Flexwerkers BEAM DE2E oo|C MAAR oP.' WE HEBBEM HAAR MET MEER HoDIG 'De volgende dag heb je werk' 10 j Vrijdag 5 december 2008 PZC Als eerste op straat Ze staan als eersten op straat: uitzendkrachten. Zeker in economisch sombere tijden vliegen ze er zonder pardon uit bij bedrijven waar het even slecht gaat. 'Meeademen op het economisch tij' heet dat in de uitzendbranche. Te ver doorgeschoten', vindt echter de vakbond. door Joost Bosman en Tanja Kits illustratie Mathijs Wansink Deze week kregen driehonderd uit zendkrachten van NedCar de bood schap dat ze niet terug hoeven te komen. Hun vaste collega's vallen onder de arbeidstijdverkorting, krijgen een WW-uitkering en be houden daarmee hun baan. De flexwerkers niet. „Zij staan ge woon per direct op straat", zegt Henk van Rees van de FNV. De vakbondsman heeft er tijdens de onderhandelingen met NedCar nog een douceurtje van 200 euro per uitzendkracht uit weten te sle pen. „Maar dat is natuurlijk geen inkomen. Sommigen krijgen nog een WW-uitkering als ze al langer in dienst zijn van een uitzendbu reau, maar de meesten zitten gelijk zonder inkomen. Die moeten te rugvallen op de bijstand." De FNV vindt het aantal flexwer kers in het bedrijfsleven te ver doorgeschoten. „Natuurlijk geeft het adem in tijden van recessie. Maar het zou beperkt moeten blij ven tot bij 'ziek en piek', zoals wij dat noemen. Wat wij zien is dat veel structureel werk door uitzend krachten gedaan wordt. Voor min der geld en met minder rechtsbe scherming." Nederland telt 730.000 ingeschre ven uitzendkrachten. Randstad, de grootste uitzendorganisatie van Nederland, erkent dat uitzend krachten als eersten de pineut zijn. „Maar we moeten ze niet in een slachtofferrol duwen. Het zijn vaak flexibele werknemers die zo weer ergens anders aan het werk kunnen. Wat dat betreft zie ik het niet zo somber in voor uitzend krachten, er zijn nog 250.000 on vervulde vacatures. Met een kleine omscholing helpen we ze wel weer aan een baan", zegt directeur Chris Heutink van Randstad. Zo is er een grote vraag naar technisch geschoold personeel. Ook de finan ciële dienstverlening staat te sprin- gen om mensen, net als de iet, de zorg en het onderwijs. „Uiteraard is een technicus niet snel om te scholen tot iemand in de zorg. Maar uitzendkrachten hebben wel een bepaalde mentaliteit, kunnen sneller omschakelen dan iemand die al twintig jaar in vaste dienst heeft gezeten." Heutink heeft geen idee of de kre dietcrisis effect zal hebben op de uitzendbranche. „Daar durf ik geen uitspraak over te doen. Voor lopig is er nog werk genoeg waar in we kunnen bemiddelen." De FNV hanteert een percentage van 18 procent flexwerkers in Ne derland. Dat zijn niet alleen uit zendkrachten. Er zijn namelijk ook veel mensen die op contract basis werken of gedetacheerd zijn. In sommige bedrijfstakken is het percentage hoger. Bij het distribu tiecentrum van Albert Heijn bij voorbeeld bestaat het personeels bestand voor 35 procent uit men sen met een tijdelijk contract. Ook Henk van Rees ziet in de praktijk hoge percentages. „De 300 uitzend krachten bij NedCar, dat was op een bestand van 2.080 werkne mers. Bij DAF waren er 2.000 uit zendkrachten op een bestand van 8.000." Het zijn vaak vrouwen, allochto nen en jongeren die flexwerk doen. De 'witte oudere man' heeft grotendeels (al lang) een vast dienstverband. Professor Willem Bouwens, hoog leraar arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, vindt dat het uitzendwerk in Nederland inmiddels redelijk goed is gere geld. „Eind jaren tachtig heb ik eens geschreven dat uitzenderij ge lijk staat aan koppelbazerij, maar nu is het in Nederland een alge meen geaccepteerd verschijnsel." Bouwens stelt dat er met de flex- wet van 1999 veel ten goede is ver anderd voor de uitzendkrachten. „Daarin staat dat een uitzendcon- tract uitdrukkelijk een arbeidsover eenkomst is, met alle daarvoor gel dende wetten. Maar wel met de Jan-Willem Bosman (44) Hij werkt nu in vast dienstverband bij een instelling voor verstandelijk gehandicapten. Maar Jan Willem Bosman(44) wil meer dan 36 uur per week werken en doet daarom nog wat uitzendwerk erbij. „In de zorg heb je een speciaal uitzendbureau, Inzetbaar, voor ervaren en wat oudere krachten. Ik geef op wanneer en hoeveel ik wil werken. Dat lukt eigenlijk altijd. Zo werk ik 3 tot 4 dagen extra per maand. Bij mijn eigen instelling kan dat niet, je mag maar maximaal 36 uur werken." Ook in het verleden heeft Bosman veel via uitzendbureaus gewerkt. „Ideaal, je schrijft je in en de volgende dag of twee dagen later kun je al aan de slag. Ik pakte alles aan: hovenierswerk, chauffeurswerk, maakte mij niet uit. Ik heb wel eens tenten opgezet in Frankrijk." Toch gebruikte hij het uitzendwerk vaak als opstap naar een vaste baan. „Ik heb veel aanbiedingen gehad. Ook van bedrijven waar ik helemaal niet voor vast zou willen werken. Dat is het voordeel van een uitzendkracht, je kunt alvast kijken of het wat voor je is." Van de kredietcrisis heeft hij voorlopig geen last. „Als ik dat bij ons in de zorg zie, is er juist een schreeuwend tekort aan personeel. De instellingen willen hèt liefst uitzendkrachten. Ze zijn in verhouding wel wat duurder, maar dat hebben ze er wel voor over. Ziften ze niet met langdurige ziektegevallen. Overigens is het niet zo dat je als uitzendkracht meer betaald krijgt, integendeel. Ik verdien twee euro per uur minder via het uitzendbureau dan mijn vaste salaris."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 10