spectrum 6
Een leven vol witte sneeuw
'Tijd van
leven hebben om die kinderen goed op de rails te zetten'
PZC
Zaterdag 15 november 2008
door ah Pankow Haar vrolijke lach rolt door de ruimte als zij beseft dat ze het al drie keer over sneeuw heeft gehad,
foto Mechteld Jansen
terwijl dit land toch nog maar zelden onder een witte laag wordt bedekt.
Het lijkt aannemelijk dat zij dat beeld onbewust als metafoor gebruikt. Natuurlijk zijn er wel eens zor
gen, maar in het leven van Anne-Marie Radstake-Polet valt vooral veel witte sneeuw in de vorm van
liefde, gezinsgeluk en leesgenot.
Lezen loopt als rode draad
door haar leven. Zij leest
zich letterlijk een weg door
de boeken die haar omrin
gen. En dat zijn er nogal wat
in haar antiquariaat Boven het Dal in
Zierikzee. Nederland Leest, maar An-
ne-Marie nog veel meer.
„Een prima initiatief hoor, dat Neder
land Leest. Zelf had ik Twee Vrouwen
vorig jaar al weer een keer herlezen
toen ik hoorde dat dit boekje van Mu-
lisch was gekozen voor de jaarlijkse ac
tie. Mijn eerste Mulisch-boek ooit was
Het Zwart Licht. Het ging over een
beiaardier, die Akelei heette. Dat bleek
ook de naam van een klimplantje. Die
beiaardier moest natuurlijk elke dag
omhoog klimmen. Het stelde niks
voor, maar ik vond het voor mezelf de
ontdekking van de eeuw."
Haar moeder, onderwijzeres én Jeesfa-
naat, sleepte haar dochter al op jonge
leeftijd mee naar de Slegte. „Ik zie me
zelf daar nog, helemaal verdiept in een
boek, op een krukje zitten, terwijl mijn
moeder de rekken afzocht. De bood
schappentassen parkeerde ze dan voor
het gemak even bij mij."
Anne-Marie is opgegroeid met onder
meer W. G. van de Hulst en de boekjes
van Flipje uit Tiel. „Ja, die Van de
Hulst. Ik ken mensen die daar een heel
erg schuldgevoel door ontwikkeld heb
ben, waar ze ook in hun latere leven
nog last van hadden. In die boeken lag
vaak sneeuw en altijd was er wel een
ziek broertje of zusje, dat zuchtend aan
de dekens plukte. Dan was er ook een
jongen of meisje die iets fouts had ge
daan en zolang dat niet was goed ge
maakt, werd dat kind niet beter. Mijn
moeder las het mooi voor en wist de
inhoud te relativeren.
Die moraal uit de boekjes van
W. G. van de Hulst paste na
tuurlijk wel bij het gerefor
meerde milieu van toen. Nou waren
wij niet zo streng in de leer, maar ik
herinner me toch hoe we in kerkelijke
kringen werden benaderd als kind. Ik
weet nog de inzameling voor de arme
kinderen in de wereld met twee grote
tonnen voor in de kerk. Wij waren ge
vraagd ons liefste stukje speelgoed af te
staan. Daar stond ik met mijn allerlief
ste pop Anneliesje. Moest ik die nou in
die ton doen? Het was wel Anneliesje.
Toen kwam mijn jongere broertje Han
aanlopen met een kapot autootje. Hij
zei 'dit is mijn allerliefste speelgoedje'
en hup, hij gooide dat kapotte autootje
in die ton. Ik keek naar zijn hoofd en
dacht opgelucht: zo, bedankt Han."
Anne-Marie is geboren in Waddinx-
veen op de grens met Reeuwijk, als
vierde in het gezin. „Boven mij zaten
twee zussen en een broer en na mij
kwamen er nog twee broers. De vierde
is een mooie plek. ]e kunt lekker je ei
gen gang gaan, er wordt niet meer zo
op je gelet. Mijn vader had een eigen
verzekerings- en makelaarskantoor in
Rotterdam. Ik heb het idee dat hij er
nooit echt gelukkig is geweest. Hij
maakte altijd plannen om te emigre
ren. Dat kwam er niet van, maar het
voornemen een jaar met het hele ge
zin naar een kibboets in Israël te gaan,
werd wel gerealiseerd."
