
pioen veldrijden. Hij trad in de
voetsporen van Hennie Stam-
snijder (1981Henk Baars
(1990), Adri van der Poel
(1996) en Richard Croenen-
daal (2000).
De laatste tien wereldkampioe
nen veldrijden waren:
2908: Lars Boom (Ned)
2007: Erwin Vervecken (Bel)
2006: Erwin Vervecken (Bel)
2005: Sven Nys (Bel)
2004: Bart Wellens (Bel)
2003: Bart Wellens (Bel)
2002: Mario de Clercq (Bel)
2001: Erwin Vervecken (Bel)
2000: Richard Groenendaal (N)
1999: Mario de Clercq (Bel)
De laatste keer dat de wereldti
tel niet in de Lage Landen te
rechtkwam, was in 1997. Toen
veroverde de Italiaan Daniele
Pontoni de regenboogtrui.
en niet de koning, zelve? „Ik ver
dien te veel om subsidie te krijgen,
dus mij raakte het niet."
„Maar ik heb wel getekend, want
ik vind het belangrijk dat er voor
de jeugd de mogelijkheid moet blij
ven om in het buitenland op trai
ningskamp te gaan. Gelukkig heeft
de actie succes gehad, want de ko
mende twee jaar blijft de subsidie
gehandhaafd. Op dit moment
vind ik de prikkels die ik nodig
heb nog wel in het veldrijden,
maar dat moet natuurlijk wel zo
blijven, want anders houd je niet
het moreel om nog harder te gaan
trainen. Daarom zit ik sinds 1 ja
nuari ook in het ProTour-team
van Rabobank." Het keurkorps
van de wegrenners die de grote
wedstrijden rijden. „Ik zal dit jaar
meer moeten knechten dan dat ik
kopman zal zijn. Over een paar
jaar wil ik goed zijn in de Ronde
van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Als het kan meedoen om de
winst. In 2010 wil ik daar voor het
eerst starten." Sven Nys probeerde
het ook eens in Parijs-Roubaix -
de helletocht over kasseienstroken
ligt nog het meest in het verlengde
van het veldrijden - maar hij kon
niet met de grote mannen mee.
Boom: „Ik denk dat ik een betere
wegrenner ben dan hij."
Nee, jij bént een wegrenner. Daarom
rijd jij in het veld al die Belgen aan
gort.
„Daar heb je> wel gelijk in, ja. In
België maakt een renner al vroeg
de keuze tussen de weg en de
cross. Eenmaal gekozen, blijft geko
zen. Voor de weg moet je nóg
meer trainen dan voor de cross,
maar niet iedereen kan die extra
investering opbrengen. In het
crossseizoen doe ik maximaal vier,
vijf uur per dag - dat krijg je als de
wedstrijd maar een uurtje duurt -
maar als je een wegkoers van 260
kilometer wilt aankunnen, moet
je toch wel zes a zeven uur op een
dag trainen."
En de rest van de tijd rusten.
„Als ik in het seizoen ben, doe ik
buiten het fietsen niet veel. Voor
een wielrenner geldt een gouden
regel: ga zitten als je niet hoeft te
staan en ga liggen als je niet hoeft
te zitten. Ik kan heel goed op de
bank liggen en alleen maar een
beetje tv kijken. Als je geen rust in
je hol hebt, ga je het niet redden."
OSSENDRECHT - De Belgische favoriet Sven Nys gaat
niet mee in de hype om zijn Nederlandse concurrent
Lars Boom af te schilderen als een arrogante kwast.
„Hij is mondig en zelfverzekerd. Hij heeft het recht
om te zeggen dat we bang voor hem moeten zijn.
Maar als het dan een keer misgaat, krijg je alles terug
in je gezicht. Als er één is die zondag kan afgaan als
een gieter is het Lars Boom, Hij kan door de val in
Loenhout nooit de ideale voorbereiding hebben ge
had. Vorig jaar won hij vlak voor het WK nog twee
wereldbekerwedstrijden. Dat is lekker. Nu wint hij
niet en zegt hij dat hij goed is. Dat maakt echter geen
indruk op je concurrenten. Alleen prestaties intimide
ren."