spectrum IO
Voetbalpassie
PZC
Zaterdag 20 december 2008
STANDPLAATS
door
Yolanda Bobeldijk
ie zich in Engeland
thuis wil voelen,
heeft eigenlijk maar
één optie. Verdiep
je in voetbal. Het
eerste wat mijn huisbaas vroeg toen ik
drie jaar geleden naar Londen verhuis
de, was voor welk Engels voetbalteam
ik ben. Ik zei: Liverpool. Omdat ze in de
Champions-Lea^uefinale een 3-0 achter
stand ombogen in winst, nog wel tegen
AC Milan. Het ijs was meteen gebroken.
Hierna zou ik met nog veel Britten over
de Premier League praten. Voetbal is het
veiligste onderwerp om aan te snijden,
want bijna alle Britten zijn in de
ban van die sport. Collega's, een
willekeurige taxichauffeur, zelfs je
huisarts weet precies wie er boven
aan staat en wie topscorer is. Met
kerst wordt er in Engeland ge
woon gevoetbald. De Britten laten
massaal hun kalkoenen en kerst
puddingen in de steek en duiken
op tweede kerstdag de pub in om
de wedstrijden te zien.
Laatst kon ik met een groepje men
sen mee naar Liverpool tegen Man
chester United. Er voegde zich een
echtpaar bij ons, dat eruit zag alsof
ze gezellig uit eten gingen. Hij
droeg een tweed colbertjasje, zij
een lange jas en nette hakken.
Toch zijn het echte fans, vijftigers, die
trouw naar elke wedstrijd gaan. Ik ben
wel eens jaloers op die passie. Ik noem
mezelf Ajax-fan, maar ben in mijn leven
maar één keer naar Ajax geweest. Met
kaartjes die ik ook nog eens had gewon
nen. De uitslagen volg ik wekelijks,
maar sinds Huntelaar weg is, is de lol er
voor mij een beetje af.
Britten hebben dat niet, die steu
nen hun team door dik en dun.
Een Britse vriend zei ooit op dra
matische toon: „Het is vreselijk lij
den als je team slecht presteert. Je
houdt je hele leven van je team,
maar je krijgt er vaak niets voor te
rug." Over passie gesproken.
Tijdens de wedstrijd maakte ik die pas
sie van wel heel dichtbij mee. Het lijf
lied van Liverpool, You 11 Never Walk Al
one, bezorgde me kippenvel, het stadion
veranderde in een openluchtkerk. Bij
een voorbeschouwing op een Cham-
pions-Leagueduel snoerde het gezang
voetbalcommentator Jack van Gelder
wel eens de mond. Na herhaalde stem
verheffingen staakte hij zijn verhaal en
zei slechts: „Luister, dit is prachtig."
Hij heeft gelijk, maar er zijn meer lied
jes. Bijvoorbeeld over Peter Crouch, de
slungelige Brit van 2 meter, die de club
verruilde voor Portsmouth. Jammer is
dat wel, want het rijmpje was zo leuk.
'He's big, he's red, his feet stick out of bed,
Peter Crouch'. Over Dirk Kuijt bestaat
nog geen lied, waarschijnlijk omdat nie
mand zijn achternaam kan uitspreken.
Commentatoren noemden hem eerst
'Kaijt' of'Koijt', maar nu is de meest ge
hoorde vorm 'Kout'. Het is raar die jon
gen uit Katwijk te zien voetballen met
sterren als Steven Gerrard en Wayne
Rooney. Maar tegelijkertijd was ik trots
op mijn landgenoot, zeker toen de fans
hem aanmoedigden. De vreugde was on
beschrijflijk toen de ploeg uit Manches
ter met 2-1 werd verslagen.
Hoe langer ik hier woon, hoe meer ik
van het Britse voetbal en vooral van Li
verpool ga houden. Behalve als ze tegen
Ajax moeten. Dan ben ik weer Ajacied!
Niet alleen de regering van Costas Karamanlis, maar ook de monnikken van het Vatopedi-klooster ontlokken
woede aan de demonstranten die de binnenstad van Athene kort en klein slaan. foto Pantelis Saitas/EPA