'DIE ANONIMITEIT VIND IK PRETTIG' in de bus gedaan: 'wilt u als tublieft het huis donker ma ken en kaarsjes aandoen?' Ze versieren alles, er is altijd wel iemand die pompoen soep maakt en brood bakt, er is een vuurkorf om je bij te warmen. Een echt dorps feest." De afgelopen periode heb ben Susan en Louis de oude hofstede prachtig laten her bouwen. De boerderij is een plaatje geworden. De ge- potdekselde, zwartgeteerde schuur heeft een authentiek uiterlijk behouden, maar is van binnen comfortabel en modern ingericht. Het bijbe horende erf is met behulp van Het Zeeuws Landschap heringericht. „Kijk", wijst Susan, „we hebben onze ei gen vliedberg. Leuk hè. Er zit ook een vleermuisbun ker in. Alleen wonen er nog geen vleermuizen." Ze prijst de ruimte, de stilte, de rust, de duisternis, de geuren, de kleuren, de verge zichten. „Als ik nu met mijn jongste naar Middelburg fiets, zijn er van die ochten den dat je boven Arnemui- den van die prachtige wol kenpartijen ziet. En als de zon daar dan haar stralen doorheen schijnt... Of's avonds, als ik vanuit het keukenraam het sil houet van de schapen over de dijk zie gaan, terwijl de zon ondergaat... Dan ben ik echt blij met onze keuze voor deze plek." BIJNA VIER UUR REIZEN van Amsterdam ligt Melis- kerke. Daar bracht Franca Treur (29) haar jeugd door. Op een boerderij met zo'n zeventig koeien en wat jong vee. „Pas was ik een week terug in Meliskerke. Ik kookte er elke dag. In het begin was ik te stadse recepten aan het bedenken. Ik ging ervan uit dat ik in het dorp wel zalm en korianderkorrels kon ko pen. Wat dus niet zo was. Uiteindelijk kwam ik uit bij ovenschotels van aardappe len, groenten en gehakt. Het verschil tussen stad en plat teland zit blijkbaar ook in dat soort dingen." Ze herinnert zich uit haar jeugd het samen werken, soms tot heel laat, want het werk moest af Het hooien, het inkuilen van het voer, het hakselen van de maïs. „Dan ging ik om vijf uur 's morgens uit bed en mocht ik meerijden met de maïskarren. Soms zat ik in zo'n vrachtwagen, hoog bo ven de weg en dan haalden we de juf in, op weg naar school." Op Franca, het enige meisje in het gezin, werd vaak een beroep gedaan om 'mee aan te pakken'. De beesten, dat was de afdeling van haar va der, opa en drie broers. Het huishouden was voor de vrouwen. „Heel traditioneel. Dat is niet erg, ik vind het heel normaal mijn steentje bij te dragen. Maar op een boerderij gaat alle aandacht altijd naar het werk. De koeien moeten worden ge molken, de beesten gevoerd. Dat gaat allemaal door, elke dag. Het draait altijd om de boerderij." Haar school was in Goes, een uur rijden met de bus. Elke morgen om tien voor zeven vertrok de bus en rond vijf uur was Franca weer thuis. Maar soms stap te ze halverwege uit, in Mid delburg, om naar de Zeeuw se Bibliotheek te gaan. „Ik was er graag. Het idee dat je al die boeken nog kon le zen! Ik snakte naar nieuwe ervaringen, denk ik. Achter af gezien was het een heel overzichtelijke, maar ook en ge wereld waarin ik opgroei de. Benauwend. Ik voelde onrust in mij. Ik kon niet wachten tot ik 18 was en op kamers kon. Wat er alle maal was buiten het wereld je waar ik in leefde, wist ik niet, maar ik had wel een vermoeden." Haar geboortedorp telt ruim 1.400 inwoners. Het ge zin kerkte bij de Gerefor meerde Gemeente. Er was, zoals gebruikelijk in die kring, geen televisie in huis. „Ik leefde in een wereld die doordrenkt was van de refor matorische God. Nu be schouw ik mezelf niet meer als gelovig." In mei 1997 behaalde ze haar vwo-diploma. Franca ging psychologie studeren in Leiden. „Het was de eer ste keer dat ik helemaal vrij was om te doen en laten wat ik wilde. Zelf bepalen wat je eet. Overal naar toe gaan. In Leiden switchte ik naar Nederlands, in Leuven bestudeerde ik Europese lite ratuur en toen ik weer terug kwam in Leiden, schreef ik me in bij literatuurweten schappen. Toen ik beide stu dies had afgerond, kon ik nog een postdoctoraal jaar fi losofie doen in Nijmegen." Franca vond het fantastisch. De verhuizing van platte land naar stad voelde als een bevrijding. Anderhalf jaar geleden werd Leiden, waar ze toch telkens weer te rugkeerde, te klein. „Opeens had ik weer datzelfde benau wende gevoel, behoefte aan nieuwe mensen, drang om verder te gaan, nieuwe din gen te doen. Ik wilde daar zijn waar 'het' gebeurt. Dan denk je in Nederland al snel j 'IK HAD BEHOEFTE AAM NIEUWE MENSEN' aan Amsterdam. Daar wordt veel georganiseerd op het ge bied van cultuur, er zijn le zingen, films en veel leuke cafés. De geschiedenis en de prachtige architectuur ge ven je overal waar je komt een bijzonder gevoel. )e hebt daar het idee dat je meedoet." Het enige wat haar aan de stad tegenstaat, soms, is de herrie. „Ik slaap soms met oordoppen in. Een auto heb ik niet. Ik werk bij nrc.next in Rotterdam en reis met de trein. Van verstopte snelwe gen en gebrek aan parkeer plaatsen heb ik dus geen last. En wat de anonimiteit betreft: die vind ik wel pret tig. Als je wilt, kun je je in de grachtengordel in een dorp wanen. Er is een grote groep mensen die elkaar daar steeds weer opzoekt." In haar straat is bijna 24 uur per dag leven. „Er is hier een Turk met de beste bakla va die je kunt vinden, een Thai, twee Afrikanen, een Surinamer, een kaaswinkel tje, een traiteur, een viswin kel, een mooi stadspark, leu ke cafeetjes. On de hoek is een bioscoop en er zit een grote bibliotheek. Ik ben su- perverwend, dat realiseerde ik me na die week in Melis kerke eens te meer. Dus als mijn ouders mij vrtgen of ik terugkom, is het ant woord: nee. Als ik oud ben en de drukte zar mis schien." Meliskerke naar Amsterdam 24 DECEMBER 2008

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 99