12
Jolanda (54) begon haar leven als
man, maar dat beviel niet.
Uiteindelijk wist ze zich uit haar
vorige lichaam te bevrijden. „Ik
kon niet anders. Ik was kapot
gegaan als ik het niet had
gedaan."
TEKST HANS GULPEN
FOTO RUBEN SCHIPPER
AAD, DIE NU JOLANDA
heet, kreeg op zijn 10de be
langstelling voor vrouwenkle
ren. „Ik had vier broers, geen
zusjes. Dus droeg ik stiekem
de afgedragen jurken van
mijn moeder. Of ik knipte ga
ten in een vuilniszak en trok
die over mijn hoofd. Zo
stond ik dan op mijn kamer
voor de spiegel. Ik werd wel
eens betrapt, maar er werd
verder met geen woord over
gesproken."
Toen Aad zijn eerste geld ver
diende, ging hij zelf lingerie
kopen. Die verstopte hij on
der het matras. Als hij pech
had, vond zijn moeder het
ondergoed en liet het spoor
loos verdwijnen.
Aad vertoonde duidelijke te
kenen van 'genderdysforie',
onvrede met de eigen sekse.
Maar daar had in die tijd,
midden jaren zeventig, nog
nooit iemand van gehoord.
Tenminste, niet in het streng-
gelovige milieu waarin hij op
groeide. En voor zover ie
mand begreep dat Aad een
vrouwelijke kant had, deed
men er het zwijgen toe.
Op school was hij een muur
bloempje. Uiteindelijk kreeg
Aad, 18 jaar oud, toch verke
ring. Vijfjaar later trouwden
ze. Zijn vrouw vertelde hij
niets over zijn heimelijke
wensen, bang dat het huwe
lijk op de klippen zou lopen.
„Ik dacht toen nog dat het
over zou gaan, vroeg of laat.
Ik kocht ondergoed, gooide
het weer weg, uit schaamte
of omdat ik mezelf wijsmaak
te dat het over was. Maar het
verlangen stak snel weer de
kop op en dan moest ik weer
naar de winkel."
Zijn vrouw vond wel eens
een slipje van Aad. Dan wa
ren de rapen gaar. „Zij werd
boos en ik trok me in mezelf
terug, durfde niet te reage
ren. Dat ik hulp moest zoe
ken, kwam niet in me op."
Aad en zijn vrouw kregen in
de jaren tachtig drie kinde
ren. „Toen ze klein waren,
was ik gelukkig. Het waren
de beste jaren. Maar er wa
ren zoveel andere momen
ten dat er iets knaagde. Ik
haatte mezelf, was perma
nent ontevreden met mijn
uiterlijk, meed spiegels. Er
hing een grauwsluier over
mijn bestaan, ik kon niet vol
uit leven. Het was een lange
worsteling, met mezelf en
met mijn geloof."
Seks was een probleem.
„Mijn ex kwam uit een nog
zwaarder milieu dan ik. We
waren allebei groen als gras
en erg geremd. Dat gold niet
voor mijn libido. Ik wilde el
ke dag, op elk moment.
Soms kon ik aan niets anders
denken. Dat gaat je in de
weg zitten, het zorgde voor
de nodige spanning, ook in
onze relatie."
Aad was dan wel ongelukkig
met zijn mannenlichaam,
maar hij viel op vrouwen.
Nog steeds, ook nu hij Jolan
da is geworden. „Ik ben les
bisch."
De verlossing diende zich
net voor de millenniumwis
seling aan met een bevrij
dend inzicht. Aad, werk
zaam in de ICT, een mannen
wereld waarin hij diep onge
lukkig was, las een berijming
van psalm 139. „Daarin
wordt gesproken over God
die je heel diep van binnen
kent en gemaakt heeft zoals
je bent en dat dat goed is."
Hij realiseerde zich opeens
dat het afwijzen van zichzelf
het afwijzen van God bete
kende en dat zelfaanvaarding
dus de enige weg was, hoe
pijnlijk ook.
Na een 'transformatie
avond', waarbij hij in vrou
wenkleding en opgemaakt in
Amsterdam ging stappen,
was het hek van de dam. „Ik
verkeerde in een roze wolk.
Ik kon er niet meer over zwij
gen."
Het viel thuis niet uit te leg
gen. Alles stond opeens op
zijn kop. Na een halfjaar con
sternatie en verdriet werd de
scheiding uitgesproken. Zijn
vrouw kreeg de kinderen.
Aad ging op zichzelf wonen,
bezocht bijeenkomsten voor
travestieten en transseksue-
len en ontmoette gelijkge
stemden. „Langzaam werd
duidelijk dat mijn gevoelens
verder gingen dan travestie.
Ik wilde als vrouw verder."
Op 10 november 2003 ging
Aad, die zich al geruime tijd
Jolanda noemde en als
vrouw leefde, onder het mes.
Ze had toen al een uitge
breid medisch en psychia
trisch traject achter de rug.
Hormoonbehandelingen
hadden haar een ander, ron
der aanzien gegeven, zorg
den voor borstvorming en
deden het haar verdwijnen.
„Het was een gevoel van
thuiskomen", zegt ze. Na de
operatie 'van onderen' was
ze een ander mens. Haar
vriendin, ook transseksueel,
was er enkele uren na de in
greep getuige van: „Hoe ziek
en zwak ze ook was, ze
straalde." Zijzelf zegt: „Het
was alsof een veer uit een
doosje kwam, waarin het te
lang in elkaar gedrukt had ge
zeten."
Het was de definitieve verlos
sing. Hoewel er nadien nog
veel te doen viel. Het contact
met de kinderen, die het ver
trek en de gedaanteverande
ring van hun vader maar
moeilijk hadden kunnen ac
cepteren, moest worden her
steld. Ze komen nu inciden
teel langs. Met haar ex is Jo
landa, die nu een betrekking
als secretaresse heeft, ook
weer on speaking terms. Ze
was zelfs in de kerk toen
haar ex daar opnieuw in het
huwelijk trad.
Haar vader overleed voordat
hij zich in het onvermijdelij
ke had kunnen schikken.
„Mijn moeder vergist zich
nog wel eens en noemt me
Aad, maar ze heeft mijn nieu
we leven een plek kunnen ge
ven." Jolanda was geroerd
toen ze van haar moeder een
paar oorbellen kreeg.
Ze heeft, terugkijkend, ner
gens spijt van. „Ik kon niet
anders. Ik was kapot gegaan
als ik het niet had gedaan.
Was het egoïstisch voor me
zelf te kiezen? Nee, alleen zo
kon ik gelukkig worden. Van
waarde zijn voor anderen,
voor mijn omgeving, voor
mensen die met hetzelfde
probleem zitten. Was ik Aad
gebleven, dan had niemand
meer iets aan me gehad."
PZC
24 DECEMBER 2008
„Was ik Aad
gebleven, dan had
niemand meer iets
aan me gehad."