z:;rrrsr Exoten verstoren balans
Staland is een
dubbele vernoeming
PZC Dinsdag 16 december 2008 31
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie -
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
De wereld verandert en de
vogelwereld verandert mee.
Er is een tijd geweest dat al
gemene vogels als mussen
en zwaluwen in Nederland
niet voorkwamen; ze vestig
den zich pas in het kielzog
van de mens, toen die ste
nen gebouwen oprichtte en
niets nieuws onder de zon.
door Chiel Jacobusse
Tegenwoordig hebben we Nijlganzen, Canadesche
ganzen, zwarte zwanen, mandarijneenden, stekels
taarteenden en wat al niet meer. Veel vogels zijn van
origine afkomstig uit waterwild collecties van lief
hebbers die ze in gevangenschap houden. Ze ontsnappen
of, wat ook wel voorkomt, worden losgelaten.In een enkel
geval weet een soort zich aan te passen aan de Nederlandse
omstandigheden en plant zich hier voort, zodat er een po
pulatie ontstaat. Dat is overigens niet alleen het geval met
watervogels. Uit volières afkomstige halsbandparkieten zijn
in sommige steden talrijk als broedvogel aanwezig en lokaal
komen ook kuifmaina's voor, een soort tropische spreeu
wen die in kassen gehouden worden om schadelijke insec
ten te bestrijden.
Exoten die bij ons verwilderen, doen dat niet zelden ten
koste van de oorspronkelijk inheemse vogels. Nijlganzen bij
voorbeeld gedragen zich agressief ten opzichte van bergeen
den en het komt regelmatig voor dat ze die eenden uit hun
oorspronkelijke broedgebied verdrijven. Maar het kan ook
minder direct zijn. Zo kunnen ganzen complete rietkragen
doen verdwijnen als gevolg van intensieve begrazing en het
opgraven van de wortelstokken. Daarmee verdwijnt dan
een stuk oorspronkelijk broedbiotoop. Holenbroeders als
de halsbandparkiet zijn er soms de oorzaak van dat er wo
ningnood ontstaat bij-andere holenbroeders. Zo zijn er nog
veel meer manieren waarop geïntroduceerde exoten hun in
vloed laten gelden op de oorspronkelijke levensgemeen
schap.
Het is natuurlijk mogelijk om, bijvoorbeeld door het rapen
van eieren, de uitbreiding van exoten zoveel mogelijk tegen
te gaan. Toch kent ook dat de nodige bezwaren. In de eerste
plaats is het natuurlijk een weinig dierlievende methode
om de voortplanting van een gevestigde soort stelselmatig
onmogelijk te maken. Maar het brengt ook het bezwaar van
verstoring met zich mee. Als je in de broedtijd rietkragen
moet afstruinen om nesten van bijvoorbeeld ontsnapte boe-
renganzen op te sporen, brengt dat ook voor de andere riet
bewoners de nodige verstoring met zich mee. Beheerders
weten vaak geen betere oplossing dan wachten totdat het
probleem zich vanzelf oplost, maar helaas: Dat gebeurt veel
al niet!
Wat het hele verhaal extra gecompliceerd maakt is dat er
ook watervogels uit gevangenschap ontsnappen die hier
wel oorspronkelijk wild zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval
met verschillende ganzen, zoals kolgans en brandgans. Dat
zijn vogels die hier vanouds als wintergast voor komen,
maar die als broedvogel veel noordelijker thuishoren. Van
deze vogels zijn lokaal flinke broedpopulaties ontstaan, die
zich vermengen met wilde exemplaren. Mèt hun wilde
soortgenoten genieten ze ook de wettelijke bescherming en
dat maakt het extra lastig om deze vorm van faunaverval
sing aan te pakken. Niemand kan immers aangeven of
exemplaren in het vrije veld van wilde, gecultiveerde of ge
mengde origine zijn? En al zou dat zou zijn; het zou onlo
gisch en oncontroleerbaar zijn om vogels die tot één en de
zelfde soort behoren voor een deel te beschermen en voor
een ander deel te bestrijden. Maar van aanwinsten voor on
ze avifauna is bepaald geen sprake.
tekening Adri karman
In 1476 gaf hertog Karei de Stoute de schorren aan de noord
westzijde van het huidige Tholen ter bedijking uit aan zijn
nicht Anna van Bourgondië. De bedijking vond nog datzelf
de jaar plaats. Toen werd al rekening gehouden met de aan
leg van een dorp.
Sint-Annaland is een ring-voorstraatdorp. De Voorstraat aan
de ene zijde werd afgesloten door de haven en aan de andere
zijde door de ring met daarin kerk en kerkhof De kerk, in
1494 aanbesteed, werd aan Sint Anna, de moeder van Maria
gewijd. Zij was ook de schutsvrouwe van de godsdienstig op
gevoede Anna van Bourgondië. De naam St. Annaland, in de
volksmond Staland, is dus een dubbele vernoeming.
De oude kruiskerk werd eind 19e eeuw afgebroken en vervan
gen door de huidige in 1899 gebouwde kerk, die in 1957 aan
zienlijk is vergroot. De bewoners van St. Annaland leefden
tot ver in de 20e eeuw hoofdzakelijk van de landbouw. Tot
de uitvinding van de chemische kleurstoffen (ca. 1870) was
ook de verwerking van de plantaardige meekrapwortel een
belangrijk middel van bestaan. Veel hiervan is te zien in het
streekmuseum 'De Meestoof
De Nijlgans is een exoot die zich agressief kan gedragen ten opzichte van inheemse eenden.
foto Chiel jacobusse