op de ran
PZC Zaterdag 3 januari 2009 I 1 7
De Veersche Kreek is een product van bom-
men en granaten. Oktober 1944 werden de
dijken bij Rammekens, Vlissingen, Westkapel-
le en Veere door de geallieerden kapot gebom
bardeerd, om zo Walcheren mét de Duitse be
zetters onder water te zetten. Dat lukte, al
thans: het zeewater kwam binnen. Bij alle
dijkgaten ontstonden stroomgeulen. Na het
dichten van de dijken bleven die geulen als
stilstaande waterpartijen achter. Ook bij
Veere.
Zoals meestal krijgt natuur in Zeeland een
kans, als er niet meteen een nuttige, winstge
vende bestemming kan worden bedacht. In
de naoorlogse jaren werd het krekengebied be
plant. Met eiken, iepen, essen, beuken. Ze heb
ben stand gehouden. De planters van destijds
hebben weinig ruimte gelaten voor groei in
de breedte. Zelfs na meer dan een halve eeuw
zijn er slechts enkele bomen die naar hün leef
tijd ogen.
Koude lucht zorgt voor een omfloerste zon.
Achterdochtig geworden door de knallen in
de verte, overwegen we de mogelijke invloed
van kruitdamp. Nee, daarvoor is het nieuw
jaarsbombardement nog niet massaal genoeg.
Op het dammetje, dat een uitloper van de
kreek in tweeën deelt, ligt links en rechts een
vlakke ijsvloer te wachten. Uitnodigend, en
daardoor des te gevaarlijker. Aan de rand heb
ben eerdere wandelaars de draagkracht al be
proefd. Waarschijnlijk sopt er nu ijswater in
hun schoenen.
Staatsbosbeheer heeft een deel van het bos -
achter het bruggetje - ingericht als natuurcam-
ping. De bordjes met richtlijnen voor de kam
peerders ademen vrijheid - de beheerder is er
maar weinig, geef uw buren als u die hebt de
ruimte, zet auto's op de parkeerplaats en niet
bij de tent. Regels voor zomerser tijden. Het
Duitse nummerbord bij het vakantiehuisje
aan het eind van de route is het enige teken
van toeristisch leven.
Alle gidsen, die ons het afgelopen jaar zo on
baatzuchtig de weg hebben gewezen in de
Zeeuwse natuurbossen en -polders, hebben
het vanmiddag druk met het oliebollenbeslag.
Dat de grote keverorchis en de breedbladige
wespenorchis voorkomen in de kruidenran-
den van het bos, komen we dankzij een info
paneel langs het wandelpad toch aan de weet.
Hoog in de blauwe lucht trekken formaties
ganzen naar het noorden. Als ze in Zeeland
een verstild plekje hopen te vinden, zullen ze
teleurgesteld worden.
De wandeling in het bos bij Veere is behalve
afsluiting van het oude jaar ook het einde van
de serie natuurwandelingen. Na enkele tien
tallen door natuurgidsen opgeluisterde excur
sies blijft een beeld hangen. De gebieden van
Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het
Zeeuwse Landschap zijn enclaves, groene ei
landjes in een wereld waar nut en winst koers-
bepalend zijn. Het zijn goedbedoelde initiatie
ven, die het tij zeker niet zullen keren.
Toch houden de natuurgebieden een droom
levend. Zo mooi, zo natuurlijk kan Zeeland
ooit weer worden.
Daar gaan we voor.
Veersche Kreek
De Veerse Kreek is evenals de Westkapelse
Kreek, de Nollekreek en de Rammekenskreek bij
Ritthem een overblijfsel van stroomgeulen, ont
staan door geallieerde bombardementen in 1944.
Er komen bosvogels - wielewaal - en rietvogels -
dodaars, kleine karekiet - voor.
De complete serie wandelingen in Zeeuwse na
tuurgebieden is terug te vinden op
www.Dzc.nl/wandelen
NAMEN
Oliphanthoeve
D'r loopt een oliphanten-
spoor kriskras door Zeeland.
Het is een oud spoor en het is
Schots. Oliphanten uit Schot
land? Jawel, en om precies te
zijn uit het stadje Dum-
phries. Dat is in het zuidwes
telijke laagland bij het Engel
se Carlisle. Daar gaan geruch
ten dat de Oliphantenfamilie
oorspronkelijk niet uit Schot
land komt maar uit Noorwe
gen - met de Vikingen mee -
en dat ze Olaf heetten. Hoe
dan ook, in de late Middeleeu
wen staken de Oliphanten
over naar Zeeland, naar Veere
om precies te zijn. In het zog
van vele Schotse handelaren
•die commercie zagen in
Veere, als poort van de lage
Landen en enige plaats met
stapelrecht voor de Schotse
wol. De Oliphant-clan was
van aanzien en tamelijk rijk.
Al voor 1500 hadden ze een
huis op de Kaai van Veere
(huis de Oliphant) dat kost
baar was ingericht. Al snel
ook handelden ze niet alleen
in wol maar ook in zout -
daar was heel veel geld in te
verdienen. Veere werd te
klein en ze trokken ook naar
Reimerswaal. De Oliphanten
die dat deden, stichtten ook
hier weer een huize
Oliphant, deden goede zaken
en werden zelfs burgemees
ter. Na de teloorgang van Rei
merswaal trokken ze naar
Tholen en daar herhaalde de
successtory zich weer. Er kwa
men vele publieke ambten
voor de rijke Oliphantenclan,
boerderijen en dijken kregen
hun naam, en toen in de ie
helft van de 17e eeuw de pol
ders van Doel (dat toen
Zeeuws was) weer werden
drooggemalen, verscheen ook
daar een Olifant-hof, een gro
te hoeve in Midden-Zeeuwse
stijl - schuur en woonhuis
aan elkaar. Handig was, dat in
middels ook Emanuel Olifant
officier van fort Liefkenshoek
was, dat niet ver van de hoe
ve in Doel lag. Rond 1900 is
de magnifieke Zeeuwse hoe
ve in (Belgisch) Vlaanderen
afgebrand. De hoeve die er
nu staat is onteigend en
wordt gesloopt (i.v.m. uitbrei
ding van de Antwerpse ha
ven). De Oliphanten zijn in
de loop der eeuwen weer reis
lustig geworden en hebben
Zeeland verlaten. Je treft ze
aan in Amerika en Australië.
Gerard Smallegange