spectrum 4
PZC
Zaterdag 10 januari 2009
Welvarend
onbehagen
In onze cultuur is materiële rijkdom tot het hoogste goed verheven.
De kredietcrisis toont echter feilloos aan hoe kwetsbaar de wereld
van geld en hebzucht is. Natuurlijk is het verleidelijk met de
beschuldigende vinger naar de bankiers van Wall Street of de
Amsterdamse Zuidas te wijzen. Maar eigenlijk moeten we allemaal
eens kritisch in de spiegel kijken.
door Jasper van de Kerkhof foto Lex van Lieshout/ANP
Zwarte maandag, 29 september
2008. Nadat Wouter Bos
heeft ingegrepen om Fortis
van de ondergang te redden,
incasseert de beurs in Amster
dam een historisch verlies: 9 procent. Over
al ter wereld kleuren de koersen bloed
rood. In 24 uur gaat wereldwijd 1.200 mil
jard dollar aan beurswaarde in rook op. Op
tv schieten beelden voorbij van wanhopi-
gé handelaren, pessimistische commentato
ren trekken een vergelijking met de Grote
Depressie uit de jaren dertig.
De paniek van september 2008 is dan wel
weggeëbd, de kredietcrisis dwingt ons na
te denken over de vraag of de materiële
voorspoed die we zo gewoon vinden, ook
echt vanzelfsprekend is. Oude 'zekerhe
den' - dat de huizen meer waard worden,
dat spaargeld veilig is bij de bank en dat
pensioenen meeliften met de kosten van
levensonderhoud - lijken opeens niet
meer zo zeker. Het financiële kaartenhuis
dat er zo robuust uitzag, stond de afgelo-
pen maanden meermalen op het punt in
te storten en alles en iedereen met zich
mee te sleuren. De crisis toont daarmee
feilloos aan hoe broos het 'casinokapitalis-
me' van bankiers en beurshandelaren ei
genlijk is en houdt ons tegelijkertijd een
spiegel voor.
Natuurlijk is het verleidelijk te wijzen naar
de graaiende bestuursvoorzitters, de ver
dorven bonuscultuur in de top van het be
drijfsleven en de roekeloze scoringsdrift in
de financiële sector. Maar laten we niet ver
geten dat zij de meest zichtbare uitwas
zijn van een maatschappij die zwelgt in
zijn overvloed en waar geld het enige lijkt
te zijn dat écht telt. Onze honger naar
meer lijkt nooit gestild. Anderhalf miljoen
Nederlandse huishoudens hebben twee of
meer auto's, in het gemiddelde gezin sur
fen de kinderen op 2,2 computers en kij
ken 's avonds naar hun eigen tv. En we
gaan 2,8 keer per jaar op vakantie. Dat is
nog niet genoeg, de helft van de Nederlan
ders wil er nóg vaker op uit.
Waarom nemen we geen genoegen met
de welvaart die we al hebben? We gebrui
ken geld niet alleen om spullen van te ko
pen die we nodig hebben of die het leven
aangenaam maken, stelt Rutger Claassen,
auteur van het boek Het eeuwige tekort.
„Geld is ook steeds meer een doel op zich
geworden, een manier om aanzien te ver
werven. Geld verschaft status, tegenwoor
dig meer dan enige andere vaardigheid of
'Rijkdom bestaat niet uit het hebben van veel bezittingen, maar in het heb
ben van weinig behoeften.'
Grieks wijsgeer Epicurus (derde eeuw v. Christus)
'Afgunst wordt niet veroorzaakt door grote verschillen tussen onszelf en
anderen, maar juist door een zekere overeenkomst Een soldaat is niet ja
loers op zijn generaal, wel op zijn sergeant'
Schotse filosoof David Hume (1711-1766)
'We weten nooit de waarde van water, totdat de bron droog komt te
staan.'
Engels gezegde
'Kapitalisme is het verbazingwekkende geloof dat de meest ondeugende
mensen de meest ondeugende dingen doen ten gunste van iedereen.'
Brits econoom John Maynard Keynes (1883-1946)
'De aarde biedt meer dan voldoende om ieders behoeften te bevredigen,
maar niet ieders hebzucht.'
Gandhi, Indiaas politiek en spiritueel leider (1869-1948)
'Mensen kennen de prijs van alles en de waarde van niets.'
