reizen SL m m Heimwee naar Bob Moet ik uitleggen dat het leven niet steeds automa tisch wordt verlengd? t In 1609 probeert de zeevaarder Henry Hudson ter hoogte van het huidige New York een route naar de oost. Vier eeuwen later ontdekt Arjan Leenhouts nog veel bewijzen van deze Nederlandse expeditie. Nederlandse sporen PZC Zaterdag 3 januari 2009 reizen@wegener.nl 024-3650360 7s CD O Bob kijkt uit over de baai van het kleine hotel op het eiland dat zoals altijd rustig ligt te bakken in de tropi sche zon. Ik ken die plaats goed. Het is ook mijn favo riete bestemming aan het einde van het kalenderjaar. Bob hoort daarbij. Als een klokhuis bij een appel. Als een hart bij een lichaam. Oudejaarsavond nadert. Het kleine eilandje knalt aan alle kanten. Vuurwerk is hier ruim voor de jaarwisseling al vol op verkrijgbaar. Vanaf kerst zijn de doorlopend ontploffen de rotjes en vuurpijlen de vertrouwde geluiden van de nacht. Ons hotelletje biedt deze tijd van het jaar onderdak aan veel vaste gasten. Bob is tussen hen een opvallende. Hij is het leven in het kwadraat. Vol energie, altijd lachend, rode pet op de grijze krullen. Als er iets georganiseerd moet wor den, doet hij het. Bekend met de Nederlandse artiestenwe reld regelt Bob de kaartjes voor optredens. Etentjes worden gearrangeerd. Uitstapjes opgezet. Altijd bezig. Altijd druk. Al tijd met plezier. En alles wat gebeurt, kan beter. Maar dat doen we dan vol gend jaar. De plannen zijn reeds gesmeed nog voor de eerste januari voorbij is. Volgend jaar gaan we eerder eten, en dan blijven we iets korter bij het vuurwerk zodat we nog vol doende tijd hebben voor het laatste feest op een ander strand. Volgend jaar. Dan zul je eens wat beleven. Maar dat was vorig jaar. Inmiddels is Bob dood. Gewoon dood. Plotseling overleden aan iets onbegrijpelijks. Kernge zond en toch weggehaald, 57 jaar oud. De schok was groot, ik voel het nog. In het keiharde, oogverblindende tropenlicht is nu geen ro de pet meer te zien. Toch kabbelt het water niet veel ^nders dan een jaar terug. Vadertje Tijd heeft duidelijk geen bal te maken met zij die afvallen. Alles gaat voort. Het hotel aan de prachtige baai staat er nog steeds. Zoals altijd verdringen vaste gasten zich rond de bar voor een kopje koffie of glaasje wijn. Bitterballen zijn er ook. Onverbiddelijk nadert opnieuw het einde van een jaar. Bij de lokale super markt is de verkoop van vuurwerk officieel gestart. Zeecontainers vol knal- en sierspul worden over het eilandje uitgestort. Samen met de kinderen sta ik voor de stalen toonbank. En net als elk jaar bespre ken we de mogelijkheid om een brandende lucifer in de voorraad te werpen. We doen het niet. Onze keuze valt op grote vuurpijlen en een flinke portie atoombommen. Een mens moet wat. Omdat het einde van het jaar zo duidelijk in zicht komt, grijpen melancholieke gedachten regelmatig hun kans. Ëempaar glaasjes wijn erbij, het prachtige avondrood in de ogen en dan plots een diepere gedachte. Dit jaar is het heftiger dan anders. Er ontbreekt iemand en dat komt niet meer goed. In mijn hypochondrie steken twij fels over de eigen levensverwachting dan gemakkelijk de kop op. 'Het leven is niets', zei een Belgische traumatoloog ooit tegen mij toen ik, verbijsterd, iemand onder zijn han den zag sterven. 'Er hoeft maar dit (knippende vinger) te ge beuren of u bent er niet meer', Ilckan niet zeggen dat het troostende woorden zijn, maar waar zijn ze overduidelijk wel. Inmiddels is oudejaarsavond in volle gang. Regelmatig komt de afwezigheid van Bob ter sprake. God, wat is vorig jaar eigenlijk nog maar kort geleden. Het mag de pret niet drukken, maar dat doet het toch. We zijn minder uitgelaten dan andere jaren. Iets wat Bob overigens niet zou zijn beval len. Tegen middernacht gaat ook ons vuurwerk in de fik. Nette hotelgasten verschieten van kleur wanneer de nitraat- bommen ontploffen. Samen met de kinderen hebben kin derachtige volwassenen enorme lol. Ik ook. Ineens verschij nen twee lachende gezichten. Volgend jaar nog meer vuur werk pap, twee keer zoveel. Ja? Oké? Echt? Ik moet even rillen bij de gedachte aan volgend jaar. Zal ik een voorbehoud maken? Moet ik uitleggen dat het leven niet steeds automatisch met een jaar wordt verlengd? Laat ik het feest maar niet verstoren. Life goes on en we blijven zo lang mogelijk aan boord. Met de hand op mijn hart beloof ik een verhoging van het vuurwerkbudget. Tevreden ver dwijnt het kroost richting oliebollen. Voortdurend verlich ten vuurpijlen de zoele tropennacht. Volgend jaar. ]a, ja. Het kost moeite sombere gedachten op afstand te houden. Ge lukkig is er nog champagne, veel champagne. We heffen de glazen en drinken. Op het nieuwe