Kleine stappen, grote sprong 'Er is nu het besef dat je het leven van mensen met het Syndroom van Down blijvend veel aangenamer kan maken' Morgen verschijnt De Upside van Down. Het boek, vol portretfoto's van kinderen met het Downsyndroom, moet bijdragen aan 'een positievere beeldvorming'. „Mensen met Down zijn heel lang onderschat." Wendy en PüSCCtl maanden nadat Pascal werd geboren, moest hij aan zijn hart worden geopereerd. Toen kwa men we er achter dat hij Down syndroom heeft", zegt Wendy van Os (13), zus van Pascal (4). „Als hij nu iets mankeert, bijvoorbeeld als hij zich heeft bezeerd, zal Pascal nooit huilen. En ook niet als hij boos is. Alleen als hij in paniek raakt, maar dat gebeurt niet vaak. Eigenlijk lacht hij veel. Als ik er gens met hem ben, bijvoorbeeld in het winkelcentrum, zwaait hij naar andere mensen, ook als hij ze niet kent. Die mensen komen Diantha Rochelle Roel Borstlap, kinderarts en oprichter Downsyndroom Team PZC Dinsdag 25 november 2008 1 1 door John Jas egin er maar niet aan.' Veel I W ouders van een kind met het Downsyndroom hebben dit door de jaren heen gehoord als ze hun kind normaal on derwijs wilden laten volgen. Mensen met Down zouden nooit veel kunnen, vonden anderen. Ze zouden worden nagewezen en bespot. In dat laatste had men gelijk. Kwam nog bij dat veel kinderen en volwassenen met Down aan niet onderkende of als 'normaal' beschouwde fysieke problemen leden. Het toekomstperspectief was vaak slecht. Maar in twintig jaar is dat drastisch veran derd. „Er heerst tegenwoordig bij ouders de sfeer van 'het kan!"', zegt Gert de Graaf pe dagoog verbonden aan de Stichting Down syndroom. Dat komt volgens hem onder meer door nieuwe leermethoden voor jon ge 'Downers'. Early Intervention heet dat. De Graaf: „Het werkte als katalysator. Ouders gingen gelukkig meer geloven in de mogelijkheden van hun kind." Niet elk kind kan evenveel. Het verschil in IQ_ varieert van 25 tot 85, waar de gemiddel de mens 100 scoort. Mensen met Down zijn heel lang onderschat, vindt De Graaf „Dat gebeurde veelal door onze vooroordelen, maar ook door hun slechte spraak. Maar die zegt meestal weinig over slimheid. Dat een kind met Down iets niet direct leert, wil niet zeggen dat hij het niet kan leren. De stof moet vaker aan hem worden aangebo den. Kleine stapjes moeten het zijn." Zo heet ook een programma voor kinderen met een achterstand tot 4 jaar: Kleine Stap jes. Deze early intervention leert ouders nauw keurig reageren op initiatieven van hun kind. De methode moet communicatie, gro ve en fijne motoriek, taal en persoonlijke en sociale vaardigheden ontwikkelen. Twintig jaar geleden gingen kinderen met Down al leen naar speciaal onderwijs. Nu begint de helft op een reguliere basisschool. „En het effect daarvan is in veel gevallen dat ze in een positieve spiraal terechtkomen. Hoe meer ze leren, hoe meer ze kunnen leren", zegt De Graaf De portretfoto's op deze pagina's zijn afkomstig uit het boek De Upside van Down van Eva Snoij- ink, uitgeverij het Spectrum. Hoofdfoto: Jinte (1 jaar) Kleine foto's vlnr: Evelyne (3 jaar), Coen (4 jaar), Tim (2 jaar), Flynn (4 jaar) foto's Eva Snoijink Lang niet alle kinderen maken school af, of stromen door naar middelbaar onderwijs. „Maar leren is ook een sociaal proces. Met andere kinderen op school zitten die beter gaan praten en lezen, betekent dat ze wor den meegetrokken." Er zijn nog veel basisscholen die moeilijk doen. De Graaf wil dat ouders doorzetten. „Niets ten nadele van speciaal onderwijs, maar kinderen met Down die aan de 'bo venkant' zitten, krijgen daar weieens min der aandacht. De klassen zijn weliswaar klein, maar er zitten ook kinderen in die nog moeilijker leren en dan blijkt de aan dacht voor het kind met Down minder dan in het reguliere onderwijs. Bovendien is er door 'Rugzak' (de regeling voor meer voor zieningen en inkoop van deskundige bege leiding - red.) extra geld voor gehandicapte leerlingen. Op een reguliere school is ook meer tijd voor individuele begeleiding." Van leerlingen met Down die minstens vijf jaar op een reguliere basisschool zitten is 87 procent in staat korte verhalen te lezen. 