spectrum 6
Van militair tot gevoelsmens
'Ik had allerlei vluchtroutes van school naar huisvoor als ik werd opgewacht'
PZC
Zaterdag 3 januari 2009
door Dewi Gigengack Als jongetje werd hij gepest, als tiener deed hij zelf mee aan vechtpartijtjes. Hij werd fanatiek karate-
foto Mechteld Jansen
ka, was een strebertje bij de marechaussee, en is sinds twee jaar zelfstandig ondernemer. Wereldkam
pioen karate Richard Pluijgers werd in 2007 sportman van het jaar van de gemeente Vlissingen, en
Bijzondere Zeeuw. Behalve karateles geeft hij weerbaarheidstrainingen aan onder meer kinderen en
ouderen. Én hij is paranormaal begaafd. „Maar ik ben geen Jomanda. Dat zweverige zit niet in me."
Het is zondagochtend 4 de
cember 1994. Richard
Pluijgers en een colle
ga-marechaussee volgen
een gestolen BMW in
het Belgische Kapellen. Als ze over een
kruispunt door rood licht rijden, komt
van rechts een andere auto. Door de
klap rijden Pluijgers en zijn collega
recht tegen een winkelpui aan. Pluij
gers weert zieh in een reflex af met
zijn arm, die daardoor op twee plaat
sen breekt. Op het moment dat hij ziet
hoe het bot tegen zijn vel aanzit, raakt
hij in een shock.
Flinke littekens op zijn linkerarm; een
tatoeage van vier Japanse tekens op
•zijn rechter. Die betekenen 'de weg
naar respect, harmonie en innerlijke
kracht'. Al pratend maakt Pluijgers ge
baren met z'n armen. Niet heftig en fel
zoals een Italiaan, maar rustig en be
heerst. Zo is hij. Met zijn helderblauwe
ogen lijkt hij dwars door je heen te kij
ken. In de huiskamer van zijn flat in de
Vlissingse wijk Paauwenburg vertelt
hij in trainingspak ('ik moet vanmid
dag lesgeven') over zichzelf. Slechts
een enkele keer raakt hij geëmotio
neerd. Niet eens als hij het ongeluk be
schrijft dat zijn leven veranderde. Wél
over hetgeen hij twee uur daarvóór er
voer.
„Een collega die paragnost is, had me
die ochtend gevraagd of ik wist dat er
iemand naast me stond. Precies op dat
moment ging er een energie door me
heen, alsof er een windvlaag door je
lichaam gaat. Ik krijg er nu nog kippen
vel van. Het was niet eng, het voelde
juist vertrouwd. Mijn collega zei: 'Je
gids heeft kenbaar gemaakt dat 'ie bij
je is'".
De harde, nuchtere marechaussee-men
taliteit die Pluijgers had gevormd, zijn
drukke onregelmatige baan waarbij hij
vaak van huis was, iijn dochter die een
paar maanden daarvoor was geboren
en de sport waar hij zo gedreven mee
bezig was; alles verdween even naar de
achtergrond.
„Dat moment met mijn gids was een
bevestiging. Erkenning van wat ik al
tijd heb geweten. Ik zag bijvoorbeeld
spikkeltjes in de lucht. Energie. Zoals
ruis op de televisie, maar dan heel hel
der en soms met kleuren erin. En ver
schijningen naast m'n bed 's nachts.
Ben ik paranormaal begaafd? Helder
ziend? Ik heb mezelf nooit een titel ge
geven. [a, ik zie en voel meer dan ande
ren. Maar in mijn huidige werk ge
bruik ik het niet."
Wat Pluijgers wél deed, was zijn gave
ontwikkelen met behulp van diezelfde
collega-paragnost. „Dat heb ik gedaan
omdat ik wilde weten wat ik ermee
kon. Wat hij me leerde, was hoe ik
met m'n gevoel moest kijken naar
mensen. Het bleek dat ik beelden zag.
Bijvoorbeeld van iets dat iemand in
zijn jeugd heeft meegemaakt, maar zo
diep had weggestopt dat 'ie er bijna
geen herinneringen meer van had. Als
diegene die emotie opnieuw ervaart,
kan dat helpen om fysieke pijn weg te
halen."
