u Zweven boven de Alpen l%É ^reizen '"V 'St: Filzmoos, rustig Oostenrijks dorp, is elk jaar in januari een week lang het centrum van de ballonnenwereld. Kees van den Berg stapte in de mand Hfl y§£| N- f\. At """Try» rl., W5WU. reizen@wegener.nl 024-3650360 PZC Zaterdag 20 december 2008 -A P5? V,. W- .tV/V.;'.- Elk jaar is het Oosten rijkse Filzmoos voor ballonvaarders even het centrum van de wereld. In januari wordt de ballonweek gehouden en gaan er tientallen ballonnen de lucht in. Vandaag, zondag, mogen ze niet de lucht in, de weersomstandighe den zijn niet goed genoeg. Van avond komen ze alleen in actie om een feest van licht en muziek te j vieren: de 'Nacht der Balonne'. Om zeven uur loopt heel Filzmoos uit, iedereen komt naar het start- i veld waar inmiddels de ballonnen I strak naast elkaar staan opgesteld. Het wintersprookje begint als in j het donker de helgele vlammen de I ballonnen veranderen in torenho- ge lampions. Uit de luidsprekers daveren de dramatische klanken van de Carmina Burana. Als de ko ren aanzwellen, zorgt de regie er voor dat alle vlammen tegelijk op I de maat hoog oplaaien. Het is een overdonderend drama in de pitti- 2 vrieslucht, die ook nog eens he- vig bezwangerd is met de geur van de Glühwein. Al dat geluid, het I licht en de alcohol brengen het pu- j bliek in een collectieve extase. Het hoogtepunt komt met gejuich, aah's en applaus als de daverende knallen en kleurexplosies van het vuurwerk de finale inluiden. Dan is het snel gedaan, de vlammen do- ven, de ballonnen zakken in el- kaar, het wordt weer nacht in Filz- moos. In de stilte van de nacht I flonkeren de sterren in de wolkelo- ze nachthemel. Het vriest dat het kraakt. Morgen belooft een ideale ballondag te worden. En dat is het. De zon komt achter de bergrug te voorschijn in een strakblauwe he mel. Het startveld is een baaierd van felle kleuren, brullende gas vlammen en druk ballonvolk. Een aantal ballonnen is al de lucht in. André, een rustige Limburger, is nog lang niet startklaar. „Ik ben hier niet graag haantje de voorste, voor mij zijn deze dagen ontspan ning. Oostenrijkse piloten hebben veel meer ervaring dan ik in de bergen en daar doe ik mijn voor deel mee. Ik laat ze voorgaan, want dan kan ik zien hoe hoog en in welke richting ze wegvaren. Dan weet ik al zo'n beetje hoe hoog ik zelf straks ga zitten. En als je wat later vertrekt is de zon ster ker en hebben we het in de mand warmer." Ik wurm mijn lange lijf over de rand van de mand en merkwaar dig, ik voel me gelijk al een beetje weg van de aarde. We zijn met z'n vieren. De toestemming voor de start kraakt door de telefoon. André grijpt de gashendel, de vlam schiet brullend in de reuzen- bol boven ons, de helpers laten de mand los en we zweven. Zwaaien naar beneden en naar boven. Het startveld zakt onder ons weg en even later scheren we over het dak van restaurant 's Schmankerl. Rook kringelt uit de schoorsteen. Het veld wordt kleiner en kleiner, de ballonnen op de grond zijn kleurige bolletjes geworden. We varen naar het noordoosten. 'Vliegen' is fout, een ballon vaart en de ballonvaarder is een piloot. Het zicht is glashelder. Langzaam kruipt het besneeuwde bergland schap onder ons door met de kron kellinten van de wegen, de boerde rijen, alles in miniatuur en bedekt met een dikke laag wit. Heel in de verte is de hoogste berg van Oos tenrijk te zien, de Grossglockner. We varen inmiddels over de bijna 2.500 meter hoge Bischofsmütze heen, van bovenaf een weinig op vallende punt tussen de andere bergtoppen. Om ons heen varen de andere ballonnen; verspreide stippen in een brede strook. Ter wijl we langzaam het Dachstein- massief passeren, stijgen we boven de hoogste top uit en kunnen zo aan alle kanten onbelemmerd de horizon zien. Normaal zie je die nooit onbelemmerd in de bergen, alleen als je de hoogste top zou be klimmen. Maar in deze mand sta je op een piepklein balkonnetje hoog in de lucht zonder vaste grond onder je voeten. Het is erg opwindend, maar voor mijn doen zitten we al veel te hoog. De aarde is nu wel erg ver weg en om ons heen is alleen maar blauwe hemel. Het grijpt me ineens naar de keel: ik hang met nog drie lotgenoten in een te klein mandje aan een paar kabels onder een bel warme lucht, overgeleverd aan het grote niets. Mijn handen omklemmen de rand van de mand en ik zak zo veel mogelijk door mijn knieën - 3.500 meter hoog en we zijn er nog lang niet. Ik houd André in de gaten, hij is de rust zelve en dat helpt uiteinde lijk, de paniek verdwijnt. Ver onder ons schuift de Wolf gang See naderbij, een verre water spiegel. We zijn nu ruim drie uur onderweg en we moeten ergens landen. Na enig speuren, is een ge schikt terrein ontdekt, maar er staat weinig wind, we vorderen maar langzaam. Onder ons zie ik voorlopig alleen maar hellingen en bossen. Eindelijk kunnen we dan de daling inzetten. Het gaat snel. De berghellingen komen weer langszij. Het begint behoorlijk te waaien in de mand. De volgauto is nu te zien. Alles komt nu snel op ons af, geluiden van beneden ko men weer terug, hondengeblaf? verkeer, autogetoeter. Een laatste boerderij glijdt onder ons langs, mensen staan te kijken en vlak voor een rij bomen komen we met een plof op de grond. Knappe landing. iw Reageren? redactie.reizen@wegener.nl \N^ S ft OOSTENRIJK Wolfgang See DUITSLAND - - Salzburg Q I "ÏNLi Dachsteinmassief Bischofsmütze v W "OFilzmoo Grossglockner ALpsN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 49