Mooie herinneringen aan de tocht in
de auto met caravan naar Marseille en
aan de boottocht vanaf daar naar Haifa
dringen zich op. „Ik was een jaar of ne
gen. Aan boord van dat schip kreeg ik
van de kok al een beetje les in He
breeuws en ik mocht in de keuken in
die grote ketels roeren."
Anne-Marie had een geweldige tijd in
Israël. De lerares die haar moeder had
geregeld nam de kinderen veelvuldig
mee op 'tijoel', ofwel schoolreis, zodat
ze daar diverse steden heeft bezocht.
Pas later besefte ze daar ook enkele
van de Joodse strijders uit Warschau te
hebben ontmoet, die destijds via de rio
len de nazi's waren ontvlucht.
„Voor ons gezin heeft dat jaar in Israël
een verandering teweeg gebracht. We
waren 'wilde kinderen' geworden toen
we terugkwamen. Voor mijn moeder
was het niks. Zij is echt ziek geworden
van heimwee. Met Kerstmis kwamen
we terug. Ik ben meteen naar mijn
vriendinnetje Ellen gegaan met wie ik
voor mijn vertrek een steen had ver
stopt totdat ik terug zou komen. We
zijn hem gaan zoeken in de sneeuw,
die steen lag nog op dezelfde plek."
Anne-Marie had als jong meisje een
droom: verzorgster worden in een kin
dertehuis. Daarom koos ze voor de op
leiding ziekenverzorging. Zij voltooide
die, maar ze heeft het vak nooit echt in
de praktijk uitgeoefend. Dat heeft alles
te maken met haar ervaringen tijdens
haar stage in de psychiatrische zorg. Zij
trok zich het trieste lot van de patiën
ten te veel aan. „Bovendien waren die
leidinggevenden allemaal van die pron
te vrouwen op stevige stappers. Zo
pront was ik niet."
Het werd voor haar de 3-jarige VH-
BO-opleiding in Rotterdam. „Marie,
schiet toch op", riep de man van de
kiosk als ze 's ochtends net op tijd op
haar fiets bij het station arriveerde. Hij
stond dan al gereed met een bekertje
koffie en de Volkskrant. „Een goede
tijd was dat. Daar heb in het tweede
jaar ook Jos leren kennen. Hij studeer
de Nederlands in Leiden en gaf les op
het VHBO om zelf zijn studie te kun
nen betalen."
Liefde op het eerste gezicht? Anne-Ma
rie lacht. „Misschien niet op het eerste
gezicht, maar ik weet nog wel precies
het moment waarop ik verliefd op
hem ben geworden. Het was in de win
ter, ijskoud en ja hoor, er lag sneeuw.
Toen zag ik hem aankomen door de
kou met zijn houthakkersjas aan op
zo'n hallelujafiets. En ik dacht 'ohhh,
hij is wel hééél leuk'. Dat moment dus.
En toen we naar de Zevende Symfonie
van Beethoven waren geweest hebben
we echt verkering gekregen."
T os en Anne-Marie bleven samen.
I 'Hokken' heette dat nog in die tijd.
Z Tot ontsteltenis van haar behouden
de tante, maar haar vader moest er har
telijk om lachen toen zij het zelf zo om
schreef
„Ach, mijn vader is zo'n fijne, milde
man. Hij probeerde wel eens streng te
zijn, maar dat lukte hem gewoon niet."
