Alleen de Eeuwige spectrum 8 Dweil 'Wij Koreanen zijn één volk, met één taal en één cultuur' PZC Zaterdag 13 december 2008 STANDPLAATS Het water is nu 41 graden." Twee minuten later: „Het bad is klaar." En weer twee minuten later: „Het water is nu 4t graden." „Het bad is klaar." Waar komt die stem vandaan? Ah, ont dekt. Ik kan hem nu niet uitzetten om dat ik dit stukje zit te tikken. De deadli ne nadert. Iemand van mijn familie heeft boven het bad vol laten lopen. Zo'n lekker diep Japans bad, waar je tot over je schouders in zit. Met één druk op de knop loopt de kuip vol (met automatische stop bij vol) en warmt het water op tot de temperatuur die je op het pa neeltje hebt ingesteld. Het water wordt door een geiser gepompt, die buiten hangt. Een heel eenvou dig systeem. Niet toegestaan in Ne derland. Tegenwoordig gaat dat zo. Vroe ger, toen de Japanners ook al heel erg van baden hielden, stookten ze een vuurtje onder de badkuip. Heel vroeger met hout. Minder vroeger, en in oude huizen nog steeds, met een kerosine-oventje. Niet ongevaarlijk. Maar ik woon sinds kort in een supermodern huis. Met paneeltje. Daar roept die stem weer: „Het bad is klaar." Verdorie, waarom gaat-ie het bad niet in en zet de opwarmknop uit, 4Pdie op het paneeltje zit dat direct naast het bad hangt. Beneden hangt nog zo'n paneeltje voor hetzelfde bad. In de keuken. Dus hoor ik die digi tale dame weer zeggen „Het bad is klaar." Als ik over een paar uur klaar ben met mijn werk en de bader boven al even slaapt, kan ik beneden op een knop drukken en het badwater wordt weer op temperatuur gebracht. Ik kan nog wat opruimen voordat ik naar boven loop en het heerlijke hete bad inga. Inderdaad! In hetzelfde badwater. Jak- kie, zult u zeggen. Niet in Japan. Want in Japan was je je niet in bad. Dat doe je onder de douche die naast het bad hangt. En veel uitgebreider dan die hal ve dry cleaning die de Hollanders uitvoe ren. Dat doe je zittend op een krukkie onder de douche. Met een borstel voor de voetzolen en een lange, grove (mas sage-effect!) doek voor het lichaam, tot de zeep schuimend je hele lichaam be slaat. Ga je met z'n tweeën in bad - geen taboe of uitzondering in Japan - dan boen je eikaars rug. Het bad, dat is de apotheose na de reinigingskuur. Om te ontspannen. Ons nieuwe huis bevat nog een fascine rende verrassing: de kleinste kamer, de troon in huis. 'Toilet' is te banaal voor de hightech turboverzorger, waar je de halve dag op zou moeten doorbrengen. De deksel opent als ik nader. De bril is voorverwarmd (temperatuur instel baar) en er is een bidet (temperatuur water regelbaar, sterkte straal ook). Als je op 'massage' drukt, vormen de stralen een jacuzzi voor je achterste. Een ingebouwde föhn droogt de boel na afloop. Sta je op, dan spoelt hij van zelf door en doet de deksel weer dicht. Alles regelbaar vanaf een paneeltje. Tot je alle knoppen hebt leren bedienen, heb je meer dan eens de vloer aange dweild. Met de hand. en Noord-Koreaan leeft on- I der hoogspanning", zegt een zakenman in een hotel in de hoofdstad Pyongyang. „Hij moet doen wat hem wordt voorgeschreven. Mensen met wie ik zaken bespreek, zitten 's avonds bij de poli tie! Allemaal apart moeten ze letterlijk op schrijven wat er is gezegd." Letterlijk? De zakenman knikt bevesti gend. „De mensen praten overigens nooit over politie. Ze zeggen: 'we moeten bij on ze vrienden komen'." Gedurende tien dagen reis ik per bus en trein door deze stalinistische wereld, bege leid door twee 'staatstolken'. We trekken langs uitgestrekte akkers en kaalgekapte hellingen. Door armoedige dorpjes en ri viervalleien, totdat de verharde weg op houdt. Ik zie wegversperringen en wacht posten. Jonge boerinnen met een rode ster op hun blauwe Mao-pet en heel veel solda ten. Militairen op de bok van een ossen- kar, voorovergebogen op de rijstvelden, vis send in een beek, met een schop over de schouder. Of als geitenhoeder, 's Avonds houden meisjessoldaten in een éénmans- bunker achter een zoeklicht de wacht bij treinbruggen. Een gedistingeerde vertegenwoordiger van het bewind, gekleed in smetteloos over hemd en bandplooibroek en voorzien van een spiegelende zonnebril en een speldje van de Grote Leider, noemt mijn vraag of je mag likken aan een postzegel van de Grote Leider glimlachend 'apart'. Het mag, mits je goede bedoelingen hebt. Hij staat in het gangpad van onze treinwagon, is voor zaken op weg naar China. Als ik vraag of het waar is dat je 'grote proble men' krijgt als je een foto van de Grote Lei der vouwt, schudt hij het hoofd. „No big trouble. Trouble." Van het staatstoeristenbureau mogen we naar het mausoleum van Kim II Sung, de in 1994 overleden vader van de huidige machthebber, de Geliefde Leider Kim Jong II. Even buiten Pyongyang stopt onze bus bij een paleis. We hebben kledinginstruc- ties: geen sportschoenen, een overhemd, stropdas en pantalon. Via enorme loopban den komen we in het binnenste van het voormalige werkpaleis van de Eeuwige Lei der. Onderweg wordt het straatvuil van mijn kleren geblazen, worden mijn schoe nen gedesinfecteerd en mijn gezicht ge filmd. Degenen die het gebalsemde lichaam al hebben gezien - soldaten, ma trozen en bedrijfsdelegaties - gaan naar de uitgang. Strakke gezichten, hoekige kaken. In een kleine marmeren zaal, na een propa- gandapraatje over de grote verdiensten van de overledene en een buiginkje voor het witte beeld, slaat de stemming om. On ze tolken gebaren driftig, de sfeer is ijzig. Eén voor één persen we ons door een windsluis en daar ligt hij in een sarcofaag van ontspiegeld glas, beschenen door zacht rood licht. Vrouwen gekleed in een traditionele klokjurk die tot de grond reikt, snikken. Hand voor de mond. Op een ge- - - ÏÏÊM baar van de gids buigen we tegelijk, in rij tjes van vier. Eerst bij de voeten, daarna op zij. Achter het hoofd van Kim II Sung is dat verboden. Dat geldt als respectloos. Er is, zegt onze gids, één plek van waaruit je even Zuid-Korea kunt betreden. Tolk ka meraad Kang verheugt zich er op en knijpt in m'n arm, terwijl de bus door het heuvel land spoedt. „Voor Noord-Koreanen is dit een heel speciale plek. Je voelt je er even verenigd met ons volk in het zuiden." Vanaf Pyongyang gaat het zuidwaarts over een nagenoeg verlaten autoweg. De bus doet wolken stof opwaaien. Als het steiler wordt, bestaat het 'verkeer' uit vrouwen die met gekromde rug stro de heuvel op dragen. Langs de kant mannen onder stil gevallen dampende vrachtwagens en briga des wegwerkers naast wapperende, rode vlaggen. Een politieagente regelt in Pyongyang het schaarse verkeer.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 86