27 reizen
Bedevaar
zonder as
naar Fatii
rcf
Pelgrims die 's nachts
lopen, gaan niet
door de bergen
Jaarlijks trekken
de pelgrims naar
Fatima, het
bedevaartsoord in
Portugal. Ze
lopen vaak langs
de snelweg.
Volgens Bert Stok
kan het een stuk
veiliger en
mooier.
SM De gids Camiriho do Tejo (14,50 euro)
is te bestellen bij Centra Nacional de
Cultura: info@cnc.pt (ter attentie van
senhora Diana). De auteur schreef sa
men met Roel Klein een serie wandel-
gidsen over Portugal met veel aandacht
voor de geschiedenis van het landschap.
ALjf reizen@wegener.nl
024-3650360 P2C
Zaterdag 24 januari 2009
Foto links: Bedevaartgangers in gebed op
het Maria Verschijningsplein.
Foto boven: De drie schaapherders kinderen
aan wie Maria zou zijn verschenen.
foto's EPA
www.wandeleninportugal.info
Etalages in het centrum van Fatima staan
vol met herderskindertjes en heilige maag
den. Een kruidenier is in de hoofdstraat
niet te vinden, daarvoor moet je een zij
straat in. Wanneer ik een terras passeer,
wenkt Jao mij. Samen liepen we gisteren Fa
tima binnen. Hij wandelde via de snelweg
naar het bedevaartsoord.
We drinken een bica (espresso) en praten
over mijn alternatieve pelgrimsroute. „Zou
jij die route willen lopen?", vraag ik hem.
„Waar moet je in de bergen met een blaar
heen?", zegt Jao. Langs de gebruikelijke rou
tes heb je overal medische posten. „Asfalt
loopt lekker, daar heb je geen last van ste
nen of wolven", lacht hij. „Die route van
jou is langer en gaat steeds op en neer."
In Lissabon spreek ik met senhor De Almei
da, de grondlegger van de pelgrimsroutes.
Hij wil vanuit alle windstreken routes naar
Fatima uitzetten. De eerste was de Camin-
ho do Tejo, de tocht vanuit Lissabon langs
de Taag. Kortgeleden kwam de route van
Porto naar Fatima gereed. Er verschijnt ook
een gids over deze Caminho do Norte. De
route vanuit Porto sluit aan op de route van
Santiago de Compostela naar Porto.
De pensioneerde senhor De Almeida ver
telt hoe hij en de andere pelgrims op hun
tochten naar Fatima genieten van de rust
en het landschap. Kritiek heeft hij ook. Zo
vindt hij de kaarten in de gids Caminho do
Tejo niet gedetailleerd genoeg, wat vooral
voor de niet Portugees sprekende pelgrim
een probleem kan zijn. Die kunnen bij twij
fel de routebeschrijving niet raadplegen. In
een volgende uitgave wil hij minder tekst
en beter kaartmateriaal.
Steeds meer pelgrims volgen de Caminho
do Tejo, maar het zal nog wel een tijdje du
ren voordat de asfaltpelgrims in groten geta
le die route kiezen. Mensen vragen De Al
meida vaak: 'Waar kun je slapen? Waar
kun je eten op die route van jou?'. „Het is
daar geen woestijn", antwoordt hij dan.
Reageren?
redactie.reizen@wegener.nl
a je naar Fatima?", roept
een boer vanaf zijn landje
aan de rand van Lissabon.
I We beginnen een praatje.
^^I^P Weet je hoe vaak ik naar Fa
tima ben gelopen?Twintig keer", kraait hij
met zijn tandenloze mond. Tegenwoordig
legt hij de 130 kilometer naar het bede
vaartsoord met de auto af.
Fatima, zondagmorgen 10.00 uur. Pelgrims
strompelen de trappen af naar het Maria
Verschijningsplein. Ze zijn door het duister
van de nacht naar Fatima gelopen. Met een
laatste krachtsinspanning trekken ze hun
felgele hesjes uit en leggen die neer op het.
plein als badhanddoeken op het strand. De
hesjes reflecteerden in de voorbije nacht
het licht van langsscheurende auto's.
Op het plein kruipen de meest devote pel
grims ook nog eens enkele honderden me
ters over een boetebaan naar de verschij
ningskapel, een baan waarop de knieën net
niet tot bloedens toe gepijnigd worden. Een
stevige vrouw bindt dikke sponzen om
haar knieën. Er zijn er die met de kniebe
schermers van hun skeelerende kinderen
de baan op gaan. Zulke beschermers zou ik
de moeder toewensen, die met een kind op
de arm over de baan kruipt. Haar man legt
haar gang vast met de camera.
In de schaduw van een paar flinke bomen
raak ik aan de praat met een vrouw van in
de vijftig. Haar wandelstok, een afgezaagde
bezemsteel, houdt ze losjes in de hand.
Naast haar op het muurtje ligt een kaars
die groter is dan haar pelgrimsstaf. Een
paar jaar geleden kwam ze naar Fatima uit
dankbaarheid voor de promotie van haar
zoon. Vandaag wil ze haar zus steunen die
de boetebaan opgaat. Ze vraagt of ik te voet
naar Fatima ben gekomen. Ik haal mijn Ca
minho de Fatima tevoorschijn en vraag of
ze die wandelgids kent. Maar mijn wandel
route is eigenlijk niks voor haar, bedenk ik.
Want wie 's nachts loopt, gaat niet over
Undwegen hoog door de bergen.
Later zie ik haar staan aan het begin van de
baan, de lange kaars stijf omhoog in haar
rechterhand. Na een kort gebed pakt ze de
hand van haar zus. Samen gaan ze, de één
kruipend en de ander schrijdend, in de rich
ting van de kapel.
De alternatieve pelgrimsroute, officieel de
Caminho do Tejo, loopt langs de Taag (Te
jo) van Lissabon naar Santarém en daarna
omhoog door de bergen naar Fatima. De
route is verdeeld in 5 etappes van zo'n 20
tot 30 kilometer. Aan het eind van elke etap
pe kun je overnachten in een pension of ho
tel. Geglazuurde tegeltjes, azulejos, met het
logo van de Caminho de Fatima wijzen de
pelgrim de weg. Dit pelgrimspad bestaat
nog maar een paar jaar.
De route begint aan de oever van de Taag
in modern Lissabon, met onder meer Pon-
te Vasco da Gama, de grootste brug van Eu
ropa. Al snel kuier je daarna door een rivier
dal, een groene vinger die ver de stad in
steekt. In het vlakke land langs de Taag lig
gen prachtige dijkdorpen, met mooie en
grote landhuizen. Verder natuurlijk olijfbo
men in de bergen, omsloten door bemoste
muurtjes van gestapelde stenen.
Het verhaal wil dat de verschijning van de
heilige maagd op 13 mei 1917 plaatshad. De
hemel zou in de maanden daarna nog een
aantal keren openbarsten. Maria gaf de her
derskinderen Lucia, Jacinta en Francesco
boodschappen mee over het goddeloze
communisme en de wereldvrede; de Eerste
Wereldoorlog was in volle gang. Jacinta en
Francesco stierven kort na de verschijning
aan de Spaanse griep. Lucia werd 97 jaar.
Het grootste deel van haar leven verbleef ze
in een Spaans klooster, ver verwijderd van
Fatima. Alle drie liggen begraven in Nossa
Senhora do Rosério de Fatima, de basiliek
die hoog boven het plein uittorent.
SPANJE