Na het 'hokken' werd er toch officieel
getrouwd. „Het liefst wilden we in spij
kerbroek op de fiets naar het stadhuis,
maar we hebben ons laten ompraten
door mijn ouders, dat het toch een
beetje in stijl moest. Bij de kerk stond
wel een groepje junks. los en ik waren
één dag in de week vrijwilliger in een
eetcafé voor drugsverslaafden. Gerard,
de oudste junk van Rotterdam, gaf ons
een schilderij cadeau. Zo'n ingelijste
puzzel van Venetië. Dat vrijwilligers
werk deden we uit idealisme. Junks
werden door iedereen uitgekotst, wij
wilden wel wat helpen bij die club van
Hans Visser in de Pauluskerk. We zijn
altijd behoorlijk links geweest. Pvda
vroeger, later zijn we meer richting
GroenLinks verschoven."
Boeken spelen ook in de liefde een be
langrijke rol voor Anne-Marie. „Jos en
ik houden van dezelfde auteurs en boe
ken. Ook van dezelfde gedichten. Met
muziek is het anders. Kort geleden zijn
we nog naar Gent geweest voor Wag
ners Ring der Nibelungen. Dat vindt Jos
geweldig, ik vind het wel mooi, maar
ga er niet van uit mijn dak."
Het lijkt voor de hand liggend dat An
ne-Marie zich schoolde en specialiseer
de als bibliothecaresse. Vooral de op
de jeugd gerichte activiteiten waren
een kolfje naar haar hand. Zij werkte
jarenlang met veel plezier in de Rotter
damse bibliotheek. Tussentijds baarde
zij met evenveel plezier drie kinderen.
„Zwanger zijn en ook de kraamtijd wa
ren een leuke perioden. Ik kreeg er
zelfs krullen van in mijn haar."
Zij zou graag positieve invloed willen
uitoefenen op de toekomst van haar
dierbaar trio. „Tijd van leven hebben
om die kinderen goed op de rails te zet
ten, zodat ook zij verder kunnen in
hun leven."
Een feestelijke boottocht ter gele
genheid van haar veertigste ver
jaardag deed haar beseffen hoe
graag zij toch aan het water zou wo
nen. Met de aankoop van een eigen
bootje, een Dompkruisertje kwam Zee
land in zicht.
In het haventje van Bommenede von
den de Radstakes een goede aanleg-
plek en op de camping van de familie
Goemans in Zonnemaire bleek het
heerlijk toeven.
De permanente vestiging op Schou-
wen-Duiveland was slechts een kwes
tie van tijd én afhankelijk van de vaste
aanstelling van Jos bij Scholengemeen
schap Pontes Pieter Zeeman. „Je kunt
wel zeggen dat we varend Zeeland zijn
binnengekomen."
De vergelijking met Nescio dringt zich
op. Deze geliefde schrijver van An
ne-Marie laat in zijn boek De Uitvreter
de personages Japi en Bavink aan
boord van een schip een loflied uiten
op Zierikzee. 'De Zeeuwen zijn de be-
roerdsten niet' en 'die dikke toren, die
dikke Jan, die staat er nog. Ja hoor, hij
staat er nog', luidden hun conclusies.
Maar De Uitvreter is geen naam voor
een winkel, vond Anne-Marie. Daar
om is het Boven het dal geworden voor
haar antiquariaat, ook naar een boek
van Nescio. „Dat betekent 'boven het
dal der plichten'. Daar heb je vrijheid
en dat voel ik ook zo. In mijn tweede
hands boekwinkeltje heb ik vrijheid.
Er staat geen baas boven me. Ik ver
koop dingen waar ik van houd. Er ko
men alleen maar leuke mensen. Men
sen met verhalen."
Anne-Marie Radstake-Polet
Geboren: 21 mei 1958, Waddinxveen
Huidige woonplaats: Zierikzee
Burgerlijke staat: Gehuwd met jos Radsta-
ke; moeder van Wiebe (18), Jorie (16) en
Tom (14)
Opleiding: Ziekenverzorging, VHBO, 3
jaar MO Geschiedenis, HBO -Bibliotheca
ris
Loopbaan'. Bibliothecaris, eigenaar van an
tiquariaat en geeft enkele uren per week
Nederlands bij Scholengemeenschap Pon
tes Pieter Zeeman, Zierikzee.