5 spectrum
In het huis van de dichter
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
koud kunstje
PZC
Zaterdag 10 januari 2009
Soms word je door een boek totaal meege
sleept in de verbeeldingswereld van de
schrijver. Bij het naderen van de laatste
bladzijden ga je steeds trager lezen. Lang
zaam sla je bladzijden om. Het onvermijdelijke ein
de nadert..., de laatste zinnen..., uit!
Dan breekt er een vreselijke periode aan. Het ver
haal is zo onder je huid gekropen dat je absoluut
niet in staat bent je aan een nieuw boek uit te leve
ren.
Ik vergelijk het altijd met een verbroken relatie.
Wanneer je verloofde uit je leven is verdwenen,
ben je ook niet in staat je ogenblikkelijk aan een
andere geliefde te geven. Zo tob ik nu al weken,
begin aan allerlei beoogde top boeken, maar het
wil maar niet lukken.
Het korte en heftige leven van de geniale pianist
Youri Egorov, ontsnapt aan het communistisch re
gime in Rusland, dat in ons land tot korte maar
uitbundige bloei is gekomen, is door Jan Brokken
verteld op een manier waardoor je, ondanks je
kennis van de slechte afloop, mee-ademt tot de
laatste pagina. En iedere keer dat ik mijn kinderen
in Almere bezoek en door de Youri Egorovstraat
rijd, doemen de beelden uit dat wilde woeste mu
ziekleven weer bij mij op.
Los van het bloedstollende verhaal van zijn vlucht
uit Rusland is daar de muziek. Jan Brokken is in
staat je muziek te laten lezen.
Het boek begint als een interview. Jan wilde voor
de HP een groot interview met Egorov maken,
een plan dat bij de redactie aanvankelijk op nogal
wat weerstand stuitte. En toen hoofdredaneur
Ron Kaal Brokken de kans gaf, was deze zelf ook
niet helemaal gerust op het slagen van de onderne
ming. „Musici zijn geen praters. Ze leggen in mu
ziek wat ze zeggen willen, terwijl ik woorden no
dig had die ik op een blaadje kon typen. Veel
woorden, een levensverhaal."
Pas na een paar sessies begon het te lopen. Youri
vertelt over zijn Russische jeugd, hoe bang hij was
opgepakt en mishandeld te worden. Zijn ho-
mosexualiteit was daarbij ook een punt, in Siberië
hadden homosexuelen meer van medegevange
nen te vrezen dan van cipiers.
Na al die verhalen over Rusland komt de ham
vraag: „Wat maakt de ene pianist groter dan de an
dere?", vraagt Brokken.
„Techniek," antwoordt Youri. „Muzikaliteit. Inle
vingsvermogen. Uitstraling. De juiste omstandighe
den."
„Hoe?"
„Door mee te gaan. Dan maak je het mee, dan zie
je het met eigen ogen."
Zo begint dit unieke boek. Jan Brokken scheept
zich als het ware in op de schuit van Egorov's le
ven, een wilde vaart. Het verslag van de concerten,
het beulen van zo'n sterrenpianist, het reizen en
trekken, de liefde, de wilde orgiën met drugs en
drank, en altijd weer de muziek die het laatste
woord heeft. In zijn verantwoording schrijft Brok
ken: „De voornaamste bron van 'In het huis van
de dichter' was mijn herinnering." En dan citeert
hij de Rus Varlam Sjalamov: „Voor het geheugen
zijn, net als voor de dood, allen gelijk en de schrij
ver heeft het recht zich de jurk van het dienstmeis
je te herinneren en de juwelen van de bazin te ver
geten." Ik bestrijd mijn heimwee naar het uitgele
zen boek door het maar weer opnieuw te lezen!