klok van Namen
Hier
hoor je de
Ook de dood hoort bij een geboortegolf
Nieuwe raadkaart
Weekboek van'
een herder
1 6 Zaterdag 10 januari 2009 PZC
Opnieuw een winters tafereel, dit keer een stadsgezicht, uit de collectie
van verzamelaar Hans Lindenbergh. De vraag luidt: wat is de naam van
de afgebeelde stad. Nadere informatie en/of persoonlijk herinneringen
zijn zoals altijd welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk donderdag t5 januari worden
gestuurd naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 91,4330 AB Middel
burg, fax 0118-434019, e-mail redactie@pzc.nl.
Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebon
nen verdeeld.
alle foto's waren uitgescheurd,
bleef er toch nog een boekje ach
ter met diezelfde foto's om klein
formaat."
Van der Wiel wijst op de toren
spits van Graauw, die nog net te
zien is. „Het bijzondere aan de fo
to vind ik zelf dat deze genomen
is iets ten oosten van het toenmali
ge dorp Namen. Dit laatste dorp is
in 1715 door een zware storm ver
gaan. De in 1661 gegoten torenklok
hangt na diverse omzwervingen
sinds 1809 in de kerktoren van
Graauw. Om die reden wordt wel
gezegd dat je, al wandelend in Saef-
tinge, soms de klok van het ver
dronken Namen hoort luiden!"
Kees Stevense uit Middelburg blikt
terug op de middeleeuwen, toen
in 'Chavetinghe' diverse kerkdor
pen lagen. Saeftinge is rond 1200
ingepolderd door de Cisterciënzer-
monikken van Abdij Ter Doest in
Lissewege bij Brugge. De enorme
tiendschuur van de voormalige ab
dij is daar nog steeds aanwezig.
„Tengevolge van de Allerheiligen
vloed van 1870 ging deze welvaren
de streek grotendeels verloren. Het
andere deel werd in 1584 door de
Staatse troepen onder water gezet
om de opmars van de Spaanse
troepen een halt toe te roepen.
Vanaf dat moment was er sprake
van een verdronken land. Het wa
ter kwam zelfs tot aan de poorten
van Hulst!" schrijft Stevense.
Later is geprobeerd het gebied op
nieuw te bedijken, maar meestal
vergeefs. De laatste bedijking leid
de tot de vorming vand e Herto-
ging Hedwigepolder. Volgens Ste
vense waren daarbij in 1907 wel ne
genhonderd arbeidskrachten be
trokken. Hij wijst erop dat dit ge
bied een eeuw later ernstig wordt
bedreigd. „Met name het al dan
niet onder water zetten van de
Hertogin Hedwigepolder verhit de
gemoederen van de boeren ener
zijds en natuurbeschermers ander
zijds. Sinds kort is daar, als alterna
tief voor het ontpolderen, de kwes
tie van het al dan niet afplaggen
van het Verdronken Land van Saef
tinge aan toegevoegd", schetst de
Middelburger de actuele situatie.
De waardebonnen gaan naar
Edwin Paree, Middelburg, Marian
ne Robbrecht, Nieuw-Namen en
Adrie van de Wiel, Vogelwaarde.
door Willem Staat
Een foto van het Verdronken
Land van Saeftinge. Dit
denk ik omdat ik hier vorig
jaar tot aan mijn enkels in
de slik heb gebanjerd. Dat schrijft
Margreet Houterman uit Colijns-
plaat. Zij heeft goed gegokt.
De raadkaart van vorige week kost
te veel hoofdbrekens. Liefst een op
de drie inzenders kwam dan ook
met een foute oplossing op de
proppen. Genoemd werden de
Krabbenkreek bij Sint Annaland,
De Schelphoek op Schouwen, De
Kalloot, Het Zwin en de duintjes
bij Rammekenshoek. Allemaal
fout dus.
