9 spectrum PZC Zaterdag 15 november 2008 „Niet iedereen kwam binnen, hoor. Brit, dat was je van het! Een beetje als het Kurhaus, maar dan mooier." Mevrouw D'Huy-Huisse (96) nadering daarvan, was de omzet al gekelderd. De Maatschappij dreig de het hotel af te stoten, tot de ge meente Vlissingen met twintig prioriteitsaandelen a duizend gul den ingreep. Op 8 mei 1940 werd het hotel, gerenoveerd en wel, her opend. „En op 17 mei belde de Duitse commandant aan bij burge meester Van Woelderen", vertelt de oude dokter Ad van Dijk. „Die foto bezit Britannia mof vroeg slaapplaatsen voor zijn soldaten. Het liefst bij burgers. 'Daar komt niks van in', zei de bur gemeester. 'Leg ze maar in Britan nia.' Dat was toch vrij." De nazi's werden als gasten ont haald. Niet gek ook, de hoteldirec teur was een volbloed NSB'er. Han Tolhuisen was zijn naam, 07278 zijn stamboeknummer. Nederland se logeergasten liet hij vanaf 1942 niet meer binnen. Britannia werd het hoofdkwartier van de Vlissing- se garnizoenscommandant luite nant-kolonel Reinhardt. Hoewel de Duitsers betaalden voor hun verblijf was het al lang geen hotel meer. Eronder waren bunkers ge bouwd, overal lagen sluipschutters. In de vroege ochtend van-3 novem ber 1944 zetten de Royal Scots de aanval in. De Britten bestormden het gebouw, dat inmiddels door een brandbom in de directeurska mer in vlammen was opgegaan. Rond het middaguur gaven de be zetters zich over. Zeshonderd Duit sers werden krijgsgevangen ge maakt, vijftig sneuvelden. Van Tolhuisen? Die werd nabij een bunker neergeschoten. Door een Duitse kogel nog wel. Zijn vrouw vluchtte met de hotelkas over de boulevard naar het huis dat zij in de stad huurden. „Tot ze door een kopschot op de oprit werd getrof fen", vult Van Dijk aan. „De kas is keurig teruggegeven aan de ge meente, die er de eerste daken mee heeft hersteld." Maar Britannia was verloren. Een ruïne was het. „Het allerergste van de hele boulevard", weet mevrouw D'Huy-Huisse zich nog te herinne ren. Al in 1946 werden wederop- bouwplannen voor de Brit ge smeed, maar het schoot niet op. Pas in 1955 werden het restaurant en het congrescentrum, ontwor pen door de Rotterdamse architect j.W. Boks, heropend. Nel Wiess- ner was erbij. „Omdat mijn baas, Peter Bikker, de opening verricht te. Voor het gebouw was een rode loper uitgelegd. Verder heel veel toeters en bellen. Die zaterdag ben ik er zelf met mijn verloofde naar toe gegaan. We moesten in de wachtkamer, tot er plaats was op de dansvloer. Eenmaal daar was het prachtig. Er speelde zo'n trio als in de film. Een violist met zilve ren haren, een bassist, een pianist. Ze gingen de zaal rond." Britannia krabbelde op. Zeker na dat directeur Ten Haaf vijfjaar na de heropening het hotel erbij liet bouwen. Steeds vaker kwamen 'ge wone Vlissingers' voor een drank je. Sterker nog, stelt Pim Broekhuy- sen die nu in Terneuzen woont, „Brit was dé reden voor Middelbur gers om naar Vlissingen te gaan. Ie dereen wilde de cocktails van Jac- ky de Bartender. Die stond op een verhoging achter de bar." Hij noemt en roemt de dansavon den met pianist Baby den Toon der. Pianisten, die zouden er nog vele volgen. Leen Zietse voorop. Die haalde er de beste artiesten van Walcheren bij. Jan Verweij bij voorbeeld, als bassist. „Samen met Joop Seluta op de gitaar hebben we wel tien jaar feesten en partijen opgeluisterd met onze jazz. Thee dansant op zondagmiddag. Steeds weer