Buitengebied Wasplaat maakt indruk Varkens spelen geen rol in de naam Zeldzame soorten soms, zoals de rood-groene mest- bekerzwam (Fimaria ripensis), slechts van twee eer dere vondsten elders in Europa bekend. Of de rafeli ge parasolzwam, die we verder vrijwel nooit aan troffen. Maar wat het meeste indruk maakte, waren de was- plaatjes. Kleurige paddenstoelen die uiterst hoge eisen stel len aan hun milieu. Het zijn voor graslanden de beste graad meters om de ecologische kwaliteit te bepalen. Bijzonder is ook dat met de ouderdom van een grasland de soortenrijk dom steeds groter wordt, als het beheer zorgvuldig gevoerd wordt. Dat betekent onder meer dat het grasland kort be graasd (of gemaaid) moet worden tegen verruiging en dat mest en bestrijdingsmiddelen taboe zijn. Vijfentwintig jaar geleden troffen we in de Yerseke Moer drie soorten wasplaten aan, te weten het sneeuwzwamme- tje, de elfenwasplaat en het papegaaizwammetje. Ze ston den er slechts mondjesmaat, maar er werd toen nog geen tien jaar reservaatsbeheer gevoerd. We waren dan ook erg benieuwd toen we afgelopen week opnieuw het gebied in trokken om de paddenstoelenflora te bekijken. Ook in de laatste jaren hadden we al wel eens rondgekeken, maar een complete inventarisatie was er nog niet van gekomen. Wel was al opgevallen dat het aantal wasplaten wat gestegen leek. Het duurde niet lang voordat we in het eerste weiland waar we zochten alle drie de soorten die uit het verleden bekend waren teruggevonden hadden. Maar daarmee hield het niet op. Al snel vonden we de hooilandwasplaat, een feloranje, sterk kleverige soort. De dichtstbij zijnde vindplaats is in de duinen van Noord-Holland. Even later was het wèer raak en vonden we de iets minder zeldzame weidewasplaat, met een mooie zalmroze hoed. Maar de grootste verrassing moest nog komen. Dat was bepaald niet de meest kleurige. Wie de grijsbruine grauwe wasplaat ziet staan, zou er zo maar voorbijlopen. Het is echter een erg zeldzame soort, die alleen in de allerbeste graslanden te vinden is. Het was een grauwe, sombere dag met veel motregen, maar wat ons betreft had het verloop niet feestelijker kunnen zijn. )e bent eigenlijk bezig om de oogst van 25 jaar natuurbeheer te in specteren. Natuurlijk staat de aanwezigheid van wasplaten niet op zichzelf. Satijnzwammen behoren tot de vaste begeleiders. Hadden we vroeger uitsluitend de bruine satijnzwam, nu zijn ook de sterspoorsatijnzwam en de zeldzame zilversteel- satijnzwam wijdverbreid in de Moer. Daarnaast allerlei an dere soorten, zoals knots- en koraalzwammetjes, trechter tjes en ook tamelijk talrijk de grootsporige schijncantharel. Van die laatste soort wordt in de recent verschenen Rode lijst gemeld dat deze soort na 2000 alleen nog in de Yerseke Moer is aangetroffen. En dat in een periode dat er in Neder land meer dan 200.000 waarnemingen van paddenstoelen gemeld zijn. Daarmee is het bijzondere karakter van het ge bied toch wel afdoende getekend. Natuurlijk wordt de ecologische kwaliteit niet alleen weer spiegeld in de paddenstoelenflora. Ook de hogere planten in het gebied zijn heel bijzonder en vertegenwoordigen met elkaar bijna een kwart van de Nederlandse flora. De vogel rijkdom is overbekend, of het nu gaat om broedende weide vogels of overwinterende ganzen; in de Moer is altijd wat te beleven. Dit gebied behoort echt tot de top van de Neder landse natuurgebieden. Al zal de argeloze wandelaar of fiet ser in het vlakke en bijna boomloze landschap van de Yerse ke Moer dat misschien niet direct denken. PZC Dinsdag 18 november 2008 31 De PZC sponsort stichting Het Zeeuwse Landschap. In Natuur- journaalgaat hoofd ecologie Chiel Jacobusse wekelijks in op wat er aan de orde is in de Zeeuwse natuurgebieden. In de jaren '80 hebben Jan-Wim Jongepier en wijlen Wim Kuijs samen met onder getekende een uitgebreide paddenstoeleninventarisatie gedaan in de Yerseke Moer. Wat waren we destijds pret tig verrast door het grote aantal soorten dat we daar aantroffen. door Chiel Jacobusse J3S& v -y. Elfenwasplaat foto Chiel Jacobusse Papegaaizwam foto Jan Koeman illustratie Adri Karman Biggekerke is een oud dorp, op de kreekrug die van Vlissin- gen evenwijdig aan de duinen naar het noordwesten loopt. Opvallend is de hoge ligging van het dorpsplein. De naam van het dorp heeft echter niets met varkens van doen: Bigge was in de vroege Middeleeuwen een gangbare persoons naam. Oorspronkelijk kreeg het dorp de naam Bighenkercke, in de volksmond Békerke. In een oorkonde uit de 13de eeuw wordt de plaats Bigghenkerka genoemd. De plaatsnaam kan een vernoeming zijn naar de heilige Beg- ga. Zij was een zuster van Gertrudis van Nijvel, die in de mid deleeuwen als Sint Geertrui in Zeeland werd vereerd. Ook de stichter van de kerk kan vernoemd zijn; een zekere Biggo of Bigge, verkorte vorm van het oude Germaanse Bigwald of Bighart. De kerk stamt uit de 15de eeuw. De voet en de koor sluiting dateren vermoedelijk uit de 12de eeuw. Waarschijn lijk is tussen beide delen een houten kerk gebouwd. Die is la ter vervangen door een bakstenen schip. Tijdens de inundatie van Walcheren in 1944-1945 bleven kerk en kerkhof droog. Ze vormden destijds een schuilplaats voor mens en vee.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 63