Ook Pluijgers, zoon van een marine
man die vaak maandenlang van huis
was, heeft nare jeugdherinneringen.
Eén been was korter dan het andere,
waarmee hij op school veel werd ge
pest. „Thuis vertoonde ik alle sympto
men: ik was onrustig, kon me niet con
centreren, moest veel huilen en plaste
in m'n bed. Ik weet nog dat ik allerlei
vluchtroutes had van school naar huis,
want ik werd regelmatig opgewacht.
Door het park, langs de Boulevard, via
de Singel, door brandgangen, de hele
stad ging ik door."
Op de LTS in Vlissingen ging de tiener
zelf vechten. Niet op school, maar daar
buiten. „Na een gevecht in Middelburg
waarbij mijn vriend Ron Parent drie
jongens het ziekenhuis in sloeg, zei
mijn vader: het wordt te gek. Je gaat je
opgekropte agressie in een sport uiten,
en jezelf leren verdedigen." Richard
was zestien toen hij op jiu jitsu ging,
maar na een jaar kreeg de groep een an
dere leraar: Jan Knobel, die karate gaf.
„Hij was meer dan een leraar. Hij heeft
me gevormd."
„Jan Knobel gaf zware trainingen. Hij
leerde me mijn agressie op een beheers
te en technische manier te uiten." Al
snel begon Pluijgers mee te doen aan
wedstrijden. „Bij het clubkampioen
schap in Roosendaal dachten ze, wat is
dat voor zootje ongeregeld uit Vlissin
gen. We hadden niet dezelfde trai
ningspakken, sommigen hadden zelfs
nog een jiu jitsu-pak. Het zag er niet
uit. Maar we pakten wél alle bekers."
Pluijgers pakt zijn plakboeken erbij.
Wat blijkt: hij was niet alleen gefocust
op de sport, maar ook enorm gedreven
in het documenteren van alles wat hij
presteerde. Elke wedstrijd, elke demon
stratie, tot aan het treinkaartje er naar
toe bewaarde hij. Boeken vol foto's
van een jonge Richard in verschillende
karate-houdingen. In de tuin van z'n
ouderlijk huis, op het strand, in het
bos... Met zijn karate-pak aan, of met
broek en ontbloot bovenlijf
In blokletters schreef hij zijn eigen
commentaar bij de foto's. Zoals die
wedstrijd in 1983 in Middelburg, waar
in hij in de finale met 1-0 verloor. Een
verbeten kop op de foto. Hij schreef:
'te gespannen en ben zeer ontevreden
(harder trainen)'. En dan die foto met
het groepje van vijf vrienden met wie
hij trainde in het Nollenbos. Stoere jon
gens. „In de auto op weg naar wedstrij
den hadden we altijd een cassetteband
je op staan met geluiden uit Bruce
Lee-films. Haha, zo gek waren we."
Serieuzer: „Dat is Ron Parent, mijn trai
ningsmaatje. Hij benam zichzelf tien
jaar geleden het leven." Stilte. „We ken
den elkaar al sinds we kleine jongens
waren. Hij was een echte knokker.
Kon 'ie eerste worden in een wed
strijd, sloeg hij zijn tegenstander in de
laatste seconde knock-out en werd 'ie
gediskwalificeerd. Daar baalde hij dan
ontzettend van.' Ik mis 'm nog steeds.
Nu geef ik les aan zijn zoon."
Zijn eigen vader leerde Pluijgers pas
echt kennen toen de marineman twin
tig jaar geleden met pensioen ging.
„Toen was hij vijftig, en ik begin twin
tig. Ook al was hij voor die tijd veel
weg, hij bracht ons discipline en regel
maat bij. Hij was zó trots dat ik bij de
marechaussee ging. Hij heeft me zelf
naar de kazerne in Apeldoorn ge
bracht."
Op een foto uit die tijd staan Pluijgers
en zijn vader allebei statig in uniform.
„Twee jaar geleden overleed hij, aan as-
bestkanker. Met mijn zus heb ik hem
de laatste twee weken verzorgd. Over
het werk zei hij altijd 'speel het spel,
en speel het goed'. Want als militair
moet je volgens de regels opereren,
maar ben je ook afhankelijk van ande
re mensen."