Oscar Wilde, Engels-Ierse dichter en toneelschrijver (1854-1900)
De overheid, dankzij omvangrij
ke steun aan banken en be
drijfsleven terug in het hart
van de economie, is voorbes
temd het voortouw te nemen. De eerste
voorzichtige aanzetten zijn al gedaan. De
bonussen van bankiers en verzekeraars die
om steun moesten aankloppen bij minis
ter Bos (ABN Amro, Fortis, ING, Aegon en
SNS Reaal) zijn aan banden gelegd. De tijd
dat financiële instellingen naar eigen goed
dunken geld heen en weer konden schui
ven, lijkt voorbij. De teugels worden aange
haald en het toezicht op de financiële sec
Reageren?
spectrum@wegener.nl
talent."
Hoe is het anders te verklaren dat we on
danks onze materiële overvloed steeds
weer bereid zijn er een schepje bovenop te
doen, net wat harder te werken dan een
collega voor die felbegeerde promotie, te
speculeren op de beurs in plaats van te spa
ren of klakkeloos een lening afsluiten voor
spullen die we eigenlijk niet kunnen beta
len? De paradox is dat we rijker kijn dan
ooit, maar dat tegelijkertijd geld in ons le
ven centraler staat dan ooit tevoren.
Opmerkelijk genoeg is dat te danken aan
de democratisering en het gelijkheidsden-
ken, betoogt de Britse schrijver Alain de
Botton in zijn boek Statusangst. Vroeger
waren er klassen en standen en kende ie
dereen zijn plek: wie voor een dubbeltje
was geboren, werd nooit een kwartje. De
huidige maatschappij gaat ervan uit dat ie
dereen gelijke kansen heeft en dus zijn
plek aan de top moet bevechten. Gevolg is
dat iedereen elkaar de loef wil afsteken.
Maar het is tijd de bakens te verzetten. De
ongebreidelde hebzucht staat nu in een
kwaad daglicht en dat biedt kansen tot een
minder eenzijdige maatschappelijke orde
ning te komen. We wijzen makkelijk naar
anderen, naar de zakkenvullende bankiers
bijvoorbeeld, maar zijn weinig kritisch op
onszelf Ten onrechte, want de huidige cri
sis reikt veel verder dan het onnavolgbare
gegoochel met geld in de financiële we
reld. Het is een mentaliteitskwestie die ons
allemaal raakt. Ook in kringen van weten
schap, politiek, religie en maatschappelijke
organisaties klinkt het pleidooi voor herzie
ning van onze materialistische levensstijl.
tor wordt verscherpt. Een breuk met de af
gelopen jaren, waarin de gedachte heerste
dat de markt wel wist wat goed is en wat
niet. De markt kent echter geen moraal.
De hervormingen in de top van bedrijfsle
ven en politiek moeten nu geleidelijk door
sijpelen naar de rest van de maatschappij.
Dat zal nog niet meevallen. De hang naar
status en de inhaligheid die daaruit voort
komt, is volgens velen de motor van onze
moderne consumptiemaatschappij. Met de
overdrijving die het zakenblad eigen is,
noemde Quote hebzucht eens 'de door de
goden verdoemde emotie die aan de basis
staat van onze welvaart en daarmee van
onze beschaving'. In minder uitdagende
woorden wordt die redenering door veel
serieuze denkers gevolgd: zonder heb
zucht geen ambitie, zonder ambitie geen
vooruitgang, zonder vooruitgang geen wel
vaart.
Heeft een pleidooi voor een minder eenzij
dig op geld gerichte maatschappij dan wel
kans van slagen? Hele generaties zijn opge
groeid met overvloed en het zou naïef zijn
te denken dat één crisis, hoe heftig ook, on
ze materialistische levenswijze zomaar kan
veranderen. Natuurlijk is het wensdenken.
Het gevoel dat het anders moet, kan ook
zo weer overgaan. We zijn nu eenmaal ge
wend te consumeren en geld te verdienen
alsof de betekenis van het leven daarvan
afhangt. Dat doorbreek je niet van de ene
dag op de andere.
Er zijn lichtpuntjes. „Niets verplicht ons
het heersende statussysteem te onderschrij
ven", concludeert Alain de Botton aan het
slot van zijn boek Statusangst. Het is een
ingewikkelde manier om te zeggen dat we
er zelf voor hebben gekozen geld zo'n cen
trale plek in ons bestaan te geven en we er
dus ook zelf voor kunnen kiezen dat weer
los te laten.
Wie een positieve blik op de mensheid
heeft, gaat ervan uit dat we in de kern mo
rele wezens zijn, die verder kunnen kijken
dan eigen materieel gewin. Misschien heb
ben we alleen wat meer ruggengraat no
dig.