5 spectrum
Maestro Peter
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
wegwerkers
Marjan
Berk
PZC
Zaterdag 15 november 2008
Vanmiddag reed ik in Almere door een to
taal nieuwe wijk. Mijn zoon woont in
het Kick Wilstraplantsoen, de zijstraten
hebben namen als Tante Pollewopstraat
en Kuifjestraat. Wanneer hier geen volwassen hui
zen zouden staan zou je denken dat het hier een
buurt is, waar uitsluitend striplezende kinderen
wonen. Omdat er één straat was afgesloten reed ik
plotseling door de Peter van Straatenstraat.
Peter van Straaten. In 1971 ontmoette ik hem voor
het eerst. Hij woonde toen nog in Giethoorn, ter
wijl mijn huidige woonhuis in het waterdorp Ka-
lenberg in die jaren nog ons tweede vakantiehuis
was.
Peter was daar komen wonen in gezelschap van
een aantal Amsterdamse schrijvers en kunste
naars. Die hele Amsterdamse club was daar neerge
streken door de enthousiaste verhalen van acteur
Rijk de Gooyer, wiens schoonzuster, de actrice
Andrea Domburg, met Bert Haanstra een van de
echte Nederlandse fdmklassiekers 'Fanfare' had ge
maakt.
Andrea was verrukt van de streek, die toen nog
aardig onbedorven en onontdekt was. De populai
re film Fanfare bracht daar grondig verandering in
en het bescheiden Giethoorn groeide uit tot een
einddoel voor bussen vol enthousiaste toeristen.
Maar de kenners wisten nog genoeg plekjes aan de
achterkant van het populaire dorp te vinden waar
een idyllische oude boerderij te koop stond, de
prijzen waren laag genoeg voor de vermoeide 'wes
terlingen' zoals de stedelingen uit de randstad wer
den genoemd om een tweede huis aan te schaffen
en zo streken daar niet alleen Andrea Domburg en
haar man neer, maar o.a. ook Herman Pieter de
Boer, schrijver en journalist Eelke de )ong en Peter
van Straaten.
Het rustige buitenleven was bedoeld om de steed
se dorst te dempen... dat is niet helemaal gelukt,
naar ik vernam. Ik woonde tien kilometer verder
op, in het eveneens nog totaal onbedorven Kalen-
berg, het dorp waar pas in 1959 een autoweg naar
toe leidde.
En al die jaren, dag in dag uit, onafgebroken, op
een paar weken in de zomer na, tekent Peter van
Straaten zijn meesterlijke tekeningen, zijn mini-
drama's, zijn milde en soms gemene observaties
van het menselijk bedrijf. Waar haalt hij het van
daan! En omdat ik vanmiddag door die spiksplin
ternieuwe straat met zijn naam reed, pak ik maar
weer eens het laatste boek van zijn hand en blader
het giechelend door.
'Zo zijn we niet getrouwd', is de titel en de omslag
is veelbetekenend: een echtpaar, dat knorrig op
flinke afstand van elkaar in een groot bed ligt te
slapen, tussen hen een dikke poes!
De prent roept ogenblikkelijk de associatie op met
het liefdevolle geschilderde en overbekende schil
derij van Toulouse Lautrec, waarbij twee mensen
in een identiek bed liggen, met de hoofden ver
liefd naar elkaar toegewend. Het is schrijnend en
tegelijk grappig, laten wij toch heel goed kijken
naar wat Peter van Straaten ons laat zien. Dage
lijks. En altijd met die ene duidende zin onder de
tekening, dat is literatuur op een postzegel. Ééntje
vertel ik hier: de knorrige vent, die tegen zijn gre
tig in een etalage koekeloerende vrouw zegt: 'Ja,
gaan we nou boodschappen doen of gaan we win
kelen?!'
Dodelijk. Menselijk. Veel gehoord. Het is dat ik de
ze bundel al bezit. Anders vroeg ik hem in mijn
schoen.