jaar. Op Bob. Precies boven Manhattan hangt een grote boze wolk. Zonder de Grote Tweelingbroers ogen de achtergebleven wolken krabbers op de zuidpunt van het voormalige Nieuw-Amsterdam (het huidige New York) nog altijd een beetje zielig en verweesd. Het lijkt alsof ze dichter tegen elkaar zijn gaan staan in de regen sinds we tien minuten geleden met de ferry overstaken. Maar wij mogen niet klagen: dat we midden in de winter welkom zijn op Governors Island is een voorrecht dat nu alleen nog is voor behouden aan slopers. Die zijn al volop bezig het verloren eilandje tussen Manhattan en Brooklyn te ontdoen van verlaten leger- en kustwachtgebouwen. Niet dat hun herrie ertoe moet lei den dat Governors Island er straks weer komt uit te zien als 400 jaar geleden toen Hudson voorbijvoer en het nog werd bewoond door in dianen. Dat zou zonde zijn van Castle Williams uit 1812, de twee andere forten en het fraaie heren- De Half Moon vol in de zeilen. foto CPD Nederlandse sporen zijn er genoeg langs de Hudson. Koopmanshuis Crailo (Kraailoo) in Rensselaer aan de rivier. In de tuin graven ze nog steeds Goudse pijpen op, binnen is een expositie gewijd aan Hudson 400. First Church. Gesticht in 1642, met de oudste preekstoel in de VS, gemaakt in Nederland. Buiten is ook een preekstoel waar een dominee 's zomers drive-in kerkdiensten houdt. Quackenbush-huis, nu het Franse restaurant Le Canard Enchainé. Albany Institute of History Art, één van Amerika's oudste musea en één van wereldklasse. Behalve Hollandse kunst en Nederlands erfgoed is er de tentoonstelling Hudson River Panorama. Het New York State Museum komt met de expositie '1609' over de mythen rond Hudsons reis. Knickerbocker Mansion in Schaghticoke. Knickerbocker komt van knikkerbakker, de bijnaam van een familie die hier ooit boerde. De naam werd beroemd dankzij de schrijver Washington Irving, die onder dat pseudoniem verzonnen historische verhalen schreef, vooral over de Nederlandse gemeenschap in New York. huis waarin de wereldleiders Rea gan en Gorbatsjov zich in 1988 in spanden voor ontspanning. En on doenlijk, want meer dan de helft van de huidige 70 hectare werd nog geen eeuw geleden aangelegd met opgegraven rotsgrond voor een metrolijn. Net als in 1637, toen gouverneur Wouter van Twiller 'Noten Eylant' van de Manahata's kocht voor twee bijlen, een kralenketting en een handjevol spijkers, krijgt Go- vernors Island de komende jaren een Nederlands tintje. Nee, de Ne derlandse zaagmolen uit de zeven tiende eeuw komt niet terug. Naar het ontwerp van de land schapsarchitecten Jerry van Eyk en Adriaan Geuze van het Nederland se bureau West 8 wordt het lelijke deel omgetoverd tot New Yorks nieuwste topattractie: een stadsoa- se met wandel- en fietspaden (gra tis houten fietsen!), vijf groene heu vels, vijvers en bomen en het beste uitzicht op het Vrijheidsbeeld. Trots plantte premier Balkenende vorig jaar er de eerste notenboom voor het project, dat inclpsief de restauraties honderden miljoenen dollars gaat kosten. Het park moet over drie jaar voltooid zijn, maar New Yorkers en toeristen kunnen nu al tussen mei en september aan genaam verpozen op het eiland. Dat het verslag van Henry Hudson ertoe leidde dat de West-Indische Compagnie in 1624 op Manhattan Nieuw-Amsterdam vestigde, de stad die na de inname door de En gelsen in 1664 werd omgedoopt in New York, is genoegzaam bekend. En dat er behalve de vele 'Neder landse' wijk- en straatnamen en het graf van gouverneur Peter Stuy- vesant weinig verrassends meer over is van 'onze' geschiedenis in Amerika's grootste stad, is voor ons aanleiding het hogerop te zoe ken in de staat en ons in de 'Big Apple' te beperken tot bezoeken aan twee oude boerderijen. Boerderijen in de stad? Jawel, het Dyckman Farmhouse Museum, middenin de Dominicaanse buurt in Upper Manhattan, en de Wy- ckoffFarm, diep in Brooklyn (Nieuw-Breukelen), zijn dromerige anachronismen in 'the city that ne ver sleeps'. Ze vertellen de verha len van de eerste Nederlandse boe ren en hun nazaten, die hier nog tot de vorige eeuw woonden totdat de stad hun stulpjes opslokte. De volgende dag trekken we stroomopwaarts langs de Hudson naar Yonkers, genoemd naar jonk heer Adriaen van der Donck, die Jonkers Land kreeg omdat hij voor vrede met de indianen zorgde. Daar is niets meer van terug te vin den, maar in Yonkers ligt de Half Moon, de replica van de driemas ter waarmee Hudson hier verzeild raakte. Tegen de achtergrond van de dichtbeboste westoever kost het aan boord geen moeite een voor stelling te maken van Hudsons tocht over de rivier. Voor wie ook maar enigszins belangstelling heeft

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 98