kb©3 10 'LIEVER OP ELKAAR LETTEN DAN DE GROTESTADHOUDING' Voor Susan wan der Beek was de stad het toppunt van onpersoonlijkheid, waarvan ze verlost wilde zijn. Ze verhuisde naar het platteland. Franca Treur voelde de knusheid van haar kleine dorp ais beklemmend. Zij maakte zich los van haar roots en trok naar de grote stad. TEKST ONDINE VAN DER VLEUTEN FOTO'S MECHTELD JANSEN DIEDERIK VAN DER LAAN GOED BESCHOUWD is Kle- verskerke niet veel meer dan één lange straat. Nog geen honderd inwoners telt het dorp. Achter de tot woon huis verbouwde boerderij scharrelen kippen rond. Het is er stil. Voorzieningen? Susan van der Beek lacht. „Een kerk en een brieven bus. De school van de kinde ren ligt 7 kilometer verder op, een half uur fietsen." Susan (46), haar man Louis van Mal (44) en de kinde ren Helmer (15), Bregje (13) en Kerewin (10) verruilden in mei 2004 hun ruime nieuwbouwwoning in Dord recht voor een vervallen boerderij en een matig on derhouden jaren-zestigbun galow op het platteland. Vrienden keken meewarig als ze de foto's zagen of ver klaarden hen hardop voor gek. 'Wat dapper van jullie', zeiden de aardigste vrien den. Maar Susan en Louis twijfel den geen moment. „In Dord recht woonden we in Stads- polder, een Vinex-wijk met 40.000 inwoners. Louis werkte in Rotterdam, ik eerst nog in Den Haag, later in Dordrecht. Dat betekende 's ochtends om een uur of zeven vertrekken en 's avonds rond dezelfde tijd pas weer terug zijn. 's Avonds trok je je terug in je huis of je ging sporten. Wie er om je heen woon den, wist je nauwelijks. Er was geen samenhang in de wijk. Later, toen we kinde ren kregen, kwam er met een paar buren wel wat meer contact." Voor Susan en Louis, echte buitenmensen, werd de stad steeds beklemmender. „In de vakanties zochten we al tijd de eenzaamheid op, de natuur. Kennen en gekend worden, daar gaat het voor mij om. Verbondenheid. In de natuur heb ik dat. In een sociale omgeving wil ik dat zelfde met mensen. Opper vlakkige contacten liggen me niet, ik wil dieper gaan. Maar in de stad zie je dat het vaak gaat om wat ik 'bui- tenkantdingen' noem." Zeeland trok al langer. Toen Susan een baan kreeg bij Scoop, een Zeeuwse koepel organisatie voor zorg en wel zijn, waagde het gezin de stap. Louis werkte nog ruim drie jaar in Rotterdam voor dat ook hij een baan kreeg in Zeeland. Een tijdje gele den waren ze in Rotterdam, even voor de winter wat nieuwe kleren kopen. „We gingen naar de 'koopgoot', zoals het winkelcentrum heet. Uitgerekend tijdens de Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf Druk dat het was! Toen merkte ik dat ik het stadsleven ontgroeid ben. Ik wilde gezellig even kletsen met het winkelmeisje dat op lette bij de paskamers van H&M. Ze keek me aan of ze zeggen wilde: 'heb ik wat van je aan?' „In de stad moet je je 'grote- PZC 24 DECEMBER 2008 stadhouding' aannemen. )e maakt je groter, kijkt een beetje langs mensen heen en straalt uit: kom niet onge vraagd te dichtbij. In de stad heb je een soort hardheid nodig, daar kun je niet te so ciaal zijn. Ik heb in Den Haag gewoond. Op een dag zag ik bij de tramhalte een man een vrouw aftuigen. Daar ben ik toen tussen ge sprongen. Het liep goed af, die man is met een hoop ge schreeuw weggelopen. Maar achteraf dacht ik: dat was link. Die tram zat vol men sen, maar niemand deed iets." Nee, dan Kleverskerke. „Op een zondag belde het buur meisje op. Er liep een vent op het erf, die zich vreemd gedroeg. 'Ik vertrouw het niet', zei ze. Toen mijn doch ter ging kijken, liep hij heel hard weg. Daarnet belde dat zelfde buurmeisje of ik even wilde kijken of ze de deur op slot gedraaid had. Ie let een beetje op elkaar, zonder dat het benauwend wordt. Dat vind ik nou zo leuk. „Er woont hier een mix van jong en oud, van import en Zeeuw. Dat werkt heel goed. We hebben aardige tradities. Een nieuwjaarsreceptie in het eerste weekeinde van het nieuwe jaar. Dan nodigt een van de bewoners het he le dorp uit en bijna iedereen komt. Met Halloween heb ben de kinderen van het dorp bij iedereen een briefje

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 98