55 procent leest langere verhalen. Leerlingen die even lang op een speciale school zaten, scoren hier respectievelijk 39 en 11 procent. Het aantal geboortes van kinderen met Down ligt de helft hoger dan twintig jaar ge leden. Het zijn er zo'n driehonderd per jaar. Jonge vrouwen die zich laten testen tijdens de zwangerschap en horen dat hun kind Down heeft, kiezen vaak voor abortus. Veel vrouwen boven de 35 jaar laten zich be wust niet testen. Door hun leeftijd is het ri sico op Down veel hoger en dat verklaart deels de toename in aantal geboortes. De helft van de mensen met Down heeft hartproblemen en 11 procent heeft een darmaandoening. Ook de schildklier speelt soms op, er zijn vaak problemen met horen en zien. „Vroeger werden die problemen vaak gemaskeerd door Down", vertelt Roel Borstlap, kinderarts en oprichter-van het eerste Downsyndroom Team. „Er lopen nog veel volwassenen met Down rond van boven de 30 jaar met afwijkingen waar veel eerder wat aan gedaan had kunnen worden. Twintig jaar geleden kwam men niet op het idee daar regelmatig op te screenen. Als je een kind met Down had, hoorden de kwa len erbij. Het was niet vanzelfsprekend een ernstige hart- of darmafwijking te opereren. Nu zie je flinke verandering in de benade ring. Er is het besef dat je hun leven blij vend veel aangenamer kunt maken." Downsyndroom Teams/Poli's (er zijn er achttien) bestaan uit artsen en therapeuten. Ze voeren, op grond van de 'Leidraad voor de medische begeleiding van kinderen met het Downsyndroom', controles uit bij jonge kinderen en geven aanbevelingen. Borstlap: „Ook voor volwassenen zijn er nu twee teams, één daarvan ontdekte in het eerste jaar van zijn bestaan een gehoorstoor- nis bij ruim de helft van de gescreenden." Vergeleken met twintig jaar geleden is er volgens Borstlap ongemeen veel veranderd. Ouders krijgen wel negatieve reacties, meest al van onbekenden, maar zélf zijn ze veel po sitiever. Toch is er nog veel te winnen. „Het zijn vaak artsen, bijvoorbeeld gynaecologen, maar ook verloskundigen die een beetje ach terblijven. Ze denken nog te negatief en be schikken dikwijls ook niet over actuele in formatie." hem dan meestal even groeten. Een handje geven of zo. Zo aardig vinden ze hem dan. Hij is vaak vrolijk en dan gaat hij zingen en dansen. Mijn vriendinnen vinden hem net zo schattig als ik. En hij leert graag nieuwe dingen. Zo zegt hij net als wij sinds kort 'Duh' als reactie op allerlei din gen. Tegen mij heeft nooit ie mand iets vervelends gezegd. Wel roepen klasgenoten tegen elkaar 'mongooltje' als iemand iets geks doet. Dat vind ik dom. Als ze Pas cal zien, zegt niemand iets naars." foto Vincent Boon en Sellne Diantha Brinkman (17) over zus Seline (19). „We hebben een heel sterke band met elkaar, zijn goede vriendinnen. Ik weet dat ze an ders is, maar daar denk ik gek ge noeg alleen aan als vriendinnen vragen hoe het is om Seline als zus te hebben. Wat ik met haar niet kan, is op jongensjacht gaan. Daar staat tegenover dat we nooit ruzie hebben, zoals andere meis jes met zussen dat wel kennen. Ze kan zich goed verstaanbaar ma ken. We gaan steeds meer onze ei gen weg. Seline woont zelfstan dig, maar wel vlakbij. Ze weet dat ik later verder weg van huis ben, net als onze oudere broer, om te studeren. Maar dat begrijpt ze. Se line heeft op de reguliere basis school gezeten en voorafgaand daaraan meegedaan aan Kleine Stapjes. Ze is altijd heel actief ge weest: turnen en paardrijden. Vroeger gingen we samen op zo merkamp. Dat was onder meer zo leuk omdat ik door Seline veel nieuwe vrienden maakte. Dat wa ren mensen die kwamen praten omdat ze haar steeds naast mij za gen lopen. Hadden we allebei voordeel van." foto Tom van Dijke en SteVen Steven Klinkenberg (24) is broer van Rochelle (18). Zij volgde een voorloper van 'Kleine Stapjes' en zat op een reguliere school. „Hoe het is om een zus te hebben met Down? Daar denk ik nooit over na. Het scheelt ook dat Rochelle een heel lief meisje is. Mijn ouders hebben haar gestimuleerd om heel actief te zijn, om haar zo deel te laten zijn van de gemeen schap. Ze zwemt, tennist, rijdt paard en zingt in een koor. Rochel le kan zelfstandig een eindje lo pen, kent de verkeersregels, kan e-Tnailen en gebruikt dezelfde trendy taal als leeftijdsgenoten. Door haar uitgebreide contacten kan ze zich goed uitdrukken. Over een paar jaar woont ze zelf standig, met een beetje begelei ding. Of ik weet van negatieve din gen die ze meemaakt? Die zijn er nauwelijks. Wat ik niet leuk vond, was dat ze ooit op hockey zat maar in veel wedstrijden maar 20 minuten mocht spelen. Op dat ni veau was dat onzin: het hoorde vooral een sociaal gebeuren te zijn. Mijn ouders hebben haar toen terecht van wedstrijdhockey afgehaald." foto Hilbert Krane Reageren: nieuwsredactie@wegener.nl Informatie en hulp bij Downsyndroom: www.downsyndroom.nl www.vim-online.nl www.stichtingscope.nl www.deupsidevandown.nl www.artsenvoorkinderen.nl www.marijkenieuwenweg.nl/kleinestapjes.html

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 79