„Ik wilde carrière maken bij de mare
chaussee. Van opperwachtmeester
werd ik hulpofficier van justitie. Mijn
laatste functie was ploegcommandant
van het Mobiel Toezicht Vreemdelin
gen in Hoogerheide. Ook was ik tien
jaar lang vuurwapeninstructeur bij een
anti-terroristische eenheid. Dat was
een elite-clubje met de beste lange af-
standschutters van Nederland. Maar
op een gegeven moment was er te veel
onderlinge concurrentie en afgunst.
Door het autoritaire en hiërarchische
kon ik mezelf niet zijn. Het was mijn
spel niet meer."
Pluijgers ging het bedrijfsleven in.
Twee jaar geleden kocht hij de karate-
school van zijn leraar Jan Knobel en
kon hij zijn plannen om voor zichzelf
te beginnen eindelijk doorzetten. Hij
geeft sinds een jaar cursussen zelfverde
diging en weerbaarhied aan kwetsbare
groepen zoals kinderen, vrouwen en
ouderen. „Als ik merk dat een vrouw
van 81 of een autistische jongen zeker
der van zichzelf worden en gewoon de
straat op durven gaan, ja, dat is toch ge
weldig? Laatst kwam er een meisje bij
me, dat vertelde dat iemand haar pol
sen had beetgepakt, maar dat ze kon
loskomen en wegrennen. Daar doe ik
het voor."
Richard Pluijgers is op de wereld
gezet om mensen te helpen,
daar is hij van overtuigd. „Als
dat op een normale, of soms paranor
male manier kan, graag." Acht jaar
lang deed de karateka en voormalig mi
litair dat met een 'praktijkje'. „In de
avonduren, naast mijn werk, deed ik
één of twee keer per week een behan
deling. Ik herstelde energiebanen die
afgesloten zijn door emotionele blokka
des. In het begin deed ik het voor niks,
later vroeg ik 25 gulden. Of dat niet te
gen mijn principes inging? Eigenlijk
wel. Maar ik bekeek het ook rationeel:
ik stak tijd in die mensen, en gaf ze iets
terug. Toen ik vier jaar geleden ging
scheiden, ben ik ermee opgehouden.
Ik had tijd en energie voor mezelf no
dig."
„Ik ben geen arts, en kan mensen niet
genezen. Iemand als Sylvia Millecam,
daar zou ik nooit aan beginnen. Ik kan
geen kanker weghalen, daar geloof ik
absoluut niet in. Mensen gaan naar
een paragnost omdat ze hulp nodig
hebben bij het maken van beslissin
gen, maar ze zijn zélf verantwoordelijk
voor hun keuzes. Het is goed dat Jo
manda voor de rechter moet komen,
Iaat ze kwakzalverij maar aanpakken."
Dat auto-ongeluk .heeft moeten gebeu
ren, denkt Pluijgers. „Het was een om
slag. Ik had een rustpunt nodig in mijn
leven. Voor die tijd was ik veel ratione
ler, maar sindsdien luister ik naar mijn
gevoel. Ik kan weer huilen, of oprecht
genieten. Dat maakt het leven com
pleet."
Johannes Marinus Pluijgers
Geboren: 27 augustus 1963 te Vlissingen
Woonplaats: Vlissingen
Opleiding: LTS en MTS in Vlissingen.
Loopbaan: 18 jaar gewerkt bij de mare
chaussee, tot aan 2001Daarna manage
mentfuncties in het bedrijfsleven en sinds
2006 eigenaar van karateschool Karate
JKA Zeeland. Eind 2007 richtte hij Shiran-
Sport op, waarmee hij cursussen zelfverde
diging en weerbaarheid geeft aan onder
meer vrouwen, kinderen en ouderen.
k Hobby's: tekenen, sporten (mountainbi-
ken, hardlopen, fitness), lezen (boeken
over sport of spiritualiteit-en thrillers),
bluesmuziek luisteren.
Burgerlijke staat: 17 jaar getrouwd ge
weest, vier jaar geleden gescheiden.
Kinderen: dochter India van 15 en zoon
Mees van 12.