het laatste nummer voor de allerlaatste hotelgasten, die maar niet naar bed gingen." In 1966 brak een nieuw tijdperk aan, dat van directeur Gerard van der Veen. Volgens sommigen de man die alles in goud deed veran deren. Zeifis hij bescheiden. „Ik had de wind mee. Toen ik begon, vestigden grote bedrijven als Hoechst en Hercules zich in de om geving. De bezetting ging skyhigh. Soms hadden we aan negen kel ners op het terras nog niet ge noeg." Eén van die kelners was Jan Caste- leijn, later ober-kelner van het ho tel. Hij schotelde zijn gasten en- trecöte double Hercules voor, of de barquette Spyros Armenakis, naar het Griekse schip dat zo lang voor het Badstrand lag. „Ik weet nog dat de directeursvrouw van Pechiney, Chantal heette ze, alleen a la fran- ^aise bediend wilde wórden. Dan moest je een volle schaal voor hou den. Zwaar dat dat was!" Niet was te gek. In de keuken stond veertien man, onder leiding van Theo Wegman. Theo Verste gen, nu eigenaar van restaurant De Vissershaven in Vlissingen, herin nert zich menig zeemeerminnetje van deeg te hebben gemaakt. „De puree werd prachtig gespoten op zilveren schalen, het brood bakten we zelf" En een casselier waste de pannen, pronkt meesterkok Sjaak jobse. Hij en collega Jan Meulmees- ter moeten nog hard lachen om de spoedlunch van havenhoofd Cor Oreel. „En 's avonds zat 'ie er nog! Casembroot, Commissaris van de Koningin, was makkelijker. Als die maar iets te drinken had! Britannia was een fantastische tent om het vak te leren. Je werkte zeventig uur per week, maar je kreeg die ten minste wél uitbetaald." Niet alleen voor de mensen werd gezorgd, ook het hotel kreeg een opknapbeurt. Na Van der Veen, die een stapje hogerop kon („maar nergens was ik gelukkiger dan in Brit"), is Casteleijn niet lang meer gebleven. „De ene na de andere di recteur kwam, je werd er gek van. Iedereen veranderde wel wat." Het werd steeds minder, merkten ook de gasten. De allure was eraf „Je werd niet meer verwend", zegt Nel Wiessner. „Soms moest je wel drie kwartier wachten voor je iets te drinken had." Toch bleef de Vlis- singse Brit trouw, al was het maar om de bridgemiddagen en het be faamde Boekenbal niet te hoeven missen. De opleving kwam in de ja ren tachtig, toen de Zeevaartschool eigenaar werd. Ineens was Kees Brouwer behalve rector ook hotel ier. „De bovenetage kon ik mooi ge bruiken voor cursisten. Ik trof een puinhoop aan en zonder haar vas te gasten was Britannia nooit ex ploitabel geweest." Na Brouwer kwam Buijs. De laat ste exploitant. Gasten, die afscheid hadden genomen, keerden terug. Daar zorgde de familie Buijs wel voor, met grootse kerstdiners. Er stond zelfs weer een hert van vet op het toneel. Maar Buijs wilde meer. Móest wel, om de dure grond rendabel te houden. Brit zou de lucht in gaan. Skyhigh, als vroeger. Alles was getekend, tot bu ren tegenstribbelden. Zij grepen al le mogelijkheden aan om uitbrei ding tegen te houden. „Meer dan waar Buijs het geduld voor kon op brengen", vat oud-wethouder Henk de Haas de jarenlange strijd samen. Wiessner: „]e voelde de treurnis in het hotel. Het was over en uit." Ze kijkt boos. Zucht tenslotte. „Ik hoop toch zó dat ik nog mag meemaken dat het weer wordt zoals het was." Het Badstrand, de boulevard en Britannia in 1925. collectie Hans Lindenbergh Huispianist Leen Zietse, bassist Jan Verweij en gitarist Joop Seluta.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 99