Zeeland, dat zijn
spectrum
Straks zijn we het appendix
van Nederland
Een hoofdstad moet
geestelijke voeding bieden
We zullen de schouders
eronder moeten zetten
PZC
Zaterdag 20 december 2008
Naam: Maja Lemmen
Woonplaats: Retranchement en Ter-
neuzen
Functie: manager jazzclub Porgy
Bess in Terneuzen, winnaar cultuur
prijs gemeente Terneuzen in 2008
door Raymond de Frel
Belachelijk. Zo, dat is duidelijk.
Een centralisatie van diensten bui
ten Zeeland is funest voor de pro
vincie, vindt Maja Lemmen. „Als
het verplaatsen van de rechtbank
en het samenvoegen van de poli
tie stap één is, dan is een centrali
satie van culturele zaken stap
twee. Daar krijg ik een onbehaag
lijk gevoel bij."
Bovendien is het voor een 'buiten
staander' lastig om de Zeeuwse
mentaliteit te doorgronden, vindt
Lemmen. „Stel dat de rechtbank
verdwijnt, dan worden we wel ver
plicht om naar Noord-Brabant te
reizen om ons voor een snelheids
overtreding te verantwoorden.
Dat kan toch niet? Zeeland dreigt
op deze manier het appendix van
Nederland te worden. Jaren gele
den heeft de overheid met Flevo
land een extra provincie gecreëerd
en dan zouden we nu uit een an
dere provincie alle faciliteiten weg
halen. Denk daar maar eens over
Naam: Carolijn Visser
Woonplaats: Amsterdam
Functie: schrijfster van reisboeken
door Jan van Damme
Carolijn Visser staat op het punt
naar Zuid-Amerika af te reizen.
De wereld wacht - zo is dat nu
eenmaal voor een reisschrijfster.
De Oost, de West, Carolijn Visser
voelt het nog altijd als ze terug is
in Middelburg, de stad waar ze op
groeide. In haar jeugd, haar mid
delbare schooljaren tot half de ja
ren zeventig, was de stad voor
haar een centrum waar je 'volle
dig' kon leven. „Dat idee heb ik ge
houden. Sterker nog, door de
Roosevelt Academy is de samen
stelling van de bevolking in posi
tieve zin veranderd. Als ik er nu
kom, zie ik jongeren op de terras
sen."
Het vertrek van overheidsdiensten
kan het evenwicht verstoren. „Je
verwacht dat een provinciehoofd
stad voldoende te bieden heeft
om je geestelijk te voeden. Nu is
dat zo, met een hele mooie boek
handel, een spraakmakend mu
seum. Trekt een rechtbank weg,
dan mis je ook de rechters en de
officieren van justitie. Dat merk je.
Zonde, denk ik dan. Middelburg is
zo'n prachtige stad."
Veerdienst Wolphaartsdijk-Kortgene, gestremd door ijsgang, 1954.
De overheid trekt zich terug. Letterlijk, lijkt het, als het om de Zeeuwse
justitie en politie gaat. De tijd dat we gewicht in de schaal legden, is al
heel lang voorbij.
Wat maakt Zeeland tot Zeeland? We vragen het zes Zeeuwen.
En hebben het over het Zeeuwse gevoel, waar je in elk geval nooit een
streep door kunt zetten.
door Jan van Damme
Naam: Cérard de Nooijer
Woonplaats: Oost-Souburg
Functie: mede-oprichter en trainer
Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland
(JVOZ), hoofdtrainer bij voetbalver
eniging Dauwendaele en speler bij
zondag-eersteklasser RCS.
door jan Dagevos
Gérard de Nooijer was jarenlang
profvoetballer. „Ik ben er altijd
trots op geweest dat ik als een
Zeeuwse voetballer werd omschre
ven. Ik heb vijf seizoenen bij Hee
renveen gevoetbald. Ik heb met
heel veel plezier in Friesland ge
woond, maar ik heb altijd geroe
pen dat wanneer het einde con
tract zou zijn, ik weer naar Zee
land zou gaan. Dat is ook gebeurd.
Ik ben er geboren en heb binding
met de provincie gehouden."
„Ik kan me voorstellen dat de be
stuurders zich zorgen maken over
het verdwijnen van allerlei dien
sten. Ze moeten zich ook zorgen
maken, want het zou te gek zijn
als het allemaal verdwijnt. Het is
toch werkgelegenheid! We zullen
de schouders eronder moeten zet
ten. Dit mag niet gebeuren. Ik
vind dat de bestuurders sowieso
moeten proberen om de provincie
aantrekkelijk te houden."
De hoge luchten. Het strand. De
zeeën van klei. De wind. Oes-
tefs. Het wereldwonder in de
Oosterschelde. De tunnel, mis-
schien. Het licht. De leegte.
Zo veel. De stem, die opgaat in het geraas
van de branding. Het geluid van een laars,
die zich vastzuigt in de klei. Een zandkas
teel, omgeven door kinderzorgen, een
Zeeuws vlaggetje in top.
En toch: er is meer nodig om je geworteld
te voelen. Zeeland, dat zijn de Zeeuwen.
De Zeeuwen van nu, en, naarmate je op
jaren komt, ook die van vroeger. Zij ma
ken Zeeland. Zij maken dat je weet waar je
thuis is.
Hij was kwaad. Ceriel werd hij ge
noemd. Panen broek, morsig vest,
bretellen, altijd en eeuwig een pet.
'Niet mijn fraisen'. Hij wees op het platge
trapte stukje aarde naast ons tuinpad. Ce
riel was daar altijd in de weer. Met petat-
ten, met jenivers. En dus met fraisen. Pas
veel later begreep ik dat hij het over jonge
aardbeiplantjes had. Hij was druk in de
weer geweest met een spa en een gieter.
Het zag er veelbelovend uit. Tot er iets te
fanatiek gevoetbald werd en het aardbeien
veldje tot middencirkel werd gebombar
deerd van een niet bestaand stadion. Er
werden veel slidings op de bal gemaakt.
De besten wonnen. Maar Ceriel was
kwaad. Hij zwaaide met zijn vuist,.zou het
thuis tegen zijn Bertha vertellen. En nooit,
maar dan ook nooit nog een vinger voor
het onderhoud van onze moestuin uitste
ken. Nondedju.
Een dag later klepperden zijn klompen
weer op het tuinpad.
De tuin is er misschien nog wel. Maar had
iemand het nog maar eens over fraisen.
Verkiezingskoorts. Mijn vader zat in
de gemeenteraad van Groede.
Toen een dorp van misschien wel
tweeduizend inwoners. Hij kwam uit een
katholiek nest, dus de Katholieke Volks
Partij, een eenmansfractie in een politiek
veld, waar liberalen en christenen sterke
meerderheden vormden. Op het markt
plein bij de muziektent was van gemeente
wege een bord neergezet, waarop de par
tijen zich konden aanprijzen. Er was geen
katholiek partijkader. Als de KVP op het
bord vertegenwoordigd wilde zijn, dan
moest mijn vader zelf met emmer en
kwast op pad. Hij heeft het gedaan, voor
de goede zaak. Maar wel 's nachts, zodat -
hoopte hij - niemand hem zag.