Adrie van de Wiel uit Kloosterzan-
de kent de herkomst van de kaart
van verleden week. „De foto is er
een van een serie van twaalf prach
tige prentbriefkaarten, welke onge
veer dertig jaar geleden in een
boekje zijn uitgegeven. Het geheel
vormde een blijvende herinnering
aan een bezoek aan Het Vedron-
ken Land van Saeftinge. De prent
briefkaarten konden ook worden
uitgescheurd en als zodanig als an
sichtkaart worden verstuurd. Als
door René Hoonhorst
Er heerst donderdag 8 januari nog
steeds aangename rust in de stal van
de Schaapskudde Zeeuws-Vlaanderen.
De kudde is sinds 23 december uitge
breid met zo'n zestig lammeren, maar tot ru
moer leidt dat vooralsnog niet.
Herders lan en Serge Klomp en Natasja Ver
meulen beschouwen het een beetje als stilte
voor de storm. Dit weekeinde breekt de ge
boortegolf echt los, verwacht fan. Binnen een
maand komen er tussen de drie- en de vier
honderd lammeren bij. Maar mens noch dier
die er zich druk om lijkt te maken.in de stal.
De ooien zijn helemaal op hun gemak. De
hokken zijn ruim, geen schaap hoeft te drin
gen om een plek bij de grote ruiven en er zijn
dit seizoen waterbakken genoeg geplaatst om
ooien op elk moment te laten drinken.
Een aantal houten voorzethekken is vervan
gen door stalen poortjes. Kijk Jan in zijn hart
en je ziet dat hij houten afzettingen mooier
vindt. Maar de herder is pragmatisch genoeg
om het gebruiksgemak voorop te zetten. Op
de stalen hekken zit een hendel die met een
elleboog al eenvoudig opzij kan worden ge
schoven. „Makkelijk als je met twee lamme
ren onder je arm een hok wil uitlopen. Met
een beetje inspanning kun je je benen wel
over een hek zwaaien, maar als je de hele dag
niet anders doet, voel je het op een gegeven
moment behoorlijk in je liezen. Dus is het ge
woon handiger om makkelijk te openen hek
ken te hebben."
Veel leken zien alleen de romantiek van het
beroep, maar voor een schaapherder is zijn
kudde ook zijn bedrijf. Over het vervangen
van een mooi nostalgisch houten hek door
een ergonomisch verantwoord en vooral ge
makkelijk hanteerbaar stalen exemplaar
hoeft dan ook niet lang te worden nagedacht.
Maar Klomp zet geen stalen terugklaphekken
voor de lange houten voerbakken tussen de
hokken, hoewel de klaphekjes het hooiverlies
beperken. Meestal vreten de ooien keurig uit
de bak. Maar als het wat drukker en rumoeri
ger is, belandt er nogal eens wat voer uit de
ruif op het stro waarop de schapen staan en
hun ontlasting laten vallen. Klomp: „Als je
stalen hekken hebt, die terugklappen op het
moment dat de dieren hun kop terugtrekken
uit de bak gaat er minder hooi verloren. Maar
dan hoor je de hele dag dat geklepper van die
hekken. Het zal best zo zijn dat je dat geluid
op een gegeven moment niet meer hoort,
maar ik vind de rust die er nu heerst toch
een stuk plezieriger."
Met de rust zal het snel gedaan zijn. Klomp
hoopt dat de vloed geboorten op dezelfde ma
nier door de stal rolt, als het eerste golfje. Net
als elk jaar waren er weer lammeren die het
niet haalden: doodgeboren of na een dagje
toch te zwak om te overleven. Hoeveel het er
de eerste weken waren, weet Klomp niet pre
cies. „Dat kan ik wel in de administratie nakij
ken, maar dat doe ik voorlopig niet. Dode
lammeren horen'erbij, dat moet je accepte
ren. Maar je moet er niet te veel bij stilstaan,
zo lang er nog ooien moeten aflammeren."