5 spectrum
op 't cultuurproduct
Vroeger moesten we het
hebben van het hoogseizoen
1 H I
Toerisme
PZC
Zaterdag 24 januari 2009
Het oude, aangetaste Badpaviljoen bij Domburg, half de jaren 80.
Het Badpaviljoen verbouwd en vernieuwd in 2008.
door Nadia Berkelder
Een foto van een Walchers strand
midden jaren tachtig: van de dui
nen tot aan de vloedlijn staan
rijen oranje windschermen. Het is een
beeld dat niet meer bestaat. Tegelijker
tijd met het windscherm is de traditione
le badgast uit Zeeland verdwenen. Zo
mer in Zeeland is niet meer. De lange va
kantie heeft plaatsgemaakt voor een
lang weekend of desnoods een weekje
als het nog een keer echt mooi weer is.
En in plaats van een zonnescherm ne
men toeristen liever een klein strand
tentje mee.
De opening van de Oosterscheldekering
in 1986 bracht de zuidelijke Randstad in
eens dichtbij: Rotterdammers waren nu
binnen een uur op een Walchers strand.
Het verband tussen de opening van de
kering en het aantal bezoekers is moei
lijk vast te stellen. Toch groeide het toe
risme eind jaren tachtig spectaculair.
Voor het toerisme is 1989 een absoluut top
jaar geweest, meldde de PZC in februari
1990. Er waren meer toeristen dan ooit
en ze gaven ook nog eens meer geld uit
dan ooit: meer dan een miljard gulden.
En toch, net als nu werd ook begin ja
ren negentig gesomberd over Zeeland
als recreatieprovincie.
Krijn-Jan Coppoolse van camping Ons
Buiten in Oostkapelle en voorzitter van
ondernemersorganisatie Recron heeft
het toerisme zelf zien veranderen. „Wij
zijn in 1970 gestart. De eerste vijftien
jaar was onze camping gewoon een cam
ping. Een oud fruitbedrijf met tenten
tussen de bomen. Vanaf half jaren tach
tig proberen we ons echt te onderschei
den van andere bedrijven. We hebben
een overdekt zwembad gebouwd en
een midgetgolfbaan, er kwam animatie
voor de kinderen en een openluchtthea
ter."
„Vroeger moesten we het hebben van
het hoogseizoen", vertelt Coppoolse.
„Van de schoolvakanties en van de pie
ken met Pinksteren en hemelvaart. Tus
sen die periodes in was het toen echt
rustig. Nu is het in die zogenaamde
schouderperiode, in het voorjaar en de
nazomer, veel drukker. Dat komt omdat
mensen veel meer vrije tijd hebben,
vooral de ouderen. En omdat er meer
voorzieningen op de camping zijn."
De afgelopen 25 jaar zijn in heel Zeeland
de luxe bungalowparken de grond uitge
schoten: onder meer in Domburg, bij de
Brouwersdam, in Hoofdplaat, in Kam
perland en in Bruinisse. En ook op re
genachtige dagen is er nu meer te doen
dan in de jaren tachtig. Waterland Neel-
tje Jans, in 1987 geopend als Delta Expo,
is tegenwoordig de drukst bezochte at
tractie in de provincie.
De laatste paar jaar stemmen niet opti
mistisch, vindt Coppoolse „Het loopt
dramatisch terug, ook bij ons. Het is een
raar gevoel als je in de zomer niet meer
vol zit." Zeeland is pas echt een toeris
tenhit als de zomer heet en droog is. Zo
als in 2003, het absolute toeristische top
jaar. Het was de warmste zomer in ruim
honderd jaar, meldde het KNMI. En ook
voor de horecaondernemers was het
een recordjaar. Dat jaar sliepen toeristen
in totaal 15,5 miljoen nachten in Zee
land.
ALLE VERHALEN IN HET KADER VAN 'HEEFT ZEELAND TOEKOMST'; WWW.PZC.NL/DEBAT
Opening Delta
Expo, het latere
Waterland Neeltje Jans.
Toeristen geven voor Opening Opening Begin van Fiets
het eerst meer dan vakantiepark Port attractiepark een rondje
een miljard gulden Zélandebijde het Arsenaal in meteen
uit in Zeeland. Brouwersdam. Vlissingen. pontje (foto).
Toeristisch
hoogtepunt: de
warmste zomer in
ruim honderd jaar.
In Zeeland werken
14.127 mensen in
Opening
Snowbase
het toerisme. Terneuzen.
1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991
Aantal vakanties van Nederlanders in Zeeland (x1000)
1500
1000 -
500
0 -
1992 1993 1994 1995
1996
1997 1998 1999 2000 2001 2002
Aantal overnachtingen Nederlanders in Zeeland (x1000)
10000 -
5000-
0-
2003 2004 2005 2006 2007 2008
Uitgaven p.p.p.d Nederlandse gasten in euro's
20
15
10
5 -
0
voor de provincie. Daar was veel twijfel
over, maar dat is helemaal over."
Daadkrachtige figuren zoals Henk Schol
ten (theater Terneuzen) en Jan de la Mar
(Uit in Zeeland) zorgden voor een enorme
verbreding van het podiumaanbod. Later
verrezen er mooie theaters in Terneuzen
en Goes. Jacques Boonman begon bijna 25
jaar geleden met Podium Reimerswaal.
„Sindsdien is het aantal voorstellingen op
gekrikt van vijf per seizoen naar 35." Boon
man programmeert inmiddels ook in Bor-
sele, op Noord-Beveland en Tholen en in
West-Brabant en verwezenlijkt daarmee
het aloude ideaal van cultuurspreiding.
Maar niet alleen de podiumkunsten zijn
tot bloei gekomen. Op het gebied van beel
dende kunst kreeg De Vleeshal
onder de hoede van
Danceparade
Middelburg, 2008.
Lex ter Braak en later Rutger Wolfson (in
ternationale allure, Leon Riekwell deed
daar niet voor onder met de Watertoren
in Oost-Souburg en deWillem3, er zijn nu
tientallen festivals, op museumgebied heb
ben het Muzeeum en het gereïncarneerde
Zeeuws Museum voor een grote impuls ge
zorgd, binnen de muziek zijn diverse se-
mi-professionele gezelschappen ontstaan,
is de concertzaal in Middelburg herboren
en heeft Muziekpodium Zeeland als erfge
naam van Nieuwe Muziek het aanbod aan
zienlijk verbreed, film is een factor van be
tekenis geworden
en verder is
een volwas
sen popcul
tuur ontstaan,
met goede po
dia, grote evene
menten (zoals Con
cert at Sea) en het be
sef dat men - met dank
aan vaandeldragers Blof
en Racoon - landelijk kan
meetellen.
Toch klinkt er niet overal ap
plaus. Plannen voor een mu
seum voor hedendaagse kunst
sneuvelden, Schouwen-Duiveland
moet het nu zonder theater stellen,
door het uitblijven van een A-theater
gaan heel grote producties nog altijd
aan Zeeland voorbij. Mede door de expan
sie van de professionele kunst is de ama
teurkunst in de verdatkking gekomen.
„Die is over de gehele linie achtergeble
ven", signaleert Huijbreghs.
De jonge culturele infrastructuur is ook
kwetsbaar. Veel van wat tot stand is ge
bracht, is te danken aan een beperkt aantal
doortastende, vindingrijke geesten die
enigszins in de luwte hun talenten ont
plooiden. Vroeg of laat nemen zij afscheid
of maken landelijk promotie. De komende
tijd moet blijken in hoeverre opvolgers de
opgaande lijn kunnen voortzetten.